Eerste Kamer stemt ondanks twijfels in met halvering collegegeld

11 juli 2018

De Eerste Kamer heeft op 10 juli 2018 unaniem ingestemd met het in het Regeerakkoord aangekondigde voorstel voor de halvering van het wettelijk collegegeld. De wijziging houdt in dat alle nieuwe studenten een korting van ongeveer 1.000 euro krijgen op het collegegeld in het eerste studiejaar. Voor studenten aan de lerarenopleidingen geldt deze korting twee jaar. Ondanks de aanname van de wetswijziging in de Eerste Kamer, heersen er twijfels over de doelmatigheid van het voorstel.

De vraag of deze maatregel de juiste is, werd gesteld door meerdere partijen in de Eerste Kamer. Minister van Engelshoven gaf aan dat het wetsvoorstel inderdaad niet voort is gekomen uit dikke onderzoeksrapporten. Vooral de heer Ganzevoort (GroenLinks) was hier niet tevreden mee en diende een motie in die de regering verzoekt voortaan op onderzoek gebaseerde argumentatie te gebruiken. Deze motie is aangenomen. Een ander punt van discussie tijdens het debat was de vraag of deze maatregel daadwerkelijk zal helpen in de bestrijding van het lerarentekort. De minister gaf aan dat het moeilijk zal zijn te onderscheiden of deze maatregel een effect heeft, omdat het onderdeel is van een pakket aan maatregelen, maar dat zij hoopt dat meer studenten voor de lerarenopleiding zullen kiezen.

Kanttekening VO-raad

Ook de VO-raad heeft tijdens de behandeling van dit voorstel in de Tweede Kamer en de Senaat kanttekeningen geplaatst bij het voorstel voor halvering van het collegegeld. Omdat het lerarentekort in het voortgezet onderwijs de komende jaren verder zal toenemen, moeten de mogelijkheden om potentiële nieuwe leraren aan te trekken zoveel mogelijk benut worden. Het is van groot belang dat zoveel mogelijk mensen kiezen voor een lerarenopleiding - zowel vanuit opleidingen in tekortvakken als vanuit andere sectoren (zij-instromers) - en daarbij geen belemmeringen ervaren. De VO-raad is van mening dat de maatregel om het collegegeld te halveren een goede bijdrage kan leveren aan het verlagen van de drempel voor de lerarenopleiding. Deze maatregel is echter niet voldoende om het toenemende lerarentekort te ondervangen.

Advies Raad van State

Eerder heeft de Raad van State in een advies aan het kabinet aangegeven dat het verband tussen de hoogte van het collegegeld en het lerarentekort niet duidelijk is. De raad wijst erop dat het lerarentekort niet alleen wordt veroorzaakt doordat (te) weinig studenten een lerarenopleiding volgen, maar ook doordat leraren lang niet altijd in het onderwijs blijven werken. Daarom zijn meer maatregelen nodig om het lerarentekort terug te dringen. Mede in dat licht is de VO-raad dan ook eerder voorstander van een maatregel om leraren te behouden voor het onderwijs, door studenten die de lerarenopleiding afmaken en aan de slag gaan in het onderwijs bijvoorbeeld na vier jaar de helft van het collegegeld terug te betalen. De prikkel ligt dan niet bij het instappen bij lerarenopleidingen.

De VO-raad vindt het bovendien jammer dat de maatregel enkel geldt voor studenten die vanaf 2018-2019 voor het eerst beginnen aan een opleiding in het bekostigd hoger onderwijs. Dit betekent namelijk dat studenten van universitaire lerarenopleidingen pas in studiejaar 2021-2022 in aanmerking komen voor een extra jaar halvering collegegeld. De VO-raad heeft er daarom samen met de Interuniversitaire Commissie Lerarenopleidingen (ICL) bij de minister op aangedrongen ook studenten die komend studiejaar starten met een universitaire lerarenopleiding in aanmerking te laten komen voor het tweede jaar halvering van het collegegeld. Ook heeft de VVD-fractie deze kanttekening ingebracht tijdens het voorbereidend onderzoek in de Eerste Kamer. De minister heeft aangegeven hier geen gehoor aan te geven.