Niftarlake College over welzijn van leerlingen: ‘Wij pakken sociaal-emotionele signalen serieus op’

26 mei 2021

We hebben geen leer- maar een leefachterstand, stelde scholiere Elze van Houtum in een ingezonden brief in de Volkskrant van 19 februari. Hoe begeleid je leerlingen goed in deze roerige, onzekere tijden? Bij het Niftarlake College in Maarssen is er – wanneer nodig – extra aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen.

Afwezigheid of conflicten tijdens de online les, ongemaakte opdrachten in Magister, de les volgen vanuit bed of dagenlang hetzelfde rode shirt dragen: het zijn signalen voor leraren en mentoren van het Niftarlake College om aan de bel te trekken. “Niet iedereen heeft hulp nodig, maar wanneer de signalen er zijn, pakken wij die serieus op.” Aan het woord is Frank Engelen, afdelingsleider van leerjaar twee. “We hebben het goed gedaan wanneer het merendeel van de leerlingen niets merkt van de extra ondersteuning, dan hebben zij het gevoel dat ze zichzelf konden zijn ondanks de situatie.”

Heldere afspraken

Het Niftarlake College is een scholengemeenschap voor mavo, havo en atheneum en telt rond de 1720 leerlingen. Het putte tijdens de tweede lockdown uit eigen ervaringen van de eerste lockdown en uit onderzoek naar leren in coronatijd van Femke Geijsel van de Radboud Universiteit. “Op basis daarvan pasten we onze online lessen aan. Denk aan de lengte van lessen, chatregels, of aan het begin en eind van de les de camera aanzetten. Doordat je heldere afspraken maakt, zie je ook duidelijker wanneer het niet goed gaat. Bijvoorbeeld als een leerling één minuut van tevoren zijn wekker heeft gezet en vanuit zijn bed deelneemt. Dat is een signaal voor de mentor.”

Doordat je heldere afspraken maakt, zie je ook duidelijker wanneer het niet goed gaat

Frank Engelen, afdelingsleider leerjaar twee Niftarlake College

Maatwerk

Na zo’n signaal lichten leraren elkaar in via chat, mail, telefoon of app. Frank: “Dat is net hoe het uitkomt en afhankelijk van de ernst van de situatie. Wij werken naast mentoren met persoonlijke begeleiders. Zij begeleiden bijvoorbeeld kinderen met een lastige thuissituatie of een diagnose als adhd. Dit doen zij vanuit een met de ouders en leerling samengesteld arrangement. Dat kan bestaan uit een wekelijks persoonlijk gesprek of bijvoorbeeld samen aan doelen werken als beter plannen of zelfregulatie. Het blijft binnen de onderwijscontext. Tijdens de lockdown moesten we zo’n arrangement soms instellen of uitbreiden.”

Mentorgesprekken

Tijdens wekelijkse mentorgesprekken spraken mentoren met alle leerlingen over hoe het thuis ging. “Deze gesprekken waren nu meer één op één en minder klassikaal. Sommige leerlingen hadden voldoende aan één contact per week, anderen spraken we dagelijks”, vertelt Frank. Mentoren kregen geen extra uren tijdens de online periode, omdat er niet standaard extra werk was. “Bij signalen keken we gezamenlijk wat nodig was en wie er bij kon springen. Bijvoorbeeld een andere mentor, persoonlijk begeleider, orthopedagoog of teamcoördinator.”

Neerslachtige gevoelens

Was er tijdens de eerste lockdown nog de energie en spanning van ‘iets nieuws’, tijdens de tweede lockdown was dit anders, merkte Frank. “Het leuke was er wel vanaf. Meer leerlingen raakten hun motivatie kwijt. Ze logden niet in voor de les, gaven geen antwoord op vragen en vertoonden onverschillig gedrag. Dat was frustrerend voor leraren, al hadden ze er begrip voor. Ze bespraken het in de klas en probeerden de lessen leuker te maken door andere werkvormen te gebruiken. Sommige leerlingen hadden zelfs suïcidale gedachten. Ik wil dat niet bagatelliseren, maar ik heb het idee dat de berichtgeving in de media daar ook aan bijdraagt. Datzelfde geldt voor de aandacht voor ‘leerachterstanden’. Het beeld is zo generaliserend, ik herken het niet op onze school.”

