Differentiëren kan negatief uitpakken voor kansengelijkheid

21 juni 2017

Gedifferentieerd onderwijs kan de kansenongelijkheid in het onderwijs vergroten, stelt Eddie Dennesen, bijzonder hoogleraar Sociaal-culturele achtergronden en differentiatie in het onderwijs. “Er is een kritische herbezinning op ons onderwijs nodig om daadwerkelijk bij te dragen aan gelijke kansen voor alle kinderen.”

Vroegkeuze 

Er is in Nederland een sterke relatie tussen de opleiding van ouders en de schoolloopbaan van kinderen. Op het vwo zijn kinderen van hoogopgeleiden oververtegenwoordigd, op het vmbo de kinderen van lager opgeleide ouders. In Scandinavische landen, waar de selectie later wordt gemaakt, zijn de verschillen kleiner. Ook volgen veel meer kinderen van hoogopgeleide ouders tweetalig onderwijs. “Zo vergroten deze vormen van differentiatie de kansen van kinderen die al met een voorsprong aan het onderwijs beginnen.”

Differentiëren: macro-, meso- en microniveau

Differentiëren in het onderwijs gebeurt op verschillende niveaus. Op macroniveau gaat het om de verschillende schooltypen en leerwegen die we in het voortgezet onderwijs kennen, zoals vmbo KB en vwo. Op mesoniveau gaat het om verschillen tussen klassen, zoals een brede brugklas of een tweetalige brugklas. En op microniveau is dat het onderverdelen van leerlingen in de klas in niveaugroepen. Differentiatie wordt gezien als een oplossing voor het omgaan met verschillen tussen leerlingen. Maar Denessen ziet ook nadelen. “Soms kan differentiatie er juist voor zorgen dat de verschillen in het onderwijs worden vergroot.” Dat geldt vooral voor differentiëren op macro- en mesoniveau. Ook de Inspectie heeft in de Staat van het Onderwijs 2014/2015 en 2015/2016 al op dit risico gewezen. Mede naar aanleiding van de bevindingen van de Inspectie stelde de VO-raad een set van maatregelen voor om gelijke kansen in het onderwijs te bevorderen.

Dilemma’s in de praktijk

Bij differentiatie in de klas is uiteraard een belangrijke rol weggelegd voor de leraar. Docenten krijgen daarbij te maken met tegenstrijdige beleidsinitiatieven van de overheid zoals het Plan van Aanpak Toptalenten enerzijds en het Actieplan Gelijke Kansen anderzijds. “Dat plaatst de leraar in de praktijk voor een dilemma: geeft hij elke leerling evenveel aandacht, zodat ze alles uit hun talenten kunnen halen, of geeft hij de leerlingen uit lagere sociale milieus meer aandacht dan de leerlingen uit hogere milieus, zodat kinderen met gelijke aanleg dezelfde kansen krijgen?”

Met zijn onderzoek wil Denessen praktische programma's ontwikkelen voor leraren en scholen, en meer inzicht verkrijgen in de maatschappelijke effecten van differentiatie. Zo hoopt hij scholen en leraren te helpen een visie te ontwikkelen over omgaan met verschillen en kansengelijkheid in het onderwijs. 

Update: Oratie beschikbaar
Op 26 juni sprak Eddie Denessen zijn oratie uit aan de Universiteit Leiden. Lees de volledige oratie

Lees ook het artikel in Trouw 'Zet kinderen van verschillende niveaus bij elkaar'.