Alle onderwerpen

Onderwerp

Sociale zekerheid

In geval van ziekte, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en pensioen hebben werkgevers en werknemers in het VO een aantal rechten en plichten. De VO-raad volgt de wet- en regelgeving voor sociale zekerheid en oefent hier invloed op uit.

Wat speelt er?

Pensioen

Schoolbesturen betalen elke maand een flink bedrag aan het pensioenfonds ABP. Iedereen begrijpt dat dit 'voor later' is. Maar niemand weet wanneer ‘later’ precies begint. Daarom is pensioen een onderwerp dat aandacht verdient, ook van werkgevers.

Het is belangrijk dat schoolbesturen voldoende weten van de pensioenregeling voor medewerkers in het primair en/of voortgezet onderwijs. Enerzijds kunnen zij de pensioenregeling inzetten als HR-instrument voor hun medewerkers. De pensioenregeling biedt mogelijkheden om eerder (of later) met pensioen te gaan. Ook heeft een medewerker de mogelijkheid om deeltijd met pensioen te gaan. Anderzijds hebben de sectoren invloed op de inhoud van de regeling, die voortdurend in ontwikkeling is. De PO-Raad en VO-raad werken op dit gebied nauw samen.

Alle werknemers in het primaire en voortgezet onderwijs zijn deelnemers in de pensioenregeling van overheid en onderwijs. In deze pensioenregeling is het ouderdoms-, partner- en arbeidsongeschiktheidspensioen geregeld. De pensioenregeling wordt uitgevoerd door het ABP. Op de website van het ABP staat meer informatie over de inhoud van de pensioenregeling.

Wijzigingen in de pensioenregeling komen tot stand door onderhandeling tussen sociale partners in de zogenaamde pensioenkamer van de Raad voor het Overheidspersoneel. De sociale partners bestaat uit vertegenwoordigers van de werkgevers en werknemers uit de 14 overheids- en onderwijssectoren (rijk, defensie, politie, rechterlijke macht, gemeenten, provincies, waterschappen, primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs, wetenschappelijk onderwijs, academische ziekenhuizen en onderzoekinstellingen).

De PO-Raad en de VO-raad zijn wettelijk aangewezen als vertegenwoordigers voor respectievelijk het primair en voortgezet onderwijs. Deze wettelijk vastlegging is bijzonder omdat bij de marktsectoren de sectoren zelf bepalen met wie over de inhoud van de pensioenregeling onderhandelen. Door deel te nemen aan het bovensectorale overleg over de pensioenafspraken van het overheidspersoneel hebben wij invloed op de onderhandelingen.

Premie

Op basis van de inhoud van de pensioenregeling stelt het ABP de premie voor de pensioenregeling vast. Deze premie bestaat uit een premie voor het ouderdoms- en partnerpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen en VPL.

Het ABP stelt eind november de pensioenpremie voor het volgende jaar vast.

Niet alleen de inhoud van de pensioenregeling speelt een rol bij het vaststellen van de premie. Ook de samenstelling van de deelnemers aan de regeling, levensverwachting en rente. Met name de stijgende levensverwachting en dalende rente hebben er de laatste jaren voor gezorgd dat de premie steeg. Tot slot kan de financiële situatie van het ABP invloed hebben op de hoogte van de premie.

Overlegverbanden

De sociale zekerheid wordt in het voortgezet onderwijs mede bepaald door afspraken in de CAO VO, in hoofdstuk 4 en meer specifiek in bijlagen 10 (Wovo) en 11 (Zavo). Het is daarmee ook onderwerp van overleg met de bonden tijdens de cao-tafel. Om de ontwikkelingen op het gebied van de sociale zekerheid goed te kunnen volgen en daarop te kunnen anticiperen, overlegt de VO-raad regelmatig daarover met organisaties als UWV, WWPlus, Loyalis en het ministerie van OCW.

Werkloosheidsuitkering

Het VO werkt voor het verrekenen van wachtgelduitkeringen met het model ‘normatief verevenen’. Dit houdt in dat 75% van de uitkeringskosten collectief wordt verevend, en 25% voor rekening van het individuele schoolbestuur komt. Om de verevening te regelen houdt DUO geld in op de personele bekostiging op basis van voorlopige ramingen. De verrekening is na de realisatie van de uitkeringen. Dit leidt tot een verhoging of verlaging in de bekostiging. De 75/25-verdeling vormt een balans tussen een aanvaardbaar financieel risico en vormt toch ook een financiële prikkel voor schoolbesturen.

Bovenwettelijke uitkeringen

Schoolbesturen in het voortgezet onderwijs moeten zelf zorgdragen voor de uitvoering van de naast- en bovenwettelijke uitkeringen aan werkloze (ex-)werknemers. Om de lasten die hiermee gepaard gaan zoveel mogelijk te beperken, voert WWPlus namens de gezamenlijke schoolbesturen sinds 1 januari 2011 deze regelingen uit. De VO-raad is hierbij namens de schoolbesturen intermediair. Het betreft de volgende regelingen:

  • Bwoo (Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel)
  • Wovo (Besluit werkloosheidsregelingen onderwijspersoneel) - De regeling houdt in dat personeel in het vo onder bepaalde voorwaarden recht heeft op een aanvullende uitkering.
  • Zavo (Besluit ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregeling). Deze bevat een aantal aanvullende rechten en verplichtingen voor vo-personeel.
     

Meer informatie over (de uitvoering van) bovenstaande bovenwettelijke uitkeringen vindt u op de website WWplus.nl.