Tijd en betrokkenheid vanuit het MT als succesfactoren voor transitie

28 maart 2024

In schooljaar 24/25 starten de klassen uit leerjaar 1 van het St. Ignatiusgymnasium met formatief werken. Hier gaan twee voorbereidingsjaren en een gedegen plan aan vooraf. Schoolleider Bert Schuller en leraar Andreas Schreuder vertellen over hun aanpak in de werkgroep en waarom ze gebaat zijn met een lange voorbereiding.

Het St. Ignatiusgymnasium is een kleinschalig gymnasium in Amsterdam-Zuid met ongeveer 800 leerlingen en 75 medewerkers. Sinds een jaar of vijf leeft het idee om formatief te gaan werken. Twee jaar geleden besloot het MT die vertaalslag te maken met een schoolbrede ontwikkeling. Ze verzamelden input om een vertrekpunt te bepalen. Bert: “Door het spel ‘We own the school’ te spelen kwam naar voren dat de meerderheid van het team een incrementele school wilde worden.” Dat is een school waarbij de verdeling van rollen en taken is gericht op het vergroten van het eigenaarschap van leerlingen. “Waar leerlingen leren meer zelfstandigheid te nemen”, aldus Bert. Met formatief handelen hebben ze er een vorm voor gevonden.

Ondersteuning vanuit het MT

De vertaling van de incrementele school werd opgenomen in het schoolplan (zie kader). Met het schoolplan in de hand nam het St. Ignatiusgymnasium deel aan het schoolontwikkelingstraject van Voortgezet Leren. Bert: “De ‘vreemde ogen’ hielpen ons aan de gang.” “En omdat je mensen van andere scholen spreekt, kun je ervaringen delen. Je staat er niet alleen voor, dat helpt”, vult Andreas aan. Bert richtte een werkgroep ‘formatief handelen’ in. De leden kregen 80 uur per persoon om het proces in werking te stellen. Zelf neemt hij hier ook aan deel. “Ik vind het heel belangrijk dat je als MT-lid laat zien dat je zo’n proces ondersteunt.” Wat Andreas betreft was Berts deelname aan de werkgroep zelfs cruciaal: “Als je zomaar wat gaat bedenken met z’n allen, blijft het diffuus. Bert noteerde elk knelpunt waar we tijdens een vergadering tegenaan liepen en besprak het met het MT.”

Uit het schoolplan 22-26

De komende jaren willen we verder werken aan een aantal ontwikkelingen die in gang zijn gezet of die versterking nodig hebben. Jaarlijks worden de thema’s verder uitgewerkt in jaarplannen. Hieronder valt formatief werken als basis voor de les. Hierbij willen we leerlingen opleiden van lerend naar zelfstandig lerend tot zelfverantwoordelijk lerend. Het stimuleren van eigenaarschap is daar onlosmakelijk mee verbonden.

We hebben tijd genomen om met leraren in gesprek te gaan

Invoeringsplan

De werkgroep zette eerst in op het maken van een invoeringsplan met als doel dat de leraren die het formatief handelen gaan uitvoeren, zich competent voelen en er overeenstemming is over de manier waarop ze dat gaan doen. De rol van Bert lag vooral in de uitwerking van het invoeringsplan op papier. Bert: “Ik wilde dat we besluiten namen vanuit de beleidskant over hoe formatief werken er bij ons op school uit zou gaan zien.” De grote lijnen zijn nu duidelijk voor het MT en de werkgroep. Gedurende de voorbereiding van het plan werden twee wijzigingen doorgevoerd: invoering vanaf leerjaar 1 in plaats van meteen in de volledige onderbouw en een extra voorbereidingsjaar. Bert: “Ik had eerst het idee om formatief handelen in de volledige onderbouw in te voeren. Gedurende het proces in de werkgroep werd duidelijk dat we dat niet moesten doen.” Leraren vreesden namelijk een te grote werkdruk en twijfelden over een goede borging. Daarom besloten ze in de werkgroep kleine stapjes te nemen om de kennis intern over formatief handelen te vergroten en in eerste instantie alleen te starten in leerjaar 1. De school neemt zes jaar de tijd om uiteindelijk de gehele school formatief in te richten.

In gesprek met het team

Door het extra voorbereidingsjaar kon er meer tijd worden besteed aan het meenemen van het team in het proces. Zo was er nu meer tijd voor studiemomenten voor de leraren. Sommige leraren twijfelden of formatief handelen wel de juiste weg was. Een paar leraren vroegen zich af of ze hun werkwijze helemaal om moesten gooien. Anderen zagen op tegen veranderingen of hadden vragen over de manier waarop. Bert: “Het is een verdienste van Andreas dat we collega’s de ruimte hebben gegeven hun twijfels uit te spreken. We hebben tijd genomen om met leraren in gesprek te gaan.” Tijdens een studiedag gingen secties met elkaar en met de didactiek van formatief handelen aan de slag. Aan het eind van de dag spraken leraren uit dat ze er heel enthousiast over werden, juist omdat ze hun twijfels en vragen konden uiten en er een luisterend oor was. Dit heeft ertoe geleid dat ze verder zijn gaan ontwikkelen en niet in de weerstand zijn geraakt.” Andreas: “Het werkt verfrissend om er over na te mogen en kunnen blijven denken wat formatief werken precies betekent in de dagelijkse praktijk.”

We hebben vertrouwen en een luisterend oor vanuit het MT nodig

Overbrengen van de inhoud

In schooljaar 23/24 houdt de werkgroep zich vooral bezig met het overbrengen van de inhoud van formatief handelen aan de leraren, op basis van de theorie van Dylan Wiliam. Andreas heeft een leidende rol in het laten overbrengen van de inhoud. Bert: “Die theorie wordt door de werkgroepleden voorbereid en eens per maand in drie tweetallen besproken per cluster.” Andreas: “Aan de hand van een van de vijf strategieën uit het boek (zie onderstaand schema van Dylan Wiliam) vragen werkgroepleden aan de leraren of ze al handelen op die wijze of dat ze er iets in herkennen. Vervolgens proberen ze de bewuste strategie van formatief handelen uit in hun klas. De bijeenkomst erna vertellen ze hoe het werkte in de praktijk. Zo kunnen de leraren oefenen met wat hen en de leerlingen aanspreekt en komen er bovendien allerlei vormen en ideeën op tafel.” 

We moeten voldoende tijd blijven reserveren om de invoering te bespreken

Hoe wordt het een succes? 

Bert denkt nog een jaar of zes nodig te hebben voordat de hele school formatief werkt. Er liggen open eindjes die het MT moet oplossen zoals een aangepaste bevorderingsregeling en de inrichting van systemen. Bert: “We moeten voldoende tijd blijven reserveren om de invoering te bespreken.” Onder meer hiervoor staan er een maandelijkse sectiemiddag, twee studiedagen en enkele herhalingsdagen op de jaarplanning. “We hebben vertrouwen en een luisterend oor vanuit het MT nodig. Ouders zullen volgend jaar ook met vragen komen”, vult Andreas aan. “Het is niet ineens klaar in september wanneer we met leerjaar 1 starten. Maar we zijn ervan overtuigd dat we op deze manier leerlingen gemotiveerd bij de school en hun ontwikkeling kunnen betrekken. Als we dat doen vanaf leerjaar 1, zal dat effect hebben in de rest van de school”, besluit Bert.