Interview met Henk van der Esch, ledenadviseur ‘Krimp & regionale samenwerking’

07 mei 2019

Henk van der Esch denkt als ledenadviseur 'Krimp & regionale samenwerking' mee met schoolbestuurders over mogelijke oplossingsrichtingen en de te nemen stappen in het geval van leerlingendaling.

Henk van der Esch was tot voor kort voorzitter van het College van Bestuur van Achterhoek VO, een schoolbestuur van 14 scholen in de Achterhoek met verschillende denominaties.

Waarom wil jij de rol van de ledenadviseur krimp en samenwerking vervullen?

“Omdat ik vind dat dit onderwerp zeer noodzakelijk aandacht verdient en omdat ik hiermee in de Achterhoek de afgelopen jaren – al vanaf 2008 – veel ervaring heb opgedaan. Ik ben toen ook al begonnen met landelijk aandacht te vragen voor krimp, maar dat werd aanvankelijk niet opgepakt. Inmiddels zien zowel de overheid als het veld dat de krimp echt actie vereist. Ik lever daaraan op basis van mijn ervaring graag een bijdrage.”

Wat is het belangrijkste dat jij als bestuurder hebt gedaan om met de daling van het aantal leerlingen om te gaan?

“Dat we ‘Achterhoek VO’ hebben gevormd, of met andere woorden: dat we een stichting voor openbaar onderwijs en een stichting voor confessioneel onderwijs hebben samengevoegd. Daardoor was het mogelijk om in harmonische samenwerking te komen tot saneringen in scholen in plaats van het tot een gevecht te laten komen. Zo zijn we in Doetinchem bijvoorbeeld van drie naar twee scholengemeenschappen gegaan en zijn er in Zutphen twee scholen aan het fuseren. Ons handelen in Achterhoek VO staat sterk in het teken van wat er nodig is als gevolg van de krimp. Dat verschilt per plek, maar het sleutelwoord is samenwerking.”

Wat is je belangrijkste advies aan collega-bestuurders die te maken hebben met leerlingendaling?

“Neem bij je toekomstplannen niet het voortbestaan van je eigen instituut als uitgangspunt, maar het voortbestaan van een breed en goed onderwijsaanbod in de regio in de best denkbare samenstelling. En ook: begin op tijd en doe dat radicaal. Dat wil zeggen: durf afscheid te nemen van oude gedachten, verwelkom het nieuwe en ga daar aan werken.”