Nu noodpakket nodig tegen werkdruk en tekorten in funderend onderwijs

04 juli 2019

Om de nijpende tekorten en hoge werkdruk in het funderend onderwijs het hoofd te bieden, is nu een noodpakket nodig van 423,5 miljoen euro. Daarmee kan worden gezorgd voor betere salarissen in het primair onderwijs, verbetering van arbeidsvoorwaarden daar waar het lerarentekort het grootst is in het voortgezet onderwijs, verlaging van de werkdruk en ontwikkeltijd voor leraren. PO-Raad, VO-raad en de vakbonden doen een dringende, gezamenlijke oproep aan het kabinet om de noodzakelijke middelen in de begroting van 2020 vrij te maken.

Het nijpende tekort aan leraren en de hoge werkdruk in het funderend onderwijs zetten grote druk op de inzetbaarheid van leraren en de kwaliteit van het onderwijs. Voor het voortgezet onderwijs is in 2020 een noodpakket nodig van in totaal 182 miljoen euro. Allereerst gaat het om werkdrukverlaging voor leraren. Sociale partners hebben in de huidige cao in de vorm van ontwikkeltijd het uiterste gedaan om de werkdruk te verminderen. Dat hebben we gedaan door zoveel mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden die de Wet onderwijstijd biedt. De VO-raad en de bonden vragen het kabinet nu om ook een stap te zetten door 50 uur ontwikkeltijd op jaarbasis voor leraren vrij te maken (overeenkomstig met een uur per week). Hiervoor is structureel 220 miljoen euro nodig. Omdat deze vrijgemaakte tijd met ingang van het nieuwe schooljaar 2020/2021 pas praktijk kan worden, is voor het komende begrotingsjaar 2020 een bedrag van 92 miljoen euro nodig.

Naast deze 92 miljoen voor het aanpakken van de werkdruk is er voor het VO een specifieke investering van 90 miljoen euro nodig om de kansengelijkheid voor leerlingen in achterstandsgebieden te vergroten. Nog meer dan op andere plekken, is het voor scholen in deze wijken moeilijk om goede leraren aan te trekken en vast te houden. Dat vormt een directe bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs op deze scholen en maakt de kansenongelijkheid voor deze leerlingen groter dan die al is. Er moet extra geïnvesteerd worden om goede leraren op juist deze scholen aan te trekken en behouden. De gevraagde investering van 90 miljoen wordt ingezet voor specifieke op maat gesneden arbeidsvoorwaarden, zoals arbeidsmarkttoeslagen en hogere inschalingen, die het voor leraren aantrekkelijk maken op deze scholen aan de slag te gaan.

Primair Onderwijs

Ook in het primair onderwijs vragen werkdrukvermindering en beloning opnieuw een extra investering. Voor het verder tegengaan van de werkdruk en het behouden van leraren is het cruciaal dat de verhoging van de ‘werkdrukmiddelen’, die voorzien is voor het schooljaar 2023/2024, eerder komt. Voor 2020 vraagt dit om een bedrag van 40 miljoen euro. Voor verdere verhoging van de lonen in het PO is in 2020 185 miljoen euro nodig. Om de uitzonderlijk grote tekorten in het Voortgezet Speciaal Onderwijs aan te pakken is tot slot een investering van 16,5 miljoen euro nodig. Dat geld wordt ingezet om de beloning van leraren in de diplomagerichte stroom te verbeteren.