‘Mijn onderzoek laat zien dat de Fontys-methode goed toepasbaar is in het VO’

18 april 2024

Het Van Maerlantlyceum (VML) startte drie jaar terug met formatief leren. Muziekleraar Anne Swinkels pakte dit groots aan. Sinds maart 2023 ontwerpt zij haar lessen volgens enkele principes van de ‘leeruitkomsten-leren-methode’, waarmee ze als VO-expert bij Fontys Academy of the Arts (FAA) werkt. Het ontwerpen van de lessen maakt onderdeel uit van het onderzoek dat ze sinds 2022 doet. Daarnaast onderzoekt ze in hoeverre VML-leraren inmiddels formatief handelen, en hoe goed de methode die bij FAA wordt gehanteerd toepasbaar is in het vo. Hoe pakt ze haar onderzoek aan?

Formatief leren is de grondslag voor de ‘leeruitkomsten-leren-methode’ die FAA gebruikt, maar de methode behelst meer dan formatief handelen, vertelt Anne. Toen ze in 2023 deze methode bij het VML ging gebruiken, paste ze die enigszins aan. “Bij FAA beoordelen we zonder cijfers, bij het VML met cijfers. Fontys laat studenten werken aan leeruitkomsten, bij het VML geef ik de klas leerdoelen. Daarna bepalen we samen hoe ze die leerdoelen kunnen bereiken. Bij Fontys doen studenten dat zelfstandig en geheel vrij.”

Met dit onderzoek wil ik bewijslast verzamelen om anderen voor de methode te enthousiasmeren en om mezelf zekerder te voelen.

Onderzoekvaardigheid aanscherpen

Anne wil haar VML-collega’s enthousiasmeren voor de FAA-methode. Daarom onderzoekt ze hoe goed die methode toepasbaar is in het VO. “Ik dacht: als ik gewoon met de leeruitkomsten-leren-methode aan de slag ga, gelooft geen enkele collega dat het zo leuk is. Ik wil het niet alleen overdragen op basis van mijn enthousiasme. Ik wil bewijslast verzamelen voor anderen en om mezelf zekerder te voelen.” Ze heeft nog een reden waarom ze onderzoek wil doen. “Bij het VML begeleid ik leerlingen bij hun profielwerkstukken en bij Fontys Academy of the Arts studenten bij hun onderzoeken. Het was lang geleden dat ik zelf onderzoek deed. Ik wilde mijn onderzoekvaardigheid testen en aanscherpen.”

Onderzoeksopzet

Anne startte in september 2022 met literatuuronderzoek. Ze las wetenschappelijke literatuur, opleidingsdocumenten over de FAA-methode, en het VML-Schoolplan. Daarnaast interviewde ze veel VML-leraren en -leerlingen over het VML-Schoolplan en de VML-werkwijze. En ze interviewde FAA-studenten. Verder observeerde ze in het najaar van 2022 ook collega-VML-leraren om te kijken hoe formatief ze hun lessen vormgeven.

Overeenkomsten in de didactische aanpak

Anne wilde onderzoeken welke overeenkomsten er al dan niet waren in de didactische aanpak van Fontys Academy of the Arts en die van het VML. “Wat doen we al hetzelfde en waar zie ik ruimte voor iets anders? Ik zag verschillen. Zo werken bij FAA alle docenten met de ‘leeruitkomsten-leren-methode’. En iedere student kiest - al dan niet bewust - voor een opleiding met deze aanpak. Bij FAA zitten we dicht op ‘wat we zeggen dat we doen, doen we ook.’ Op het VML hebben we een idee, formatief handelen, en ontwikkelen we hier nog op. Sommige leraren zijn er heel ver in, andere helemaal niet. Ik wilde dat verschil laten zien en benoemen, en aansluiting zoeken bij de leraren die potentieel geïnteresseerd zijn in de FAA-methode en dit willen uitproberen.”

Ontwerpend onderzoek

Anne keek in hoeverre VML-leraren formatief handelen toepassen. “Het blijkt dat nog niet iedereen de noodzaak voelt tot formatief handelen.” Vervolgens ging Anne het toepassen van de methode die Fontys Academy of the Arts hanteert uitproberen en onderzoeken bij het VML. Het ontwerpen van de lessen maakte onderdeel uit van haar onderzoek.