Gelukspoppetjes

Tijdens de tweede lockdown waren er zo’n zeventig leerlingen op school, naast de examenklassen. “Daarbij gaat het veelal om kwetsbare kinderen die thuis niet goed kunnen werken en een handjevol brugklassers met ouders met cruciale beroepen. De meeste leerlingen werkten vanuit huis.” Hoe hebben de leerlingen de tweede lockdown ervaren? Frank: “Een kleine groep vond het fijn om thuis te werken, een flink deel miste de sociale context en het leren van elkaar. We kozen ervoor om in deze periode geen toetsen af te nemen omdat die misschien geen goed beeld zouden geven. Je kunt online lastiger checken of de stof goed is overgekomen. Daarnaast is er het surveillancevraagstuk. Doordat we niet toetsten, werkten de leerlingen minder naar iets toe en dat was voor sommigen lastig, ze misten een stok achter de deur. In januari stuurden we gelukspoppetjes om de leerlingen een hart onder de riem te steken, met de boodschap: we denken aan je, houd vol. Over het algemeen kregen we daar hele leuke reacties op.”

We stuurden gelukspoppetjes om de leerlingen een hart onder de riem te steken

Frank Engelen, afdelingsleider leerjaar twee Niftarlake College

Ondersteuning medewerkers

De mentoren en persoonlijk begeleiders pikken de signalen van leerlingen op. Waar ze op moeten letten leren zij tijdens de lerarenopleiding, tijdens intervisiemomenten in het mentorteam of mentortrainingen. Zij krijgen op hun beurt ondersteuning van de schoolleiders. Frank: “We hebben in Teams een koffiecorner ingericht. Daar delen leraren bestanden met leuke lesideeën ter inspiratie en treffen ze elkaar spontaan of op afspraak. Als schoolleider bellen we ook regelmatig met de leraren. Soms duurt zo’n gesprek een uur of anderhalf uur. Dan begint het met ‘het is zwaar’. Maar als eenmaal het hart gelucht is, geven ze aan dat ze het nog wel volhouden. Soms hielp het al om iets praktisch te regelen zoals een bureaustoel of lessenaar. Soms was een aantal dagen rust nodig. Dan regelden we dat met elkaar.”

Feestelijke ontvangst

Inmiddels zijn de schooldeuren weer geopend. Dit betekent dat eindexamenleerlingen vier van de vijf dagen naar school gaan, de voorexamenklassen een dag en de overige klassen een halve dag in de week. “De eerste dag dat de leerlingen er weer waren, hebben we ze feestelijk ontvangen bij de entree. We wilden dit bijzondere moment markeren. Daarom pakten we wat instrumenten erbij, denk aan een tamboerijn, trommel en fluit, en heetten ze welkom met muziek. Het was fantastisch, ze stonden mee te dansen”, lacht Frank.

Buddy

“De eerste dagen terug op school maakten we bewust vrij voor mentoruren. We bespraken met leerlingen hoe het met hun gaat en wat ze mee hebben gemaakt. We wilden bewust ruimte geven aan gevoelens en niet meteen starten met de wiskundeles.” Tijdens deze uren introduceerde de school bovendien het uit België afkomstige buddy-systeem. Frank: “Elke leerling die dat wil, mag een buddy uitkiezen met wie hij of zij geen afstand houdt. Praktische hiervan is dat er meer kinderen in een klas passen. Het sociale aspect is dat leerlingen steun hebben aan elkaar. Meedoen is vrijwillig. Veruit de meeste leerlingen zijn enthousiast en hebben een buddy gekozen. Ook de motivatie is wat meer terug, mede omdat we nu naar de toetsweek toe kunnen werken.”

Dit praktijkvoorbeeld is afkomstig van Voortgezet Leren (programma VO-raad).