Roelof van Echten College: “Samen letterlijk de drempel van de school overstappen”

24 maart 2019

Op het Roelof van Echten College in Hoogeveen zijn er al langer signalen dat de overgang van het vmbo naar het mbo voor sommige leerlingen een uitdaging is. Daarom werd vorig jaar gestart met een doorstroomprogramma dat zich richt op sociaal-emotionele ondersteuning van leerlingen.

Op het Roelof van Echten College zijn verschillende doorstroomprogramma’s om de overgang van het vmbo naar het mbo voor leerlingen te vergemakkelijken, omdat deze doorstroom niet altijd even soepel verloopt.

“Uit interviews met oud- leerlingen blijkt dat leerlingen op het mbo veel moeite hebben met zelfstandig plannen, organiseren en uitvoeren,” vertelt Caroline van Haeringen. Zij is onderwijskundig begeleider op het vmbo en projectleider van het doorstroomprogramma. “Om dat gat te dichten hebben we onder meer het Studie Steunpunt opgezet. Hier trainen we met name de executieve functies van leerlingen.”

Vermijdingsgedrag

Het doorstroomprogramma dat vorig jaar van start ging richt zich op de sociaal-emotionele ondersteuning bij de overgang van het vmbo naar het mbo. Het programma is toegankelijk voor leerlingen van het Roelof van Echten College en leerlingen van RENN4 (cluster 4 onderwijs). De leerlingen worden uitgenodigd om (vrijwillig) mee te doen. Van Haeringen: “Leerlingen die het hard nodig lijken te hebben worden gevraagd om deel te nemen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de leerlingen die nu al gebruik maken van het Studie Steunpunt.”

De onderwijskundig begeleider legt uit dat ze daarnaast alle mentoren van examenklassen vragen of er leerlingen zijn waarover de mentoren ze zich, met betrekking tot de doorstroom, zorgen maken. “Denk hierbij aan sociaal angstige leerlingen of leerlingen die vermijdingsgedrag vertonen als ze iets nieuws moeten gaan doen.”

Persoonlijke aandacht

Het programma bestaat uit een aantal vaste onderdelen, zoals voorlichting door het mbo op het vmbo, een rondleiding in kleine groepjes op het mbo en meeloopdagen op het mbo. En het aantal hiervoor deelnemers groeit. Zo waren er vorig jaar zes deelnemers, terwijl dit jaar al twaalf leerlingen deelnemen.

Van Haeringen helpt de leerlingen, indien wenselijk, bijvoorbeeld ook met het maken van een studiekeuze. Verder gaat ze mee naar intakegesprekken op het mbo. Leerlingen die het nodig hebben krijgen zo meer persoonlijke begeleiding. “Ik heb gemerkt dat een stukje persoonlijke aandacht en samen dingen ondernemen het zelfvertrouwen van leerlingen kan vergroten en angst voor het onbekende kan wegnemen,” licht Van Haeringen toe.

“Dat gaat om kleine, simpele dingen, zoals samen letterlijk de drempel van de school overstappen. Voor sommige leerlingen is dát al een grote stap en waar ze als een berg tegenop zien. Als je deze overgang wat kleinschaliger aanpakt en persoonlijker maakt voor de leerlingen, dan wordt de overgang veiliger en overzichtelijker voor deze leerlingen.”

Privacybeleid belemmering

Van Haeringen zou de leerlingen 'graag ook op het mbo willen blijven volgen,' alleen belemmert het strenge privacybeleid haar daarbij. “Wij mogen met toestemming informatie over onze leerlingen aan het mbo geven, maar andersom is dat nog niet geregeld. Terwijl wij ook graag zouden willen weten hoe het verder onze leerlingen vergaat. Bovendien zouden we het mbo tips kunnen geven, omdat wij die leerlingen immers al vier jaar kennen.”

Van Haeringen zoekt inmiddels de leerlingen zelf op om ze te spreken over de overgang en om te horen hoe het met hen gaat. Maar ideaal vindt ze het niet. Bij voorkeur werkt Van Haeringen daarom de eerste maanden van het schooljaar vanuit het vmbo als doorstroomcoach en daarnaast op het mbo. “Dit soort praktische zaken moeten we nog verder uitwerken en vormgeven."