Scholen nemen langer de tijd om NPO-middelen uit te geven

20 oktober 2022

Scholen in het voortgezet onderwijs hebben in 2021 minder geld uitgegeven dan zij ontvangen hebben. Dat blijkt uit financiële cijfers van DUO. In totaal werd ca. € 542 mln. niet uitgegeven, wat neerkomt op ongeveer 5,4% van de totale baten. Het positieve resultaat over het boekjaar 2021 is geen verrassing. Het is het logische gevolg van de extra middelen die scholen ontvingen, met name voor het Nationaal Programma Onderwijs.

Eerder werd al duidelijk dat een zorgvuldige en doelmatige besteding hiervan meer tijd vraagt. Hoewel het een stevige uitdaging blijft in tijden van personeelstekort is het de verwachting dat scholen de in 2021 niet uitgegeven middelen de komende jaren aan de daarvoor bestemde doelen besteden.

De bekostiging die scholen jaarlijks ontvangen moet maximaal worden ingezet voor het realiseren van goed onderwijs. Dat er meer tijd nodig is om de middelen doelmatig te kunnen besteden heeft te maken met een aantal factoren. In de eerste plaats werd pas heel laat bekend – net voor de zomervakantie – hoe hoog de NPO-bekostiging voor het schooljaar 2021/2022 per school zou uitvallen. Voor het deel dat in 2021 nog zou worden uitgekeerd was dat uiteindelijk € 700,- per leerling. Dit betekende dat scholen pas in de tweede helft van het jaar concrete plannen konden maken voor de besteding van de gelden en de uitvoering daarvan konden starten. Het toegezegde geld werd in november naar de scholen overgemaakt. Bij het maken en uitvoeren van de bestedingsplannen liepen, en lopen, scholen bovendien aan tegen capaciteitsproblemen. Het afgelopen schooljaar was er sprake van hoog ziekteverzuim en gedeeltelijke schoolsluiting wegens corona. Bovendien hebben scholen door het lerarentekort moeite om het juiste personeel aan te trekken voor de besteding van de – incidentele – extra middelen.

Voorspelbaar

Deze factoren maakte dat het voorspelbaar was dat niet alle beschikbare gelden op korte termijn besteed konden worden. Dit heeft tot gevolg dat de reserves van scholen – tijdelijk – groter werden. De VO-raad heeft de schoolbesturen geadviseerd de nog niet bestede middelen te boeken als bestemmingsreserve. Vele besturen hebben dit ook gedaan. Dit betekent dat het geld tijdelijk geparkeerd wordt en enkel voor de door het NPO gedefinieerde doelen kan worden ingezet.

Doelmatig besteden

Het realiseren van de doelstelling van het NPO – het beperken en inlopen van door de coronamaatregelen veroorzaakte achterstanden bij leerlingen – is een complexe opdracht die tijd vraagt. Dat is voor de minister in het voorjaar ook de aanleiding geweest om de bestedingstermijn met twee jaar te verlengen naar vier jaar. Dit geeft scholen de mogelijkheid de middelen doelmatig en verantwoord te besteden. De scholen werken hier hard aan. Het vinden van voldoende en het juiste personeel blijft hierbij een enorme uitdaging. Niet alleen omdat er minder mensen beschikbaar zijn dan nodig, maar ook omdat de NPO-gelden incidenteel zijn. Hiermee kunnen dus geen mensen in vaste dienst worden genomen.

Kamerbrief en sectorrapportage

In november verschijnt naast de brief financiële verantwoording 2021 van het ministerie OCW ook de nieuwe sectorrapportage voor het voortgezet onderwijs. Hierin zullen we nader ingaan op de financiële positie van schoolbesturen. Waar zitten de hoogste reserves? Wat is het effect van de NPO-middelen op de financiële positie? Welke ontwikkelingen hebben de komende jaren invloed op de financiële positie van schoolbesturen?