Ingediende moties Tweede Kamer over passend onderwijs

13 april 2023

Er zijn tien moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over passend onderwijs in de Tweede Kamer op dinsdag 11 april 2023. Dit was een vervolg op het debat over passend onderwijs een week daarvoor.
Update nieuwsartikel 19 april 2023 

Op dinsdag 19 april heeft de Tweede Kamer over de moties gestemd. De volgende moties zijn aangenomen: 

- Motie van Beertema (PVV): verzoekt de regering om binnen de samenwerkingsverbanden expertise, bezwaarprocedures, doorzettingsmacht en een ombudsfunctie onder te brengen en ze te laten aansturen door een onafhankelijk, autonoom bestuur dat niet wordt gerekruteerd uit de bestuurslagen van de aangesloten scholen. ​

- Gewijzigde motie van Westerveld (GroenLinks) en de Hoop (PvdA): verzoekt de regering om bij de verdere uitwerking en concretisering van de werkagenda inclusief onderwijs gedetailleerd te beschrijven hoeveel elke actielijn en maatregel gaat kosten zodat in kaart wordt gebracht hoeveel financiële middelen nodig zijn om de ambitie te realiseren. 

- Motie van Westerveld (GroenLinks): verzoekt de regering om bij de afweging over de inzet van deze extra middelen naast hoogbegaafdheid, ook initiatieven voor thuiszitters en voorzieningen voor kinderen met een of meerdere beperkingen te betrekken. 

- Motie van Westerveld (GroenLinks) en Kwint (SP): verzoekt de regering, in samenwerking met samenwerkingsverbanden te onderzoeken hoe ondersteuningsaanvragen sneller kunnen worden toegekend, en in een of meerdere samenwerkingsverbanden een proef te starten met directe toekenning van ondersteuning. 

- Motie van van Meenen (D66) en Paul (VVD): verzoekt de regering te onderzoeken of het aanmerken van voltijd hoogbegaafdenonderwijs als speciaal onderwijs structurele financiering, expertise, leerlingenvervoer en een dekkend aanbod zou waarborgen. 

- Motie van van Meenen (D66): verzoekt de regering met betrokkenen de contouren van een wet inclusief onderwijs te formuleren, die in overeenstemming is met het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind en het VN-verdrag Handicap, waarin randvoorwaarden, ijkmomenten en doelstellingen voor 2035 zijn vastgelegd, en de kamer hierover te informeren voor het einde van 2023. 

- Motie van Peters (CDA) en Bisschop (SGP): vraagt de regering te bezien of dyslexieverklaringen slechts verstrekt kunnen worden aan leerlingen met de ‘diagnose’ EED. 

De heer Bisschop (SGP) heeft de motie aangehouden waarin hij vraagt het actieplan voor de afbouw van bovenmatige reserves te verlengen met twee jaar. 


De tien moties die waren ingediend tijdens het debat op dinsdag 11 april, hebben betrekking op de volgende thema’s:

Passend en inclusiever onderwijs

Zoals ook al bleek tijdens het debat op 5 april, lopen de meningen uiteen. Zo diende de heer Beertema een motie in om eerst de basis van passend onderwijs op orde te krijgen en te stoppen met experimenteren in de richting van inclusiever onderwijs. De heer Van Meenen van D66 vraagt juist bij motie om inclusief onderwijs vast te leggen in wetgeving. Mevrouw Westerveld van GroenLinks vraagt in een motie om per actielijn van de werkagenda naar inclusief onderwijs de financiële consequenties in beeld te brengen en een fonds daarvoor te creëren.

Samenwerkingsverbanden: onafhankelijk toezicht en de bovenmatige reserves

De heer Drost van de ChristenUnie diende geen motie in, maar uitte wel zijn zorg over het afromen van bovenmatige reserves bij de samenwerkingsverbanden. Hij vraagt of de minister kan toezeggen dat de goeden niet onder de kwaden lijden. Door het rondpompen van geld bestaat het risico dat goede plannen stagneren. De heer Bisschop van de SGP diende een motie in waarbij hij vraagt om het actieplan van de PO-Raad, VO-raad, Netwerk LPO en de Sectorraad SWV vo verder uit te voeren in de komende twee jaar. De minister ontraadt deze motie, maar geeft aan open te staan voor een goed voorstel van de samenwerkingsverbanden. In de motie van mevrouw Westerveld vraagt zij om de afgeroomde reservemiddelen niet naar het ministerie van Financiën te laten terugvloeien, maar te besteden aan hoogbegaafdheid, (het voorkomen en bestrijden van) thuiszittende leerlingen en leerlingen met meerdere handicaps.

De PVV pleit met een motie voor aansturing van swv’en door een volledig onafhankelijk autonoom bestuur (zonder besturen van aangesloten scholen) en voor het onderbrengen van expertise, bezwaarprocedures, doorzettingsmacht en een ombudsfunctie bij samenwerkingsverbanden. Een aantal elementen, zoals doorzettingsmacht en een onafhankelijke raad van toezicht, zijn al onderdeel van het verbeterplan passend onderwijs en één van de zeven prioriteiten van minister Wiersma. Veel samenwerkingsverbanden hebben of krijgen binnenkort een ouder- en jeugdsteunpunt. Bij de Stichting Onderwijsgeschillen is een geschillencommissie passend onderwijs, er zijn onderwijs(zorg)consulenten, dus er wordt al aan veel vragen van de heer Beertema tegemoet gekomen.

Hoogbegaafdheid, Zorg in Onderwijstijd en Dyslexie

D66 pleit ervoor om voltijds-hoogbegaafdheidsonderwijs als speciaal onderwijs aan te merken als speciaal onderwijs met de bijbehorende structurele financiering, expertise en leerlingenvervoer. De PvdA pleit ervoor om de collectieve inkoop van Zorg in Onderwijstijd niet te beperken tot cluster 3 en 4, maar ook te laten gelden voor cluster 1 en 2 en de SNS-klassen (samen naar school). Deze motie wordt aangehouden tot het debat over zorg en onderwijs op 31 mei aanstaande. Het CDA vraagt tenslotte om alleen een dyslexieverklaring te verstrekken bij ernstige enkelvoudige dyslexie.