Lindecollege: “Na deze leerweg zijn de leerlingen echt klaar voor het ROC”

24 maart 2019

Op het Lindecollege in Wolvega kunnen leerlingen op het vmbo een interne een mbo-opleiding op niveau 2 volgen. Het voordeel is dat ze les krijgen op een bekende, veilige plek en (grotendeels) ‘hun’ eigen docenten behouden. De bijvangst is dat honderd procent doorstroomt naar mbo-3 niveau.

De inrichting van het gebouw van het Lindecollege weerspiegelt de integratie van de verschillende groepen leerlingen op deze brede school voor vmbo, havo en atheneum. De verschillende schooltypes zijn hier niet fysiek van elkaar gescheiden en dat vergemakkelijkt de doorstroming tussen de verschillende niveau's.

De verschillende secties, zoals Nederlands en Wiskunde, zitten wel allemaal bij elkaar op één plek. “Daardoor ontmoeten leerlingen elkaar makkelijker," legt Marga Schmit uit. Zij is afdelingsleider van het vmbo. “Ook voor de docenten heeft deze opzet voordelen, want je loopt makkelijk bij elkaar binnen en stemt daardoor sneller met elkaar af."

Startkwalificatie halen

Op het Lindecollege kunnen leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo sinds tien jaar een opleiding op mbo 2-niveau binnen de eigen school volgen. De leerlingen starten hiermee in de vierde klas. Na het vmbo-examen volgen ze vervolgens tot aan de zomervakantie mbo-lessen. Daarna volgen ze het tweede jaar van het mbo op school intern.

“Het belangrijkste doel is om zoveel mogelijk leerlingen een startkwalificatie te laten halen,” meldt Schmit. “Deze leerlingen zijn vaak kwetsbaar en daardoor eerder en vaker vroegtijdig schoolverlater.” Verder noemt ze een ander knelpunt dat er in Wolvega geen ROC is. “Leerlingen moeten naar Zwolle of naar Heereveen en dat is voor deze leerlingen best een grote stap." Door ze in een vertrouwde omgeving, op de eigen school, te laten starten met het mbo hopen we dat meer leerlingen een mbo-diploma halen,” licht afdelingsleider Schmit toe.

Samenwerken

Het Lindecollege werkt intensief samen met het ROC Frieslandcollege. De lessen worden gegeven door een docent van het Frieslandcollege en twee vmbo-docenten. “We proberen de lessen zoveel mogelijk op een praktische manier in te vullen en op elkaar aan te laten sluiten,” vertelt Schmit. Ze legt uit dat als de instelling gecertificeerd is en zorgt dat de leerlingen opdrachten op mbo-niveau kunnen doen, de stage die leerlingen op het vmbo doen dan ook mag meetellen voor de mbo-opleiding. 

Verbeterslagen

Het is echter nog steeds lastig dat de kwalificaties en de eisen van het mbo bijna ieder jaarlijks wijzigen, vindt Schmit. Daarom heeft ze hierover regelmatig overleg met de stuurgroep, waarin beide instellingen vertegenwoordigd zijn.

Eén van de verbeterslagen die ook nog nodig is, volgens Schmit, is het overleg met docenten. “Leerlingen hebben gekozen voor een specifiek profiel, zoals ‘dienstverlener’, ‘verkoper’ of ‘servicemedewerker gebouwen’, maar dan moeten de docenten van deze specifieke vakken ook deze stages begeleiden en aan specifieke mbo-eisen voldoen.” En daar valt volgens haar nog wel wat winst te behalen.

Leerlingbegeleiding

Gemiddeld nemen zo’n tien tot vijftien leerlingen deel aan het doorstroomprogramma. De leerlingen worden gedurende de studiejaren van het programma, zowel individueel als in groepjes begeleid. De leerlingen zijn hier zelf positief over, bleek uit de vorig jaar gehouden interviews.

“Leerlingen geven aan dat ze het prettig vinden dat ze de mogelijkheid hebben om de route op hun eigen school te volgen, want dit is met bekende mensen en een bekende manier van werken,” vertelt Schmit. En volgens haar zie je dit positieve effect terug in het feit dat alle leerlingen tot nu toe zijn doorgestroomd naar een mbo 3-niveau. Schmit: “Na deze leerweg  zijn ze echt klaar voor het ROC."