VO-raad presenteert agenda van en voor de sector op VO-congres

24 november 2022

Op woensdag 23 november vond het VO-congres plaats, dé jaarlijkse ontmoetingsplek voor schoolleiders en bestuurders in het voortgezet onderwijs. Voorzitter Henk Hagoort en vicevoorzitter Ingrid de Bonth presenteerden hier in hun openingsspeech een agenda van en voor de sector. “Deze agenda richt zich op de beloften die we doen aan de leerling, op het zorgen voor genoeg leraren met voldoende tijd en ruimte en op het bouwen aan leiderschap dat vertrouwen verdient en dus ook krijgt. Dat is waar we als sector de komende jaren mee aan de slag gaan.”

“Wanneer je de plannen van al jullie scholen erbij pakt, komen drie ambities in verschillende bewoordingen steeds weer terug: brede vorming, onderwijs op maat en gelijke kansen”, aldus Hagoort en de Bonth in hun speech. “Samengevat zijn dit de kernbeloften die wij als scholen aan leerlingen doen. Dit is waar we als sector samen voor staan en samen voor willen gaan. Met elkaar hebben we de ambitie om deze beloften aan de leerling nog beter waar te maken.”

Om dit ook te kunnen doen, moet er veel meer ruimte en tijd komen voor leraren, zo benadrukten de voorzitter en vicevoorzitter van de VO-raad. En dat betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. “Zonder voldoende leraren dreigen de beloften aan leerlingen loze beloften te worden. Pappen en nathouden werkt niet meer; er zijn echte keuzes nodig. Daarom pleiten wij er samen met de vakbonden voor de wettelijke onderwijstijd te verlagen. Nederlandse leraren geven meer lesuren dan in de meeste andere landen. Minder lesuren betekent meer tijd voor leraren om lessen voor te bereiden. Het geeft tijd om af te wijken van de methode. Voorwaarde is wel dat we dan kritisch kijken naar het curriculum: dat zal kernachtig en helder moeten zijn. Voorwaarde is ook dat leraren tijd krijgen om zich te professionaliseren, bijvoorbeeld in curriculumbekwaamheid.”

Niet op de laatste plaats benadrukte het dagelijks bestuur van de VO-raad het belang om te investeren in het vertrouwen in de sector. ‘Een gebrek aan vertrouwen vertaalt zich in een stapeling van subsidieregelingen, indicatoren, en steeds meer inspectie en dat leidt tot ongelukken zoals de recente loting van de subsidie basisvaardigheden.’. Naast de oproep aan de politiek om vertrouwen te geven aan de professionals in de sector om hun werk te doen, riep het dagelijks bestuur scholen op collectief leiderschap te tonen door als scholen en schoolbesturen meer samen te werken. ‘Of het nu gaat om het lerarentekort, om kansengelijkheid of krimp, oplossingen komen alleen dichterbij als besturen in hun stad of regio solidair zijn en intensief samenwerken. Wij gaan graag binnen de vereniging en ook met de politiek in gesprek over vormen van beleid en bekostiging die concurrentie verminderen. Dat betekent ook dat we op zoek gaan naar manieren van samenwerken in onze regio’s en steden die niet-vrijblijvend zijn. Samenwerking waar we allemaal aan meedoen. Natuurlijk is dat spannend, maar meer samendoen is een betere route dan wat de politiek nu doet, namelijk het passeren van besturen waardoor de concurrentie tussen scholen juist toeneemt.”

Henk Hagoort en Ingrid de Bonth deden een uitgestoken hand naar organisaties binnen en buiten het onderwijs om samen te werken aan de thema’s uit de gepresenteerde agenda. “Het onderwijs is niemands eigendom, het is van ons allemaal en we hebben allemaal een belangrijk stukje in handen. Alleen samen kunnen we de puzzel leggen.”