Meer meldingen van seksueel geweld tegen jongeren, ook veel jongeren slachtoffer van huiselijk geweld

18 december 2023

Het aantal gemelde gevallen van seksueel geweld tegen kinderen en jongeren is de afgelopen paar jaar gestegen. In meer dan de helft van de gevallen vindt dit geweld plaats in de thuissfeer, wat het aannemelijk maakt dat de dader een familielid of bekende is. Bij bijna 40% van alle gemelde incidenten is de verdachte van het seksuele geweld jonger dan 21 jaar. Dat blijkt uit de nieuwe 'Monitor Seksueel Geweld tegen Kinderen 2018-2022', die vorige week is verschenen. Uit recent gepubliceerde cijfers van het CBS blijkt daarnaast dat bijna een op de vijf jongeren in 2022 slachtoffer werd van huiselijk geweld.

In totaal gaf vorig jaar 18% van de jongeren tussen 16 en 25 jaar aan dat ze in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer waren van huiselijk geweld, blijkt uit de CBS-cijfers. Dat zijn ruim 350.000 jongeren. Het gaat hierbij niet alleen om fysiek geweld, maar ook om andere vormen van geweld zoals dwingende controle. De pleger was vaak een gezinslid.

Verder hebben veel kinderen en jongeren in de periode tussen 2018 en 2022 seksueel geweld ervaren, dat vaak ook binnen de huiselijke kring plaatsvond, zo blijkt uit de 'Monitor Seksueel Geweld tegen Kinderen'. Binnen die periode zijn ongeveer 16.000 meldingen van seksueel geweld tegen kinderen en jongeren binnengekomen bij de politie. Het gaat hierbij om meldingen van incest, verkrachting, aanranding en sexting. Tot en met 2020 was er sprake van een lichte daling in het aantal geregistreerde incidenten, maar de afgelopen twee jaar is er een stijging te zien. Onder meer het aantal meldingen van verkrachting en aanranding is toegenomen. 

De VO-raad vindt deze cijfers zorgelijk. Ze laten zien dat nog altijd veel (te veel) kinderen en jongeren slachtoffer worden van seksueel en huiselijk geweld en dat het seksueel geweld tegen hen lijkt toe te nemen (hierbij ook meenemend dat de afgelopen jaren door de MeToo-beweging meer melding wordt gedaan van seksueel geweld). De kinderen en jongeren die hier het slachtoffer van worden, zitten in veel gevallen nog op school. Signalering door onderwijsprofessionals en het nemen van de juiste acties als er vermoedens zijn dat een leerling het slachtoffer is van seksueel of huiselijk geweld, blijven hiermee belangrijk. Bij dergelijke vermoedens wordt van onderwijsprofessionals verwacht dat ze de stappen van de meldcode ‘Huiselijk geweld en kindermishandeling’ doorlopen. Voor scholen is ondersteuning beschikbaar bij het signaleren van seksueel of huiselijk geweld en het werken met deze meldcode. 

Als leerlingen binnen het eigen huis slachtoffer worden van een geweldsincident, met vermoedelijk vaak een familielid of bekende als dader, zal het voor hen vaak nog lastiger zijn hierover te praten. Dit geeft aan dat het belangrijk is om als school goed duidelijk te (blijven) maken waar leerlingen terecht kunnen, bijvoorbeeld bij hun mentor en/of een vertrouwenspersoon.

Seksuele vorming

Tenslotte blijkt uit de 'Monitor Seksueel Geweld tegen Kinderen' opnieuw het belang van goede relationele en seksuele vorming en voorlichting op scholen, met daarbij onder meer de focus op wat goede seksuele omgangsvormen zijn, hoe je je eigen seksuele grenzen aangeeft en wat je kan doen wanneer iemand deze grenzen overschrijdt.

In de monitor komt ook naar voren dat bijna 40% van de verdachten van het gemelde seksuele geweld tegen kinderen en jongeren zelf jonger dan 21 jaar is. Seksuele vorming, waarbij leerlingen wordt geleerd wat normaal is en wat niet op dit vlak en om elkaars grenzen te herkennen en respecteren, kan een belangrijk rol spelen in de preventie van dit seksuele geweld door jonge daders.  

Voor ondersteuning op dit vlak kunnen scholen terecht bij Gezonde School, op de website Seksuelevorming.nl van Rutgers en SOA Aids Nederland en bij Stichting School & Veiligheid. Recent ontwikkelden School & Veiligheid en Rutgers ook een e-learning 'Gezonde relaties en seksualiteit'.