Actieplan: Meer ontwikkelruimte voor leraren en hervorming van de lerarenopleiding

30 maart 2016

Er moet meer tijd komen voor leraren om te kunnen werken aan de ontwikkeling van het onderwijs. De VO-raad pleit ervoor om scholen gedurende de komende kabinetsperiode per jaar per voltijdsleraar 100 uren extra te geven om die ruimte op schoolniveau en in overleg met het lerarenteam te creëren. Hiervoor is gedurende vier jaar maximaal 300 miljoen euro nodig. Om de kloof tussen lerarenopleidingen en onderwijspraktijk te dichten moet daarnaast een groter deel van de opleiding van leraren in de school plaatsvinden en moeten scholen en de beroepsgroep mede-eigenaar worden van de lerarenopleidingen. Dit staat in een actieplan dat de VO-raad op 31 maart 2016 op haar jaarlijkse congres presenteerde met zeven concrete punten om het lerarenberoep aantrekkelijker te maken.

Met het actieplan ‘Naar een aantrekkelijk lerarenberoep in een sterke sector’ wil de VO-raad de ruimte en tijd van leraren vergroten en de concurrentiekracht van het lerarenberoep hoger op de agenda zetten. Het actieplan is het resultaat van een serie gesprekken met leraren, schoolleiders en schoolbestuurders door het hele land over de ontwikkelingen in het onderwijs en de daardoor verander(en)de positie en rol van de docent.

Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad: “Het staat buiten kijf dat leraren een doorslaggevende rol spelen in het toekomstbestendig maken van het onderwijs. Ik zie leraren zich elke dag vol passie inzetten voor de ontwikkeling van hun leerlingen en het onderwijs. Tegelijk zien we echter ook dat het vak onder druk staat en dat leraren te weinig tijd en ruimte hebben voor hun professionele ontwikkeling en de ontwikkeling van het onderwijs. Aan de hand van deze zeven actiepunten hopen we met de inzet van verschillende partijen tot meer ruimte voor leraren te komen, en tot een nog aantrekkelijker beroep om in te werken.”

Investeren in meer ontwikkeltijd

Uit de gesprekken met leraren blijkt dat zij te weinig tijd ervaren om op een goede manier te werken aan hun professionele ontwikkeling en de gewenste ontwikkeling van het onderwijs. Mede met het oog op de transitiefase waar de sector zich in bevindt, naar toekomstbestendig en eigentijds onderwijs, moet er meer ruimte komen voor ontwikkeltijd. Scholen kunnen daar een rol in spelen, bijvoorbeeld door het onderwijs anders te organiseren en onnodige regels en administratieve taken te schrappen. Daarbovenop pleit de VO-raad ervoor om scholen gedurende de komende kabinetsperiode per jaar per voltijds leraar 100 uren extra te geven om ontwikkeltijd voor leraren te creëren. Hier is gedurende vier jaar een bedrag van maximaal 300 miljoen euro voor nodig. De vrijgespeelde tijd zal planmatig en doelgericht worden ingezet. Schoolbesturen en schoolleiders maken hier in samenspraak met lerarenteams een plan voor en verantwoorden zich over de resultaten op schoolniveau.

‘Coschappen’ voor de leraar

Op dit moment zorgt de systeemscheiding tussen lerarenopleiding ervoor dat scholen weinig invloed hebben op de opleiding van leraren, wat een kloof creëert tussen de opleiding van leraren en de praktijk waar zij na hun opleiding in terecht komen. Om die kloof te dichten stelt de VO-raad voor om scholen en de beroepsgroep van leraren mede-eigenaar te maken van de lerarenopleidingen en eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen te laten ‘indalen’ op scholen, waardoor leraren een groter en effectiever deel van hun opleiding genieten in de school. Daarnaast pleit de VO-raad ervoor om leraren na hun basisopleiding, analoog aan de coschappen in de artsenopleiding, in de praktijk van een school een traject naar volledige bekwaamheid te laten volgen.


In de media

Zie ook het Volkskrant-artikel 'VO-raad: meer roostervrije uren voor leraren', de artikelen 'Meer tijd voor ontwikkeling en verbetering van leraren' en 'Schoolbesturen: schroef aantal lesuren voor leraar naar beneden' in Trouw, en het artikel van de NOS en het artikel op NU.nl.