Jan Otte naar aanleiding van de sectorrapportage vo 2021: ’Passend onderwijs voor ieder kind met brede zorgscholen’

02 november 2021

Jan Otte is er stellig over: haal de hekken tussen het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het voortgezet onderwijs (vo) weg en alle betrokkenen plukken daar de vruchten van. Meer zelfvertrouwen bij de leerlingen en meer kennis en vaardigheden bij docenten. Ook biedt intensieve samenwerking zonder onnodige belemmering tussen deze twee onderwijssoorten de unieke mogelijkheid om naar de algehele ontwikkeling van het kind te kijken, wat de kwaliteit van het onderwijs alleen maar ten goede komt.

Jan Otte, lid College van Bestuur Jacobus Fruytier Scholengemeenschap

Van jongs af aan al wist Otte dat zijn hart bij het onderwijs lag. “Mijn interesse gaat uit naar het groeien en ontwikkelen van mensen en dan kom je als vanzelf in het onderwijs terecht. Van lesgeven binnen het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs en vervolgens meer richting leidinggeven,” licht de schoolbestuurder toe, die sinds 2011 betrokken is bij Jacobus Fruytier Scholengemeenschap, waar praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo aangeboden worden. Vanuit die interesse heeft Ottena na de pabo de studie pastorale psychologie gevolgd, omdat zinverlening en zingeving zo belangrijk zijn in het leven van kinderen en volwassenen. 

Otte: “Als bestuurder kan ik bovendien naast de groei van leerlingen en collega’s ook de groei van de schoolorganisatie helpen verder te ontwikkelen. ”En dat laatste wordt steeds belangrijker om goed onderwijsaanbod te kunnen blijven garanderen, door regionaal samen te werken (‘de andere schoolbesturen zien ons niet als concurrent vanwege onze reformatorische identiteit’) en landelijk met de zeven andere reformatorische schoolbesturen voor voortgezet onderwijs (de zgn. Bible belt). 

Brede zorgschool

Tot 2025 doet zijn scholengemeenschap samen met de Obadjaschool (vso) in Zwolle mee aan een experiment met als beoogd doel het samengaan van het voortgezet speciaal onderwijs met het voortgezet onderwijs tot brede zorgschool. “Doordat de school bekend staat als brede zorgschool is de vso-afdeling aantrekkelijk voor leerlingen,” ervaart Otte. Leerlingen van het vso krijgen meer zelfvertrouwen omdat ze kunnen meedraaien op het ‘gewone’ vo (een aantal maakt uiteindelijk ook daadwerkelijk die overstap). Daarnaast doen vo-docenten meer vaardigheden en kennis op om goed onderwijs te geven, door middel van de specialistische deskundigheid vanuit het vso zoals op het gebied van orthopedagogiek en (contextuele) psychologie. 

Bovendien werkt het vso met een zgn. kijkwijzer, een soort handleiding waarmee naar de gehele ontwikkeling van het kind - ook persoonlijk, sociaal - wordt gekeken en niet alleen naar de cognitieve resultaten. “Die kijkwijzer gebruiken we nu ook in het regulier vo en op die manier kunnen we meer en beter maatwerk leveren,” stelt Otte. “Mijn oproep aan de politiek is om de overbodige (bestuurlijke) belemmeringen tussen het vso en vo weg te halen: nu stuiten we op de grenzen van twee verschillende wettelijke systemen, verschillende toetsingskaders bij de inspectie, noem maar op. In de praktijk zou dit naar de toekomst een stelselwijziging kunnen betekenen en de politiek (lees ook ‘overheid’) kan hierin faciliteren vanuit experimenten die duidelijk maken wat nodig en mogelijk is.”

Strategisch personeelsbeleid

Een tweede thema waar Otte aandacht voor vraagt is het belang van strategisch personeelsbeleid ofwel strategisch hrm. Shrm is de schakel tussen de ambities van de school en de realisatie daarvan in de praktijk. Dat betekent dat er meer aandacht is voor de professionalisering van de medewerkers om de doelen te kunnen realiseren; ook ontstaat er meer differentiatie in de teams wat betreft werk en deskundigheid. Otte: “De laatste tijd nemen we bijvoorbeeld meer onderwijsassistenten, docentondersteuners en instructeurs aan, niet alleen om de docenten te ontlasten maar ook omdat het onderwijs verandert. De tijd dat een docent verbonden is aan één klas en één lokaal voor de lesduur van vijftig minuten is niet meer de enige vorm om onderwijs te organiseren. Met al die variabelen kan je flexibel omgaan. 

Daarnaast vinden we het erg belangrijk dat ons personeel zich kan blijven ontwikkelen. Zodat bijvoorbeeld een onderwijsassistent kan doorgroeien naar uiteindelijk docent. Daarbij komt dat onze vijver om personeel te werven ook kleiner is: de docenten moeten de reformatorische identiteit  onderschrijven,” licht Otte toe. “Voor de schoolbestuurder is het zaak dat vanuit OCW het belang van strategisch hrm blijvend wordt gezien en erkend, omdat doorgaande ontwikkeling ook voor medewerkers in het onderwijs ontzettend belangrijk is. En Otte zelf? “Op incidenteel verzoek verzorg ik gastlessen: dan heb ik weer direct contact met leerlingen, daar geniet ik enorm van. Maar ik haal nog steeds veel voldoening uit het besturen. En dat vraagt ook dat je voortdurend persoonlijk in ontwikkeling bent.”
 

Video
Bekijk ook de video met Jan Otte: 


Bovenstaand artikel maakt deel uit van een serie van vijf artikelen, waarin schoolbestuurders vertellen - naar aanleiding van de eerste sectorrapportage vo, die op 7 oktober 2021 is gepubliceerd - welke thema’s in hun regio op dit moment aandacht verdienen.