Wat is er aan de hand? Kort voor de meivakantie werd bekend dat dit kabinet besloten heeft om 177 miljoen euro te bezuinigen op de meest kwetsbare leerlingen van Nederland. De Onderwijskansenregeling wordt wegbezuinigd. Inmiddels heb ik een behoorlijk aantal schoolleiders en bestuurders gesproken over de impact van deze maatregel. En ik ben alleen maar bozer geworden.
Uit eerste berekeningen blijkt dat deze bezuiniging vooral leerlingen in het vmbo en praktijkonderwijs raakt. Er zijn tal van vmbo-vestigingen die in één klap meer dan 10% van hun structurele bekostiging gaan kwijtraken. Daar is de woede en verontwaardiging enorm. Het betekent dat op die scholen de klassen groter gaan worden omdat er leraren ontslagen moeten worden. Er zal voor deze leerlingen minder ondersteuning zijn omdat extra onderwijsassistenten in de klas ontslagen gaan worden. De huiswerkklassen voor leerlingen met veel leerachterstanden gaan vervallen. Scholen zullen moeten snijden in de extra ondersteuning voor leerlingen die door allerlei persoonlijke problemen onvoldoende tot leren komen. Dat is onvermijdelijk als je 10% van je vaste inkomsten gaat kwijtraken.
Wat mij dus heel erg kwaad maakt: dit raakt vooral leerlingen en scholen waar de zorgen al het grootst zijn. In de Staat van het Onderwijs 2025 concludeert de inspectie over taalvaardigheid dat “deze vooral te laag is in vmbo-b en vmbo-k”. Het advies is om daar extra op in te zetten. En wat doet dit kabinet? Het tegenovergestelde. De meeste vmbo-en praktijkscholen gaan tonnen inleveren. Hoe dan?
Dit kabinet kiest voor het straffen van de meest kwetsbare leerlingen. “Het kan wél” is het motto van het kabinet-Schoof. Wat mij betreft – en velen met mij – kan dit dus écht níet. Het is een schande!