Ambitieuze doeners zelfstandiger door vakoverstijgend onderwijs

21 april 2021

‘Vakoverstijgend projectmatig onderwijs voor ambitieuze doeners’: dat is hoe bij de gloednieuwe locatie Neuhuyskade van het Haags Montessori Lyceum (HML) het contextrijk onderwijs is ingericht.

“Om het onderwijs contextrijk te maken, hebben we gekozen voor projectonderwijs,” zegt conrector Boris Hoppzak, “met de combinatie van montessorionderwijs waarbij leren met hoofd, hart en handen belangrijk is. Onze visie is dat wij door contextrijk onderwijs onze leerlingen helpen bij het leren. Niet alleen vanuit een boek, maar ook in de praktijk. Wij laten onze leerlingen onderzoeken wat je kunt met de stof uit het boek. Daardoor gaat het meer leven. Het verschil met andere scholen is dat we expliciet de samenwerking zoeken tussen de vakken en dat we de volgorde van de leerstof aanpassen aan het project. Daarmee krijgen we leerlingen die veel zelfstandiger werken en kunnen omgaan met de dagelijkse dingen die ze later in hun leven ook tegen kunnen komen,” zegt Boris.

De ambitieuze doener

Boris is speciaal gevraagd vanuit de andere school waar hij werkte om contextrijk onderwijs op de nieuwe mavo/havo-locatie van het Haags Montessori Lyceum vorm te geven. Hij maakte samen met een kernteam leraren een profiel van de mavo/havoleerling die volgens hen het beste past bij het contextrijk onderwijs van het HML. Daaruit kwam het profiel van de ambitieuze doener. “De ambitieuze doener is de basis van het onderwijs dat we wilden opzetten. Vervolgens hebben we de leerdoelen van het SLO van de verschillende vakken bekeken. Toen kwamen we erachter dat veel vakken, zeker in de onderbouw, overlap hebben in de kerndoelen. Door deze kerndoelen te verwerken in projecten, creëer je tijd en ruimte om ergens anders aan te werken.” Ieder project heeft een doorlooptijd van tien weken waarin de leerling de theorie in de praktijk ook toepast.

Hoe ziet vakoverstijgend onderwijs eruit?
“We hebben een project gedaan waarbij we moesten kijken hoe tuinkers groeit,” vertelt leerling Coen. “Bij mens en natuur deden we tuinkerszaadjes in twee bakjes met een watje. In het ene bakje deden we veel water en in het andere bakje weinig. Bij wiskunde maakten we een grafiek van hoe de tuinkers groeide. Tijdens het vak kunst werkten we met kippengaas en papier-maché om de plant na te maken. En voor het vak Nederlands hebben we een onderzoeksverslag geschreven over het hele project, waarbij we bijvoorbeeld hebben geleerd wat een hypothese is.”


Nieuwe school, nieuwe opzet

Het voordeel bij het opzetten van deze nieuwe vorm van onderwijs, was dat de afdeling op een nieuwe locatie kon beginnen. Daardoor hadden de leraren ook invloed op hoe de school eruit kwam te zien. Zo heeft de school leerpleinen waar de leerlingen in groepjes kunnen samenwerken, maar ook stilteruimtes, waar ze rustig kunnen werken of zich even kunnen terugtrekken. Boris: “Het docententeam begon klein en was direct vanaf het begin betrokken bij de opzet. We luisterden goed naar wat het team graag wilde zien in de nieuwe locatie.”

Normale stof maar dan anders

Boris: “In het projectonderwijs leren de leerlingen plannen, samenwerken, meer dan sec met de stof bezig zijn. De manier van werken in deze wijze van onderwijs bereidt de leerlingen voor op het vinden van hun weg in de maatschappij die steeds complexer wordt, met steeds meer afleiding. Het sociaal leren, leren kiezen en binnen en buiten leren zijn in het projectmatige onderwijs belangrijke aspecten die terugkomen.” Hoe ervaren de leerlingen dat? Leerling Otto: “Het is leuk en leerzaam om een periode van tien weken met één thema bezig te zijn. Ik vind dat echt heel fijn. Van het project ‘Ik wil groeien’, waarbij we tuinkers hebben onderzocht, heb ik veel geleerd omdat je echt met dat ene thema bezig was in de praktijk.” Leerling Coen: “Ik vind het fijn werken, want ik houd niet van alleen uit boeken leren. Daarom heb ik ook voor het HML gekozen. Toen we met excursie naar Tomatoworld gingen, vond ik het heel bijzonder om te zien hoe de plantjes konden groeien door humus te gebruiken.”

Intrinsieke motivatie stijgt

Wat zijn de opbrengsten van vakoverschrijdend onderwijs? “We zien bijvoorbeeld de intrinsieke motivatie en zelfstandigheid bij leerlingen stijgen. Leraren die op beide locaties lesgeven zien hierin een duidelijk verschil. Bijvoorbeeld bij het vak Frans. Dat wordt bij ons in de onderbouw niet gegeven, maar als de leerlingen willen doorstromen naar de havo, dan kunnen ze dat vak vrijwillig volgen om zich alvast voor te bereiden op 3 havo. Daar kiezen ze zelf voor. De leerlingen zuigen de informatie echt op! Als ik kijk naar Coen en Otto, dan zie ik twee jongens die zichzelf nu hebben ontwikkeld naar twee zelfstandige heren die het gewoon echt goed voor elkaar hebben,” zegt Boris.

Corona en vakoverstijgend onderwijs

Datgene wat het contextrijke onderwijs zo leuk maakt, wordt door corona even on hold gezet, geeft Boris aan. “We hebben als leraren veel overleg met elkaar om de projecten toch door te laten gaan tijdens deze coronaperiode om contextrijk te blijven. Maar bij contextrijk onderwijs hoort dat je de school uit gaat, specialisten de school binnen haalt en dat je samenwerkt, en in groepjes onderzoek doet. We hopen dus dat we de leerlingen snel weer volledig op school mogen ontvangen en kunnen doen wat ons onderwijs leuk en bijzonder maakt.”