Twents Carmel College: "Maatwerk vereist lef en vertrouwen"

Iedere leerling van de locatie Denekamp van het Twents Carmel College (onderbouw vmbo tot en met onderbouw vwo-extra) werkt sinds dit schooljaar bij Nederlands, de moderne vreemde talen en geschiedenis klasoverstijgend op zijn eigen niveau. Dit gebeurt in het kader van de pilot ‘Recht op maatwerk’ van het ministerie van OCW. “Wij kiezen voor het vraaggerichte scenario”, vertelt locatiedirecteur Maaike Morsink, “omdat we daarmee elke leerling optimale kansen bieden.”

Kansengelijkheid staat hoog in het vaandel op het Twents Carmel College, vertelt Morsink. “Dat betekent onder meer dat we tegemoet willen komen aan verschillen tussen leerlingen. We stelden bijvoorbeeld vast dat ‘de gemiddelde kaderleerling’ niet bestaat. Veel leerlingen kunnen bepaalde vakken aan op een hoger niveau en anderen moeten op sommige vakken worden bijgespijkerd.”

Wat kun jij aan?

Daarom kiest de school ervoor om de indeling in niveaus los te laten, in eerste instantie bij de genoemde vakken. Morsink: “Een vmbo-kaderleerling bijvoorbeeld doet Engels op havoniveau of een havoleerling volgt geschiedenis op vwo-niveau. We kijken per leerling: wat kun jij aan? Dat betekent ook dat leerlingen in hun eigen tempo door de leerstof heen gaan. Ze werken dus niet meer per definitie op het niveau van het leerjaar waarin ze zitten. Er is bijvoorbeeld een onderbouwleerling die al havo-examen Duits heeft gedaan.”

Borgen

De school is al langer bezig met het extra uitdagen van leerlingen. Zo kunnen leerlingen kiezen voor het Goetheprogramma voor Duits of voor Cambridge Engels, havo/vwo-leerlingen kunnen Latijn volgen, en vwo-extra-leerlingen een uitgebreid programma met wetenschapsoriëntatie. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren verschillende proeftuinen uitgevoerd en zijn docenten al langer bezig met differentiatie in de klas.

Je moet durven. Durven zeggen: we gaan dit proberen, omdat we ervan overtuigd zijn dat dit beter is voor onze leerlingen

Morsink: “Nu gaat het erom de aanpak te borgen: wat werkt er goed en hoe kunnen we dat breder wegzetten? Dat vraagt veel van de organisatie, bijvoorbeeld van het rooster. Wij hebben gelukkig een fantastische roostermaker die goed meedenkt. Dat is heel belangrijk. Maar het rooster staat ook ter discussie: als we de leerling echt centraal willen stellen, voldoet het traditionele rooster dan nog wel? Of moeten we het onderwijs anders gaan organiseren? Binnenkort gaan we met het hele team kijken bij verschillende scholen die al verder zijn met gepersonaliseerd leren en met flexroosters.”

Avontuur

Docenten zijn daar erg enthousiast over, omdat ze ervaren dat ze nog extra kennis kunnen ophalen, vertelt Morsink. “De docenten zijn zeer positief, maar het vraagt ook veel. Van de één wat meer dan van de ander, omdat ook docenten verschillend zijn. Hun rol verandert ingrijpend: ze zijn meer coach en minder leraar. We hebben gelukkig een team dat veel met elkaar deelt. Dat is heel belangrijk als je zo’n ontwikkeling doormaakt.”
En wat het van de schoolleiding vraagt? Daarover is Morsink kort en duidelijk: lef en vertrouwen. “Je moet durven. Durven zeggen: we gaan dit proberen, omdat we ervan overtuigd zijn dat dit beter is voor onze leerlingen. En om dat te durven, moet je heel veel vertrouwen hebben in het systeem, in de leerlingen en in de docenten. Je gaat een avontuur aan met elkaar en, net zoals bij iedere reis, zijn er af en toe spannende momenten. Maar ik vind het met name heel erg leuk, vooral de weg ernaartoe.”

Meer informatie
Maaike Morsink
maaike.morsink@twentscarmelcollege.nl