“Bieden van kansen moet dit schooljaar nog meer voorop staan bij overgang po-vo"

16 april 2020

Zet het bieden van kansen aan leerlingen bij de overgang po-vo dit jaar nog meer centraal. Dat is de belangrijkste boodschap van minister Slob in een brief aan de schoolbesturen die op 17 april is verstuurd. In zijn brief doet hij een aantal voorstellen die het gemis van de eindtoets moeten compenseren, met name voor leerlingen wiens schooladvies op basis van deze toets wellicht naar boven zou zijn bijgesteld. Zo pleit hij voor extra aandacht voor de warme overdracht, een ruimhartigere toelating tot de vo-school, voldoende brede brugklassen en een (extra) evaluatiemoment van het niveau van de leerling in de brugklas. De VO-raad ondersteunt dit pleidooi van harte.

Met het vervallen van de eindtoets in groep 8 dit schooljaar, zijn heroverwegingen en bijstellingen van het schooladvies dit jaar niet aan de orde. Het initiële schooladvies is hiermee meteen het definitieve advies geworden. Voor de meeste leerlingen maakt dit voor de overstap naar de middelbare school niet uit, maar voor een kleiner deel wel. Vorig schooljaar (2018-2019) is bij bijna 9,4% van de groep 8 leerlingen het schooladvies naar boven bijgesteld naar aanleiding van een hogere eindtoetsscore (zo’n 16.000 leerlingen). Dit schooljaar hebben leerlingen de kans niet om hun docent positief te verrassen met een hogere eindtoetsscore en op basis hiervan op een (half) niveau hoger te starten in het vo. In zijn brief roept de minister schoolbesturen op deze leerlingen ruime kansen te bieden en alsnog de mogelijkheid te geven (bij plaatsing op de vo-school of via bijvoorbeeld een brede brugklas) om op een hoger niveau dan hun schooladvies te komen.

Meer aandacht voor warme overdracht

Zo is het nog belangrijker dat scholen intensief informatie uitwisselen over leerlingen en welke onderwijssoort naar verwachting het beste bij hen past. En dat de po-school het ook duidelijk aangeeft als zij of de ouders al verwachtten dat de uitslag van eindtoets tot bijstelling van het schooladvies zou leiden.

De PO-Raad, VO-raad en Ouders & Onderwijs hebben een formulier ontwikkeld, waarmee po-scholen en ouders bovenstaande informatie kunnen meegeven aan de vo-school, en ook een plaatsingsadvies voor het soort brugklas kunnen geven. De po-school kan het formulier toevoegen aan het onderwijskundig rapport. De minister roept vo-scholen op de beschikbare informatie over aankomend brugklassers – en daarmee ook eventueel dit formulier – goed te gebruiken.

Ruimhartige toelating

De minister vraag scholen ook een ruimhartig toelatingsbeleid te voeren en leerlingen bij wie wordt ingeschat dat ze een hoger niveau aankunnen, kansrijker te plaatsen dan het initiële schooladvies. De minister onderstreept hierbij dat hogere plaatsing en eventueel later teruggaan naar het niveau van het initiële advies, door de Inspectie van het Onderwijs niet wordt gezien als afstroom. Wanneer een leerling op het niveau blijft van de hogere plaatsing, dan telt dit wel mee als opstroom binnen het onderbouwrendement.

Voor een deel van de vo-scholen geldt dat de toelating en/of plaatsing van aankomend brugklassers al heeft plaatsgevonden. Strikt genomen geldt voor deze scholen dat bovenstaande oproep – alsook het eerder genoemde formulier – helaas meer niet meegenomen kan worden. Toch vraagt het ministerie van OCW scholen om daar waar het gewenst is en ook kan nog een aanpassing te doen.

Brede brugklassen en afspraken tussen scholen

De minister roept scholen verder op om bij de inrichting van hun onderbouw van komend schooljaar na te denken over het aanbieden van (meer) brede en verlengde brugklassen, zodat leerlingen ook als ze al op het vo zitten nog de mogelijkheid hebben om – zonder van klas te moeten wisselen – op de voor hen meest passende plek terecht te komen. Ook kunnen verschillende scholen afspraken maken over het overnemen van leerlingen, als er sprake is van een overstap naar een niveau dat niet op de betreffende school wordt aangeboden.

Evaluatiemoment in de brugklas: zit de leerling op de juiste plek

Tenslotte vraagt de minister scholen na te denken over het organiseren van een (extra) expliciet evaluatiemoment van het niveau van de leerling in de loop van het schooljaar. Dit kan via een objectief en gestandaardiseerd instrument. Bijvoorbeeld de formatieve instrumenten uit het leerlingvolgsysteem voor het vo, die door een groot deel van de scholen ook al gebruikt worden.

Minister Slob doet in zijn brief deze voorstellen na goed overleg met de VO-raad en de PO-Raad. We adviseren scholen daarom de voorstellen van de minister over te nemen voor het belang van de leerlingen.