Ambitie thuiszitterspact blijft overeind, tijdpad niet gehaald

30 januari 2020

In het afgelopen schooljaar is het aantal kinderen dat niet ingeschreven stond op school en daar weer een plek kreeg met 339 kinderen toegenomen tot 2480. Het aantal thuiszitters is helaas toch gestegen van 4.479 naar 4.790 leerlingen. Dat schrijft het kabinet aan de Tweede Kamer op 30 januari 2020.

Een lichtpunt is dat het aantal kinderen dat tijdens het schooljaar uitvalt sinds de start van het Thuiszitterspact in 2016 ieder jaar is afgenomen en dat is winst. Thuiszitters krijgen steeds meer aandacht waardoor er meer kinderen in beeld komen. Doordat betrokken partijen beter samenwerken, kunnen steeds meer kinderen terug naar school. Toch is het doel -dat in 2020 geen enkel kind langer dan drie maanden thuis zit zonder passend aanbod in onderwijs of zorg- niet gehaald. De VO-raad en PO-Raad betreuren het ten zeerste dat het aantal thuiszitters is toegenomen. Elke leerling die thuis zit is er een teveel.

Het kabinet schrijft in de brief dat er een complex samenspel van factoren aan ten grondslag ligt. Er is sprake van een gezamenlijk, maatschappelijk vraagstuk.  Er zijn meerdere onderzoeken gedaan, waaronder een groot landelijk onderzoek naar de stand van zaken met als resultaat een versnellingsagenda thuiszitters en nieuwe intensieve activiteiten op regioniveau.

Snellere besluiten bij regionale samenwerking

De betrokken ministers Slob, De Jonge en Dekker schetsen vervolgactiviteiten om te zorgen dat alle kinderen een zo passend mogelijke plek op school krijgen. Voorop staat dat de jongeren zelf mee moeten kunnen praten over het voorkomen en oplossen van thuiszittersproblematiek. Ook moeten belemmeringen opgelost worden zoals een eenduidige definiëring van thuiszitters, uitwisseling verzuimgegevens en één systeem voor de registratie van leerlingen die thuis zitten.

Daarnaast blijft er ingezet worden op een regionale aanpak: wettelijke verankering zal er voor zorgen dat in alle regio’s samenwerkingsverbanden (onderwijs) en gemeenten (jeugdhulp) door het maken van afspraken sneller tot besluiten komen in het belang van de leerling. Veel regio’s hebben een eigen regionaal pact gesloten en er worden doorbraak-overleggen georganiseerd, die ook echt doorbraken realiseren. Ondanks dat dit niet terug te zien is in een daling van het aantal thuiszitters zien wij dat een beweging op gang is gebracht in de regio’s waar in de toekomst verder op kan worden gebouwd.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid maatschappij

De VO-raad en PO-Raad berusten niet in de groei van het aantal thuiszitters en streeft een substantiële daling na van het aantal leerlingen dat thuis zit. We maken ons in elk geval er hard voor dat kinderen een passend aanbod krijgen, binnen de redelijkheid van wat je van het onderwijs mag vragen. Op basis van de landelijke stand van zaken plannen de VO-raad en PO-Raad voor de zomer 15 bezoeken in regio’s waar we ons zorgen over maken.

Om echt een substantiële daling van het aantal thuiszitters te bewerkstellingen, moeten de randvoorwaarden op orde zijn. Want thuiszitten blijkt steeds meer een maatschappelijk probleem waar meerdere partijen verantwoordelijkheid voor moeten dragen.

Zoals ook bepleit in de vorige week gepresenteerde visie ‘Toekomst van ons onderwijs’ moet het belang van het kind altijd voorop staan en er gekeken worden naar waar het kind het meeste bij gebaat is: regulier onderwijs, eventueel met extra begeleiding of toch onderwijs op een gespecialiseerde school.