Leerlingacteurs bieden meerwaarde bij scholing van leraren

18 augustus 2020

Leraren van het Rodenborch College oefenen klassensituaties en een-op-een gesprekken met leerlingacteurs. Het werken met acteurs die zelf ook leerling zijn, voelt realiteitsgetrouw en levert waardevolle feedback op.

Jongeren als trainingsacteur

Yvonne Herrings

‘In ons onderwijs besteden wij de nodige aandacht aan gespreksvoering voor leerlingen en leraren. Het werken met leerlingacteurs is daarvan een onderdeel’, vertelt Yvonne Herrings, schoolopleider en coördinator van de leerlingacteurs op het Rodenborch College. ‘Ik maakte er kennis mee toen ik tijdens een congres deelnam aan een workshop “Jongeren als trainingsacteur” en was direct enthousiast. Het is niet alleen voor het opleiden van nieuwe leraren enorm waardevol, maar ook voor collega’s met jarenlange ervaring. In een heel veilige omgeving kun je namelijk ingesleten patronen en onbewust gedrag zichtbaar maken.’

Hoge eisen

Inmiddels leidt Yvonne zelf met een aantal collega’s leerlingen van haar school op tot leerlingacteurs: ‘Wij stellen hoge eisen aan de leerlingacteurs. Zij leren onder andere verschillende feedbacktechnieken en de LSD-methode (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen). Ook verwachten wij van hen dat zij discreet omgaan met wat er gebeurt tijdens de oefeningen. De leerlingacteurs ontvangen een (bescheiden) loon voor hun inzet. Zij zijn dus ook ‘werknemer’ en moeten zich daarom houden aan de regels van de trainingen. Bij iedere training benoemen wij dit even.’ Het idee om een bepaalde casus met leerlingacteurs te oefenen kan van de leraren zelf, van leerlingen of de schoolleiding komen. Yvonne: ‘Leraren mogen zelf aangeven of zij willen oefenen, want het is best spannend voor hen. Alle collega’s in opleiding krijgen minstens één keer de kans om een klassensituatie te oefenen. De een-op-een gesprekken doen wij in ieder geval eens per jaar in alle teams.’

In een heel veilige omgeving kun je ingesleten patronen en onbewust gedrag zichtbaar maken.

Yvonne Herrings schoolopleider

Niveau één t/m tien

Aan een klassensituatie werken zo’n twaalf tot vijftien leerlingacteurs mee. Zij kunnen op een niveau van één tot en met tien spelen. ‘De leraar mag zelf het niveau bepalen. Bij één is de situatie heel rustig, bij tien vliegen de stoelen door de klas’, legt Yvonne uit. ‘Zowel de leerlingacteurs als de leraar krijgen voorafgaand de casus, alleen is die van de leraar minder uitgebreid. Tijdens de oefening kunnen de leerlingacteurs direct feedback geven op basis van wat zij op dat moment ervaren. Daarna spelen zij verder. Er is altijd een trainer bij die erop toeziet dat het feedback geven goed gebeurt en één leerlingacteur maakt aantekeningen.’

Dicht bij de realiteit

Benjamin van Rosmalen, docent Frans, speelde al zo’n vijf keer een klassensituatie met leerlingacteurs en is inmiddels zelf trainer: ‘Op eigen initiatief heb ik de start van een les geoefend, om deze rustig te kunnen beginnen. Ik heb altijd op niveau zeven gespeeld, want dat komt het dichtst bij de realiteit. Sowieso is het oefenen met leerlingacteurs de beste nabootsing van de realiteit. Dat vind ik een grote meerwaarde, evenals het feit dat het heel veilig is. Alles wat er tijdens een oefening gebeurt, blijft binnen de muren van het klaslokaal.’

Het oefenen met leerlingacteurs is de beste nabootsing van de realiteit. Dat vind ik een grote meerwaarde.

Benjamin van Rosmalen docent Frans

Goede tips

De directe feedback die de oefensituatie oplevert, vindt Benjamin geweldig: ‘Tijdens de oefening kunnen de leerlingacteurs je onderbreken en vertellen waar het fout gaat. Daar haal je heel veel uit. Een goede tip was bijvoorbeeld dat ik niet te snel moet willen starten met de les, maar de leerlingen even moet laten begaan. Ook kreeg ik de tip om de groep in plaats van het individu aan te spreken. En ik zet nu mijn non-verbale communicatie bewuster in. Ik ga regelmatig voor de klas staan met een stevige houding, zonder te praten, en dan merken de leerlingen vanzelf dat ik sta te wachten.’

Levensles

Ook de leerlingen hebben profijt van hun training tot leerlingacteur en het spelen van klassensituaties. Benjamin: ‘Zij leren zelf ook van de feedback en worden zich ervan bewust dat voor de klas staan soms best moeilijk kan zijn. Je ziet bij hen een bepaald respect ontstaan voor jou als mens. En bewust of onbewust nemen zij dat mee in de echte lessen.’ Yvonne beaamt dit: ‘Een twaalfjarige leerlingacteur zei eens tegen mij: “Juffrouw, bedankt voor de training, want het is eigenlijk een soort levensles. Boks!”’

Bedenker van het concept
Docent, coach en trainer Karen Oosterink bedacht en ontwikkelde het concept van de leerlingacteurs: ‘Ik werk sinds 27 jaar in het onderwijs. Vroeger werden er altijd volwassen acteurs ingezet voor scholing in gespreksvaardigheden. Ik vond het beter om dit met leerlingen te doen. Zo kwam ik op het idee voor “Jongeren als trainingsacteur” en werkte dit uit tot een (beschermde) methodiek. Inmiddels leid ik leerlingacteurs door het hele land op. Zo kunnen scholen zelf ook aan de slag met een eigen team.’ Karen licht een tipje van de sluier op met een aantal praktische tips:
 
  • Als je je stem verheft om de aandacht te vangen, luister dan eens kritisch naar de toonhoogte ervan. Zit je op dezelfde toon als de leerlingen? Grote kans dat ze je dan gewoon fysiek niet horen! Verlaag je stem eens, vanuit je buik, en gebruik klinkers om een duidelijk hoorbare toon te maken. "Ooooke, wij gaan beginnen', bijvoorbeeld. Hierdoor hoef je minder kracht te zetten, klink je zelfverzekerd en vang je hun aandacht een stuk makkelijker. 
     

  • Beschouw -met een beetje fantasie- je 'aandacht' eens als een soort infrarood scanner. Laat die rode lijn voortdurend door de klas gaan. Zie je alle leerlingen, ook die in de hoeken? Onrust begint bijna altijd klein, dus als je bij de kiemplantjes ervan een blik op leerlingen werpt, is er een grotere kans dat je niet verbaal hoeft te corrigeren. Over het algemeen geldt: hoe meer je non-verbaal kunt regelen, hoe beter. De les kan doorgaan, het corrigeren valt minder op en de sfeer is dus positiever. 
     

  • Haal 'contact' en 'correctie’ eens duidelijk uit elkaar. Als leerlingen de klas binnenkomen en je meteen aan het corrigeren slaat, is het eerste contact eigenlijk al negatief. Kun je een praatje maken, hen welkom heten en erna de andere zaken (tassen van tafel, telefoon weg) regelen?