Helpdesk beantwoordt: Hoe wordt de bindingstoelage berekend?

01 februari 2022

De helpdesk van de VO-raad helpt schoolbesturen bij vragen over onderwijs- en werkgeverszaken. Regelmatig geven we op deze site antwoord op een vraag die bij meer scholen speelt. Dit keer antwoord op de vraag hoe de bindingstoelage berekend wordt.

Vraag: 

Hoe wordt de bindingstoelage berekend?

Antwoord:

Een bindingstoelage is een toelage voor werknemers in het voortgezet onderwijs en is bedoeld voor werknemers die in het maximum van hun schaal zitten. Als een werknemer voldoet aan de voorwaarden van artikel 3.5 lid 1 en 2 CAO VO en niet onder de uitzonderingen van lid 2 en 3 valt, dan heeft hij recht op een bindingstoelage. Voor de peildatum, wordt er niet gekeken naar de vraag wanneer de werknemer in dienst is getreden, maar naar de vraag of een werknemer op 1 augustus is ingeschaald in de hoogste trede van de schaal behorend bij de functie die hij bekleedt. Een werknemer die pas op 1 juli (of uiterlijk 1 augustus) in dienst is getreden en aan de voornoemde voorwaarden voldoet, heeft dan ook recht op de bindingstoelage.
 
De eerste keer dat een werknemer op de peildatum (1 augustus) beloond wordt in de hoogste trede van de schaal, heeft hij recht op de volledige bindingstoelage. Dit geldt voor alle functies die in lid 1 genoemd worden. Op dat moment is er nog geen sprake van opbouw. Er is slechts sprake van de opbouwregeling als de functie van de werknemer leerkracht of onderwijskundig team- of afdelingsleiders in schaal 12 is en hij halverwege het jaar uit dienst treedt. Dan krijgt hij bij uitdiensttreding de bindingstoelage naar rato. Voor de werknemer die de bindingstoelage nog niet voor de eerste keer heeft ontvangen geldt de opbouwsystematiek niet.
De bindingstoelage is niet verschuldigd indien de onderwijskundig team- of afdelingsleider reeds een bindingstoelage - in deze of een andere vorm met hetzelfde doel - ontvangt.