Hogere toetsscores

De conclusie van Annes onderzoek is dat de FAA-methode goed toepasbaar is in het vo. “We kunnen in het vo alleen niet toewerken naar beroepsproducten, zoals bij Fontys. Ik laat de leerlingen zoveel mogelijk toewerken naar een eindproduct, soms is dat een toets. En ja, ik kan de cijfers niet afschaffen.” Verder ziet Anne dat de twee klassen waarbij ze drie periodes de FAA-methode heeft uitgeprobeerd, hoger scoren op de toetsen, in vergelijking met klassen in eerdere jaren. “Ik moet wel de kanttekening maken dat het ook toevallig klassen met goed presterende leerlingen kunnen zijn.” Objectief onderzoek doen in het onderwijs is lastig, benadrukt Anne. “Mijn onderzoeksbegeleider zei: ‘Als jij heel enthousiast bent over je idee en je er goed bij voelt, dan krijg je de leerlingen ook mee.’ Dus de vraag is: komt het positieve effect door de methode of door mijn enthousiasme? Daarom vind ik het belangrijk collega-leraren te observeren die met de FAA-methode aan de slag gaan.”

Nieuwe aanpak promoten

Het onderzoek loopt nog door. Anne gebruikt haar onderzoek om haar nieuwe aanpak te promoten. ”Ik nodig leraren uit mij te observeren met een observatielijst. Hierin beschrijf ik mijn didactisch handelen. Ik vraag ze te noteren in hoeverre ze mij dat zien doen en hoe de leerlingen reageren. Onderdeel van mijn onderzoek is het evalueren van hoe mijn nieuwe aanpak ervaren wordt. Het is mooi als de cijfers vooruitgaan, maar ook belangrijk hoe de leerlingen het ervaren.”

Onderzoeksresultaten gedeeld

Anne deelde het literatuuronderzoek en de interviews met alle leraren en leerlingen. En ze maakte een onderwijsontwerp. “Hierin beschrijf ik hoe je met de FAA-methode een periode inricht en de opdrachten vormgeeft. Het beschrijft ook het pedagogisch handelen dat daarbij hoort. Dat wil ik verder uitwerken. Het is voor collega’s nog niet helemaal duidelijk, dus ik ga meer voorbeelden geven. Een aantal VML-leraren geeft nu les met de nieuwe aanpak. Ik ga hen en hun leerlingen weer interviewen en observeren.” 

Idealiter bepalen leerlingen zelf mede wat en hoe ze willen leren, want dat verhoogt de intrinsieke motivatie. Dat blijkt ook uit Annes onderzoek.

Onderzoekagenda

Alexia Dirksen, directeur van het VML, steunt Annes onderzoek van harte. “Ik vind het superbelangrijk dat onderzocht wordt of hoe we lesgeven ook werkt. We hebben een onderzoekcoördinator en -agenda binnen onze school. Bovendien raakt Annes aanpak aan andere onderwerpen die ik belangrijk vind, zoals leerling- en docenteigenaarschap. Idealiter bepalen leerlingen zelf mede wat en hoe ze willen leren, want dat verhoogt de intrinsieke motivatie. Dat blijkt ook uit Annes onderzoek.”

Vrijstelling

Alexia: “Anne is een dagdeel vrijgesteld van onderwijs om aan haar onderzoek te werken. En ze krijgt begeleiding vanuit de Academische Opleidingsschool (AOS) Zuidoost-Brabant waarvan het VML lid is. We delen het onderzoek binnen de AOS, zodat scholen van elkaar kunnen leren.”

 

Tips?

Alexia:
1. Faciliteer onderzoek: geef leraren die onderzoek willen doen tijd en aandacht.
2. Schep een klimaat waarin je het belang van onderzoek duidelijk maakt.

Anne:
1. Laat leraren onderzoek doen zodat ze blijven leren. Zo blijven ze fris en zijn ze een voorbeeld voor leerlingen. De leerlingen lezen mijn onderzoek en stellen er vragen over! De vrijstelling geeft mij tijd om te reflecteren en nieuwe dingen uit te proberen.