Focus op begeleiding startende leraar

16 juli 2021

Onlangs stelde dagblad NRC dat het lerarentekort het grootste en meest urgente probleem is in het primair maar ook in toenemende mate in het voortgezet onderwijs. Alle investeringen en inspanningen ten spijt, heeft dit nog niet geresulteerd in een pasklare oplossing voor het lerarentekort. Wél is duidelijk geworden dat er aan meerdere knoppen gedraaid moet worden. Een van die knoppen of oplossingen is gelegen in het investeren in de begeleiding van startende leraren.

De vo-sector heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het opzetten en ontwikkelen van zogeheten inductiearrangementen of begeleidingstrajecten voor startende leraren. Zo blijkt uit de Loopbaanmonitor onderwijs 2020 dat 89% van de ondervraagde starters in het vo een vorm van begeleiding krijgt en 77% van deze begeleide starters geeft aan over deze begeleiding (zeer) tevreden te zijn. De VO-raad onderschrijft het belang van de begeleiding van startende leraren en is dan ook te spreken over de ontwikkelingen die de vo-sector heeft doorgemaakt. 

Toch zijn er bij deze cijfers enige kanttekeningen te plaatsen. Uit ander onderzoek onder ruim 600 vo-leraren onder de 35 jaar geeft de groep die begeleiding krijgt deze begeleiding gemiddeld een 6,3 (Investico, 2021). Dat is een minder positief resultaat ten opzichte van de uitkomsten van de Loopbaanmonitor. Ook stroomt nog altijd 15 tot 31% van de (vooral jonge) beginnende leraren uit in de eerste vijf jaar van hun loopbaan.  

Hoewel niet gesteld kan worden dat een goede begeleiding van startende leraren uitval helemaal kan voorkomen, blijkt uit onderzoek wel dat een uitgewerkt begeleidingsprogramma bijdraagt aan de werktevredenheid van startende leraren. Echter, slechts 43% van de ondervraagde startende leraren in het vo  geeft aan dat de school een uitgewerkt begeleidingsprogramma of inductiearrangement biedt. Ook op het gebied van werkdrukverlaging is nog verbetering nodig: 58% van de ondervraagden in het vo geeft aan de lesreductie die is vastgesteld in de CAO ook daadwerkelijk te krijgen.

Goed werkgeverschap

Beginnende leraren hebben een sterke intrinsieke motivatie om te werken in het onderwijs. Deskundige en professionele begeleiding en scholing helpen de leraar zich voldoende toegerust te voelen voor het beroep. Het getuigt van goed werkgeverschap om deze begeleiding te faciliteren en te organiseren. Goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden zijn van groot belang voor de motivatie van de leraar en daarmee voor het behoud voor het beroep. 

De VO-raad maakt zich hard voor een betere begeleiding van startende leraren om de uitval te verminderen en de professionalisering van leraren te versnellen. Het uitgangspunt hierbij is dat de afspraken rondom lesreductie worden nageleefd.  Daarnaast blijkt uit onderzoek van onder andere Helms-Lorenz (RUG, 2020) dat een effectief inductiearrangement voor startende leraren minimaal twee jaar beslaat en uit de volgende vijf elementen bestaat:

1) Vermindering werkdruk (tijd, roosters, taken, ..)  en werktijd (CAO, 20%, 10%)
2) Enculturatie in school(beleid) en doelgroep
3) Basis voor professionalisering
4) Observatie en begeleiding in de klas
5) Intervisie met peers en begeleiding ( (Raamplan Inductie, OCW, 2013).

Het is dan ook een ambitie om de inductiearrangementen landelijk op die wijze in te richten. 

De komende jaren breidt de VO-raad de ondersteuning op het vlak van begeleiding startende leraren voor scholen en schoolbesturen uit. Daarnaast stimuleert de VO-raad schoolbesturen en scholen actief te werken aan een kwalitatieve en kwantitatieve doorontwikkeling van de inductiearrangementen voor de begeleiding van startende leraren.