Slob in debat over toezicht: ‘Zwaar geschut niet lichtvoetig inzetten’

19 juni 2019

Het uitgangspunt van ons stelsel is en blijft autonomie en vertrouwen met een bevoegd gezag dat primair verantwoordelijk is. In 99,9% van de gevallen kunnen we hier mee uit de voeten. Voor die 0,1% waar echt iets aan de hand is, moeten we ons instrumentarium uitbreiden. Dat benadrukte minister Slob in het Algemeen Overleg over het toezicht in het onderwijs op 19 juni jl. Alleen met uitbreiding van onze gereedschapskist kunnen we recht doen aan de vrijheid van onderwijs en kunnen we die vrijheid beschermen, aldus de minister.

Slob erkende dat de voorgestelde maatregelen in zijn Kamerbrief ver gaan, maar benadrukte dat deze slechts in zeer uitzonderlijke situaties en niet lichtvoetig ingezet gaan worden, waarbij recht wordt gedaan aan het beginsel van gelijkheid, zorgvuldigheid, subsidiairiteit (als lichtere maatregelen hetzelfde effect bewerkstelligen, dan deze inzetten en niet direct zwaar geschut) en proportionaliteit. De voorgestelde maatregelen worden voorts op een heldere manier in wetgeving verankerd.

De Tweede Kamer vroeg tijdens het overleg ook aandacht voor de leerlingen van het Calvijn College in Amsterdam. Hierbij was de centrale vraag hoe we dergelijke situaties in het vervolg kunnen voorkomen. Het Calvijn heeft zelf bij de Onderwijsinspectie melding gemaakt van de problemen bij het schoolexamen. Heeft de inspectie wel voldoende zicht op wat er in de scholen gebeurt?

De minister benadrukte dat de prioriteit nu eerst ligt om deze vmbo-leerlingen naar een valide diploma te leiden. Daarna zal hij onder andere met de VO-raad in gesprek gaan over of de manier waarop de sector met de geleerde lessen van VMBO Maastricht en de aanbevelingen van de Commissie Ten Dam aan de slag is, voldoende waarborgen biedt om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen.

Ook het Cornelius Haga Lyceum (CHL) kreeg in het debat volop aandacht. Op 20 juni is er een kort geding dat het CHL heeft aangespannen om openbaarmaking van het rapport van de inspectie te voorkomen. In de media is echter al ‘gelekt’ over de inhoud van het inspectierapport. Slob gaf aan dat hij niet bevoegd is om het rapport eerder openbaar te maken en zich houdt aan de wettelijke termijnen (in de 5e week na vaststelling wordt het rapport openbaar, in het geval van het CHL is dat 27 juni).

Onverwachte inspectiebezoeken

D66 pleitte – met bijval van de VVD – voor meer onverwachte inspectiebezoeken. Nu worden de bezoeken ruim van te voren aangekondigd en door de besturen en scholen zorgvuldig voorbereid. ‘Krijgen we niet een veel beter beeld van de onderwijskwaliteit als we spontaan de scholen instappen’ vroeg Kamerlid Van Meenen zich af. De minister gaf aan dat dit ook nu al tot het handelingsrepertoire van de inspectie behoort, maar steunt de terughoudendheid van de inspectie voor deze aanpak. De VO-raad is het hiermee eens. Een onverwacht inspectiebezoek kan door scholen, leraren en leerlingen als ‘overval’ worden ervaren en voor veel onrust zorgen.

Zelfde set eisen voor publieke en private instellingen 

Verschillende fracties pleitten verder voor het gelijktrekken van de deugdelijkheidseisen voor het publiek en particulier gefinancierd onderwijs. Ook voor het particulier gefinancierd onderwijs gelden de huidige wettelijke kwaliteitseisen en gaan de beoogde maatregelen gelden. Wel is er verschil in deugdelijkheidseisen die samenhangen met de bekostiging. Sommige eisen – zoals die rondom Passend Onderwijs – kunnen echter niet gesteld worden aan particuliere instellingen omdat er geen overheidsfinanciering tegenover staat, aldus de minister.

Binnenkort volgt nog een Voortgezet Algemeen Overleg over het toezicht in het onderwijs. De datum hiervoor is nog niet bekend. Na de zomer volgt een debat over het Calvijn College.