Professionele leergemeenschap op het Metis Montessori Lyceum

24 april 2018

Het Metis Montessori Lyceum in Amsterdam nam deel aan het driejarige project 'Professionele leergemeenschappen’ (2014-2017) van de VO-raad en Onderwijscoöperatie. In onderstaand portret vertelt de school over hun aanpak en wat het heeft opgeleverd.
Context
Het Metis Montessori Lyceum (MML) is een jonge, ambitieuze school in Amsterdam-Oost en onderdeel van de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA). Op deze school werken docenten die meer willen dan alleen hun kennis overdragen; ze willen hun enthousiasme op de leerling overdragen. Het Metis Montessori Lyceum richt zich op excellentie, wereldburgerschap en innovatief leren van de leerlingen. Met de hierboven beschreven intentie begint het MML het ontwikkelingsproces van professionele leergemeenschap.

 

Professionele cultuur en structuur

Het Metis werkt al geruime tijd aan een professionele cultuur. Een van de initiatieven daarvoor is de oprichting van de Metis Academie, waarin docenten voor andere docenten workshops verzorgen. Er ontstaat een transfer van leren van de Metis Academie naar de MSA. Inmiddels wordt binnen de MSA in januari 2018 voor de vierde keer een MSA-academie georganiseerd die gericht is op leren van elkaar.

Binnen het PLG-project wil het managementteam ruimte bieden aan docenten. Het MT vraagt hen om onderwijskundige ontwikkelingen te initiëren. Door deze beweging in te zetten, worden docenten gestimuleerd om een positieve bijdrage te leveren aan de schoolorganisatie. Het MML biedt deze docenten waar nodig de mogelijkheid om hun competenties verder te ontwikkelen.

Het managementteam, de rector, drie deelschoolleiders en een beleidsadviseur onderwijskwaliteit, zien voor zichzelf de rol om de energie van de docenten te richten naar de doelen/visie van de organisatie. In dat kader wordt een koppeling gemaakt tussen de (onderwijskundige) ontwikkelingen van de docenten en de HR-cyclus. Eén keer per jaar zijn er promotiegesprekken met docenten en er is een plan om een kweekvijver voor docenten te starten die willen doorgroeien naar een leidinggevende positie.

In de structuur is het leren van en met elkaar geborgd in het rooster: maandag van 15.00 uur tot 17.30 uur. Op dinsdagmiddag is er teamoverleg, één keer in de drie weken. De rest zijn werkmiddagen (bijv. toetsen bekijken, samen toetsen ontwikkelen). In de onderbouw geven docenten invulling aan de dinsdagmiddag door collegiale consultatie te organiseren.

De professionele leergemeenschap op het MML

Het MML ziet dat de docenten de spil van de professionele leergemeenschap en het vliegwiel voor innovatie zijn. In begin van het project zoekt het MML naar de betekenis van een professionele leergemeenschap. Het project start met een definitie van zelfverantwoordelijke organisatie en komt tot de conclusie dat een PLG voor hen een lerende organisatie betekent. De leergemeenschap heeft als functie om samen te werken, samen te leren en resultaten te boeken. Door de introductie van PLG’s ontstaan er kleine en grote netwerken in de school.

Gedeeld leiderschap

De leidinggevenden van het MML hebben bewust gekozen voor gedeeld leiderschap. Daarvoor hebben zij een opleiding coachend leidinggeven gevolgd. Concreet betekent dit dat hun rol in de praktijk verandert: meer ruimte bieden aan docenten, faciliteren en ontwikkeling stimuleren. In gesprekken met docenten richten de leidinggevenden zich op het zien en erkennen van talenten en kwaliteiten en het verbinden ervan met de doelen van de organisatie.

Eén keer per kwartaal bezoekt een leidinggevende een deelschool en gaat in gesprek met leerlingen, docenten en de deelschoolleider.

De toekomst op het MML

Het motto van het MML is ‘binnen-en buiten leren’. Op het MML wordt dat meer zichtbaar in de lessen en intensiever in het primaire proces verweven. Op onderwijskundig gebied is een aantal klassen aan de slag met computational thinking (waaronder de Coderclass). Daarnaast is er meer aandacht voor hoogbegaafde onderpresteerders.

Het Technasium heeft een prominentere plek in de school, waarbij de vraag is: hoe integreert het MML deze onderwijskundige thema’s in het dagelijks curriculum voor alle vakken? Om dat voor elkaar te krijgen is een proces nodig waarbij langzaam maar zeker andere vakken en docenten gestimuleerd worden om de werkwijze van de Coderclass en het Technasium toe te passen in hun eigen lessen.

Dit portret is onderdeel van een serie ter afsluiting van het project ‘Professionele leergemeenschappen’ van de VO-raad en Onderwijscoöperatie.