Weeklog Paul Rosenmöller: Twee keer het NOS-journaal

De week van 23 t/m 29 januari 2017.

Nadat Trouw woensdag jl. de opening van de krant wijdde aan het idee om het advies van de basisschool na twee jaar nog eens te herijken (in plaats van het te zien als het veronderstelde eindexamenniveau), stapte in de loop van de dag een ploeg van het NOS-journaal mijn kamer binnen. Onderwijs en zorg hè, zei de verslaggever, dat willen de mensen horen. Natuurlijk weten we het, maar telkens word ik weer bevestigd in het feit dat het onderwijs door iedereen van het grootste belang wordt gevonden. We hadden een kort gesprekje. Nee, zei ik, het is geen verplichting of regel. Het gaat er om dat leerlingen met gelijke mogelijkheden gelijke kansen krijgen ongeacht de opleiding van hun ouders. Het is dus een beweging en tal van scholen doen dit al. En ja, het advies van de basisschool blijft belangrijk, maar in de leeftijd van 12 tot 18 gebeurt er nog zoveel dat het in nogal wat gevallen lastig is op 11-12 jarige leeftijd te voorspellen welk examen je gaat halen.

Het klopt: leerlingen in Nederland worden al heel vroeg geselecteerd. Een antwoord daarop is dat elke leerling desgewenst toegang moet hebben tot een vorm van een heterogene brugklas, dakpanklas of 10-14-school, waar steeds meer belangstelling voor ontstaat. Dat kan toch al, was de vervolgvraag. Klopt, zei ik, maar om dat zo te houden en om deze beweging te versterken heb je meer nodig. Het vraagt om het belonen van het bieden van kansen door de inspectie, en daarover hebben we met de inspectie al het goede gesprek. Het vraagt ook om tijd voor en betere differentiatievaardigheden van docenten, het vraagt om inspirerend leiderschap op de scholen. Het vraagt om het gezamenlijk ontwikkelen en uitvoeren van een heldere toekomstgerichte visie. En daar horen ook moderne leermiddelen bij.

Dat brengt me bij een tweede journaalitem afgelopen week. Want hoe bestaat het dat laptops en tablets anno 2017 geen leermiddelen zijn? Hoe lastig is het voor scholen om arrangementen te ontwikkelen buiten de wet gratis schoolboeken om? Wederom roept het de vraag op: wat betekent dat voor ouders met een lager inkomen en voor gelijke kansen van kinderen? Hierover kunnen we kort zijn. Dit vraagt om een structurele oplossing waarbij de wetgever digitale devices gaat zien als leermiddelen en bereid is daar in het kader van eigentijds onderwijs in te investeren.

De gelijke kansen agenda is heel breed. Te breed voor het onderwijs omdat maatschappelijke ongelijkheid niet door het onderwijs kan worden opgeheven. Maar de opdracht die we wel hebben is te voorkomen dat het onderwijs de kansenongelijkheid doet toenemen. Ik ontmoet eigenlijk alleen maar professionals op de scholen die daaraan willen bijdragen. Al voor de tijd dat we daarin slagen zal het journaal wel weer een keer op de stoep staan, want onderwijs, dat vinden mensen belangrijk hè, zoals de verslaggever terecht zei.