Tijdelijke afname tekorten met grote regionale verschillen
Het personeelstekort in het voortgezet onderwijs blijft de komende jaren een groot probleem, ondanks verbeteringen in de cijfers. In de Kamerbrief over de lerarenstrategie van 18 december 2025 meldt het ministerie dat het lerarentekort daalt, maar benadrukt de tijdelijke aard en de grote regionale verschillen. De daling is mede het gevolg is van de beëindiging van de financiering van het NPO en daling van het aantal leerlingen.

Uit de trendrapportage arbeidsmarkt blijkt dat het tekort aan leraren in het vo 3,5% (2200 fte) bedraagt, waarvan 2,3% ‘verborgen’ is. Dit is op landelijk niveau gezien een significante daling ten opzichte van de meting van vorig jaar. Toen was er een tekort van 5,1% (3800 fte). In het vo blijven de tekorten vooral toenemen bij de tekortvakken, zoals wiskunde, natuurkunde en Nederlands. Ook het schoolleiderstekort is afgenomen. Dit is nu 2,6% (81 fte) en was 3,5% (106 fte). Hoewel leerlingaantallen nu dalen, blijft het leraren- en schoolleiderstekort naar verwachting de komende tien jaar toenemen.
De brief laat zien dat op veel terreinen tegelijk wordt gewerkt aan personeels- en arbeidsmarktvraagstukken en aantrekkelijk werk. De indeling van de brief in aantrekken en opleiden van personeel, behouden en professionaliseren van personeel en continuïteit organiseren is interessant, omdat continuïteit nu echt een onderdeel is van de lerarenstrategie. Dat is positief om ook in de toekomst goed onderwijs te kunnen blijven geven aan alle leerlingen, ondanks aanhoudende tekorten en andere ontwikkelingen.
Waar nodig en relevant komen wij begin 2026 met een inhoudelijke reactie op thema's in deze brief en de bijlagen, zoals regionale samenwerking, strategisch HRM en NAPL.