Ik geef de pen door: Johan Veenstra over de professionele schoolorganisatie

20 juni 2018

In deze rubriek laten we diverse schoolleiders en bestuurders graag aan het woord over thema’s die hen nauw aan het hart liggen. In deze aflevering gaat Johan Veenstra (rector Comenius College in Hilversum) in op de kenmerken van een professionele schoolorganisatie. Zijn vraag over hoe goed werkgeverschap het verschil kan maken in de waardering voor het docentenberoep, wordt in de volgende uitgave beantwoord door Ria Kuper.

Wat kenmerkt (in jouw ogen) een professionele schoolorganisatie?

Daar zijn vast meerdere beschrijvingen van te geven. Zoals ik er tegenaan kijk, worden in een professionele schoolorganisatie duidelijke doelen gesteld voor onderwijs, personeels- ontwikkeling en financiën. Ook zijn de rollen en verant- woordelijkheden binnen de school helder belegd en is er sprake van kwaliteitszorg op basis van een actieve kwaliteitscyclus. Het willen, kunnen en mogen van medewerkers is gekoppeld aan en in balans met de doelen van de school. En iedereen leert, van de conciërge tot en met de rector.

Waar liggen de uitdagingen op het gebied van de professionele schoolorganisatie voor jouw school?

Het Comenius College bevindt zich op dit moment in een transitiefase van hiërarchisch leiderschap naar gespreid leiderschap op meerdere niveaus. De directie gaat terug van drie naar twee personen. Het vrijkomende geld zetten we in om ruimte te creëren voor teamleiders met sectoroverschrijdende verantwoordelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan de aansluiting met het vervolgonderwijs of toetsing en examinering. . Ook gaan we dat geld investeren in docenten, vooral op LC- en LD-niveau. Zij kunnen gaan optreden als projectleider voor bijvoorbeeld een project als de gezonde school of het taalbeleid.

Ik denk dat de organisatie daaraan toe is, dat het veel energie kan geven maar dat het ook wel spannend is. Lukt het mij als rector om meer los te laten, lukt het de teamleiders en projectleiders om te groeien in hun rol en van betekenis te zijn voor de ontwikkeling van de organisatie? Zijn de resultaten straks voldoende herkenbaar op het niveau van de leerling en het leren? Hoe het straks precies zal lopen durf ik niet te voorspellen, maar dat hoeft ook niet. Ik ben ervan overtuigd dat het onderwijs in deze tijd vraagt om vormen van meer gespreid leiderschap en dat niet alleen het Comenius – met sterke en ambitieuze mensen op alle niveaus – maar ook veel andere scholen in Nederland via het model van gespreid leiderschap een verdere kwaliteitsslag kunnen maken. 

Welke tip heb je om te delen met de collega’s?

Kijk kritisch naar je eigen organisatie en stel jezelf de vraag of deze nog past bij de vraagstukken van deze tijd. Bezie je mogelijkheden steeds in het perspectief van wat het de leerling uiteindelijk oplevert. Heb lef, wees ambitieus, vertrouw op je mensen en spreek hoge verwachtingen uit. Beter je doelen te hoog stellen en een keer niet te halen dan je doelen te laag stellen en altijd halen. Trek voor het voortraject ruim tijd uit en betrek zorgvuldig je medewerkers. Durf in deze fase te vertragen en probeer in de fase daarna weer te versnellen en vervolgens door te pakken. Bied je mensen mogelijkheden om zich te ontwikkelen maar ook om daarmee in de school wat te doen. Niet alleen wat betreft taken maar ook als het gaat om salaris en carrièreperspectieven. Koppel de persoonlijke ontwikkeling van je medewerkers tenslotte stelselmatig aan de doelen van de school en investeer in de gesprekken die daarover gaan.

Hoe vind je een balans tussen de persoonlijke wensen die mensen hebben ten aanzien van hun professionalisering en de belangen van de school?

Ik heb daarover hierboven al wat gezegd. Op mijn school hebben we gekozen voor een model waarbij docenten zich kunnen specialiseren op een specifiek gebied zoals leerlingenbegeleiding, onderwijsontwikkeling en de ondersteuning van de professionele ontwikkeling van teamleden. Ook kunnen docenten kiezen voor een specialisatie op het gebied van projectmanagement en leiderschap, om projectgroepen en themateams aan te sturen. Zij volgen naast hun reguliere deskundigheidsbevordering als vakdocent ook scholing op het gebeid van hun specialisme. De reguliere deskundigheidsbevordering staat de komende jaren vooral in het teken van versterking van het primaire proces. In het kader daarvan hebben we een ‘menukaart’ samengesteld met een groot aantal scholingsmogelijkheden, voor een belangrijk deel intern. Docenten kunnen zo hun eigen keuzes maken, zowel naar inhoud als naar traject. Ik hoop dat dit de motivatie en het eigenaarschap van de docenten ten goede komt en dat zij verlangend uitzien naar de eerste gesprekken daarover met hun leidinggevende!

Ik geef de pen door aan … Ria Kuper en wil haar graag het volgende vragen:

Een opmerkelijke uitspraak van Ria is dat goed werkgeverschap een verschil kan maken bij de waardering van het docentenberoep. Hoe ziet ze dat voor zich? Wat betekent dat voor de rol en de ontwikkeling van de afdeling personeel en organisatie op een school?