Onafhankelijke commissie kent investeringsvoorstellen Nationaal Groeifonds beperkt toe

12 april 2021

In de eerste beoordelingsronde heeft de onafhankelijke commissie onder leiding van Jeroen Dijsselbloem 646 miljoen euro aan investeringen toegekend vanuit het Nationaal Groeifonds. Daarvan komt 68 miljoen euro ten goede aan een Nationaal Onderwijslab. Dit bedrag kan oplopen tot 143 miljoen euro. Hiermee wordt slechts een deel van de investeringsvoorstellen voor het onderwijs toegekend.

Het Nationaal Groeifonds heeft als doel het verdienvermogen van Nederland op lange termijn te verbeteren. Voor de lijn Kennisontwikkeling van het Groeifonds heeft het kabinet ca. 6,6 miljard euro vrijgemaakt. Het ministerie van OCW heeft in totaal drie plannen ingediend voor deze lijn. De investering in het Nationaal Onderwijslab betreft slechts een kleine toekenning van één van de drie onderwijsplannen. De VO-raad is teleurgesteld dat slechts één onderdeel uit de voorstellen van OCW is gehonoreerd. Investeringen in het (voortgezet) onderwijs zijn nodig en een randvoorwaarde voor onze samenleving en economie, die gebouwd zijn op goed onderwijs.

Nationaal Onderwijslab

In het Nationaal Onderwijs worden prototypes voor nieuwe educatieve technologieën ontwikkeld en gevalideerd. Succesvolle prototypes worden opgeschaald en beschikbaar gesteld aan marktpartijen.  Het Nationaal Onderwijslab heeft daarmee als doel om een impuls te geven aan innovatie van nieuwe generaties digitale leer- en hulpmiddelen. Hoewel de VO-raad blij is met het feit dat er geïnvesteerd wordt in digitale innovaties in het (voortgezet) onderwijs, denkt de raad dat er aanzienlijk meer nodig is om het onderwijs met digitale innovaties naar een volgend niveau te brengen.

Overige investeringsvoorstellen

Naast een Nationaal Onderwijslab heeft het ministerie van OCW ook voorstellen ingediend voor het aanjagen van digitalisering in de volledige onderwijskolom en voorstellen voor experimenten op het gebied van verschillen tussen scholen, uitstel van selectie, het aanpakken van personeelstekorten en experimenten met kindvoorzieningen. De commissie schrijft in haar rapport dat de ingediende voorstellen onvoldoende zijn onderbouwd en uitgewerkt. Ook zijn veldpartijen zoals scholen, besturen en sectorraden onvoldoende betrokken geweest bij de totstandkoming van plannen, zo vindt de commissie. Voorts schrijft de commissie dat nieuwe voorstellen moeten toezien op het bereiken van een duurzaam effect op randvoorwaarden voor innovatie. Het laatste punt wordt volledig onderschreven door de VO-raad.  

Nieuwe voorstellen

De commissie schrijft in haar rapport dat het de beleidsexperimenten en digitalisering beschouwt als kansrijke investeringsterreinen, maar dat de uitwerking van de plannen onvoldoende is. Daarmee wordt de deur voor verbeterde investeringsvoorstellen open gezet. De commissie adviseert daarbij om ‘kennisinstellingen, bedrijven, universiteiten, medeoverheden en andere partijen de ruimte te geven om hun voorstellen in te brengen en de rol van departementen bij de indiening, waar mogelijk, te beperken tot coördinatie’. In maart 2022 volgt een tweede beoordelingsronde voor nieuwe voorstellen.

De VO-raad maakt graag gebruik van deze open uitnodiging. Onderzocht wordt voor welke doelen investeringsvoorstellen in te dienen. De VO-raad zal hiervoor uiteraard in gesprek gaan met de eigen leden. Voor de verdere uitwerking zal samenwerking worden gezocht met relevante partners en stakeholders.