Weeklog Paul Rosenmöller: Tijd om over je vak te praten
De week van 13 t/m 19 februari 2017
Ik vroeg de drie rokende leraren wat ze van de studiedag vonden. In koor zeiden ze: eindelijk eens tijd om over het vak te praten. Het was lunchpauze tijdens de groots opgezette studiedag van CVO ZW Fryslân, waar de ruim 400 personeelsleden zich hadden verzameld voor allerlei workshops, voorafgegaan door een plenaire opening waar ik een rol mocht spelen. En dat is waar het volgens veel docenten aan ontbreekt: tijd. Naast dat het rijk gevulde programma voor velen inspirerend zal zijn geweest, was deze studiedag alleen daarom al een uitstekend initiatief. Ik zie steeds vaker dat scholen investeren in bijeenkomsten waar leraren en anderen elkaar uitgebreid over het vak en de ontwikkelingen in het onderwijs kunnen spreken. De behoefte is enorm, de tijd is beperkt.
Die behoefte aan tijd voor contacten met collega's blijft niet beperkt tot onze eigen sector. Samen met de Stichting Platforms Vmbo (SPV), de MBO Raad en het ministerie organiseerden wij een aantal regionale bijeenkomsten om tot een betere overgang vmbo-mbo te komen. Ook op de laatste van de vier bijeenkomsten, in Wageningen, bleek dat er een grote behoefte is om in elkaars keuken te kijken, de verbinding te versterken en zo tot een echt doorlopende leerlijn te komen. Eerder in de week hoorde ik op de grote vmbo-conferentie in Den Bosch dezelfde wens. Naast de vernieuwing van het curriculum en het leveren van maatwerk kwam ook hier de aansluiting met het mbo aan de orde. Steeds sterker proef ik een bereidheid om institutionele belangen ondergeschikt te maken aan het belang van de leerling. Het zou mooi zijn als mbo-leraren deels op het vmbo les kunnen geven (en andersom) om tot een gezamenlijke leerlijn te komen die, onder verantwoordelijkheid van het mbo, leidt tot een startkwalificatie. Ook dat vraagt tijd van diezelfde leraren.
Het onderstreept nog eens het belang van ons voorstel om tot iets minder lestijd en meer ontwikkeltijd voor lerarenteams te komen. Een voorstel dat we nu bijna een jaar geleden deden en waarvan ik tenminste wekelijks op de scholen de noodzaak terugzie.
Uit de doorrekening van de verkiezingsprogramma's bleek dat er door nogal wat partijen (fors) wordt geïnvesteerd in het onderwijs. Ons pleidooi voor meer ontwikkeltijd is in diverse programma’s terug te vinden. Maar het wordt pas echt iets als dit ook het regeerakkoord haalt. Daar zal nog een stevige lobby voor nodig zijn. Voor die lobby haal ik uit de gesprekken op de scholen meer dan voldoende motivatie en argumentatie. Mijn inschatting is dat die tijd er op een of andere manier gaat komen!
