Staatssecretaris Van Ark schetst contouren van vereenvoudiging Wet banenafspraak

21 november 2018

Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) schetst in haar brief aan de Tweede Kamer op 20 november 2018 de contouren van de vereenvoudiging van de Wet banenafspraak. Met die vereenvoudiging moet het voor werkgevers makkelijker worden om mensen met een beperking in dienst te nemen. Deze brief is een nadere uitwerking van een eerdere brief aan de Tweede Kamer op 7 september 2018.

Met de brief voldoet de staatssecretaris aan het verzoek van de Commissie voor SZW van 9 oktober om aan te geven hoe er uitvoering wordt gegeven aan de aangenomen motie van het lid Nijkerken-De Haan over het opheffen van het onderscheid tussen markt en overheid en wat de consequenties daarvan zullen zijn. Van Ark zal het opheffen van het onderscheid tussen overheid en markt in gang zetten. Dit zal een wetswijziging vergen.

Het uitgangspunt voor de vereenvoudiging is dat werkgevers meer mogelijkheden krijgen om banen te realiseren voor de doelgroep en het systeem simpeler wordt. Door het uitvoeren van een aantal acties zal dit mogelijk worden.

Quotumregeling

Overeenkomstig het huidige systeem zal de quotumregeling worden vormgegeven via een quotum en een heffing. De heffing die werkgevers opgelegd kunnen krijgen wanneer de quotumregeling is geactiveerd, moet anders vormgegeven worden.

Concreet stelt de staatssecretaris voor dat in de situatie dat de quotumregeling geactiveerd is, werkgevers een ‘inclusiviteitsopslag’ betalen. Tegelijkertijd wil zij een individuele bonus introduceren voor werkgevers die wel banen realiseren. De inclusiviteitsopslag en bonus worden zo vormgegeven dat werkgevers die het afgesproken aantal banen realiseren (op basis van het quotumpercentage) netto geen heffing betalen.

Werkgevers die méér dan het afgesproken aantal banen realiseren, ontvangen juist meer bonus dan ze aan opslag afdragen en gaan er netto op vooruit. De vereenvoudigde quotumregeling werkt dus als een bonus-malus systeem. In de vereenvoudigde quotumregeling is de inleenadministratie niet meer nodig.

Aandeel overheidswerkgevers

Het aandeel van de overheidswerkgevers blijft echter onveranderd, de 25.000 banen blijven staan. Om te zorgen dat de overheidswerkgevers niet achterover gaan leunen, worden er bestuurlijke afspraken gemaakt met de minister van Buitenlandse Zaken, de staatssecretaris en de publieke werkgevers.  Deze afspraken moeten neerslaan in een concrete werkagenda. Deze bevat de activiteiten om te stimuleren en mogelijk te maken dat de extra banen er komen. Ook moet de werkagenda duidelijk maken hoe overheidswerkgevers verder inzichtelijk maken wat hun inspanningen en resultaten op de banenafspraak zijn.

Inwerkingtreding

Van Ark streeft ernaar de vereenvoudigde quotumheffing per 1 januari 2020 in werking te laten treden. Om voldoende ruimte te creëren voor het operationaliseren van de vereenvoudigde quotumheffing, is zij van plan de quotumheffing voor de markt- en overheidssector op grond van het huidige systeem op te schorten tot het vereenvoudigingsvoorstel wettelijk geregeld is, of uiterlijk tot 1 januari 2022.

Uitwerking breed offensief

Tegelijkertijd met de brief van 20 november 2018 diende de staatssecretaris een andere brief in met de uitwerking van de andere onderwerpen uit het brede offensief. Het is belangrijk deze onderwerpen in samenhang te bezien.

Het gaat om de volgende voorstellen:

1. Eenvoudiger voor werkgevers en werkzoekenden:

  • Vereenvoudiging loonkostensubsidie
  • Ondersteuning op maat, adequate inzet van de jobcoach
  • Wegnemen knelpunten no-riskpolis/ziekmelding
  • Verkenning aanpassing financieringssystematiek loonkostensubsidie gemeenten
  • Benutting van de laagste loonschalen in cao’s
  • Vereenvoudiging banenafspraak en quotum
     

2. Werken aantrekkelijker maken voor mensen met beperkingen:

  • Vrijlating van arbeidsinkomsten bij werken met loonkostensubsidie
  • Belemmeringen wegnemen om vanuit de Wajong te gaan werken
  • Simpel switchen in de participatieketen
     

3. Werkgevers en werkzoekenden moeten elkaar makkelijker kunnen vinden:

  • De matching in de arbeidsmarktregio’s en landelijk structureel versterken
  • Extra impuls Perspectief op werk
  • Extra impuls voor het creëren van baankansen voor jongeren uit het pro/vso-onderwijs
  • Stimuleren beschut werk
     

4. Het bijdragen aan duurzaam werk:

  • Het belang van duurzaam werk
  • Verbetering van de regionale sociale infrastructuur voor kwetsbare groepen binnen de Participatiewet
  • Structureel loonkostenvoordeel (LKV) voor doelgroep banenafspraak