Adviesorganen anticiperen met scenario’s op coronamaatregelen

07 september 2022

Onder coördinatie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid hebben veertien adviesorganen aan de hand van een vijftal scenario’s de impact van corona op terreinen als zorg, cultuur sport, economie en wetgeving beschreven. Pijlers waarop deze scenario’s zijn gebouwd zijn immuniteit, vaccins, mutatie en menselijk gedrag. Waar zouden knelpunten kunnen ontstaan en wat is nodig om deze knelpunten te voorkomen of te verminderen? De Onderwijsraad heeft zich daarbij gebogen over de implicaties voor het onderwijs en de aansluiting op de arbeidsmarkt.

Hoewel de coronapandemie nu in een rustiger vaarwater is beland moeten we rekening houden met nieuwe virusuitbraken met wederom grote gevolgen voor de samenleving en het onderwijs. Welke keuzes zijn nodig om goed voorbereid een onzekere toekomst in te gaan? De handreiking ‘Coronascenario’s doordacht’ kan helpen bij het maken van dergelijke – noodzakelijke - beleidskeuzes.

Deze handreiking voor noodzakelijke keuzes is vooral bedoeld om stil te staan bij denkbeeldige situaties zodat men beter voorbereid is op dat wat komen gaat. Welk antwoorden kunnen we nu al doordenken als we opnieuw voor nieuwe uitdagingen en pijnlijke dilemma’s worden gesteld en waar op korte termijn een besluit over genomen moet worden? De handreiking is vooral bedoeld voor kabinet, politiek en sectorvertegenwoordigers.  

Scenario’s vergeleken

In het sectorplan covid-19 voor het funderend onderwijs is eveneens gekozen voor scenario’s met daarbij in intensiteit toenemende interventies en maatregelen. Van scholen en schoolbesturen wordt verwacht dat zij een vertaalslag van het sectorplan covid-19 maken tot een draaiboek voor hun eigen context en locatie(s). Dit draaiboek dient uiterlijk 1 oktober 2022 te worden voorgelegd aan de medezeggenschap. De VO-raad heeft een voorbeeld van een draaiboek gemaakt dat scholen hierbij kunnen gebruiken. Juist in momenten van relatieve rust is het belangrijk dat te doen; in echte crisissituaties staat besluitvorming onder hoge druk en dan is er minder tijd om alles goed te doordenken.

Het Sectorplan gaat daarbij uit van 4 scenario’s met een kleurenindicatie. Het rapport dat onder coördinatie van de WRR tot stand is gekomen gaat uit van 5 scenario’s. De scenario’s I (verkoudheid) en II (Griep+) zijn vergelijkbaar met de scenario’s donkergroen en groen uit het sectorplan. De scenario’s IV (‘continue strijd’) en V (‘worst case’) lijken sterk op de scenario’s oranje en rood. Scenario III (externe dreiging) is niet als zodanig terug te vinden in het sectorplan voor het funderend onderwijs. Dat scenario gaat uit van dreiging van buiten onze landsgrenzen en is er vooral op gericht om het virus buiten de EU en Nederland te houden.

Lessen uit de coronapandemie

Ook in het meest ongunstige scenario blijven alle inspanningen erop gericht om fysiek onderwijs te blijven geven. Dat is een van de belangrijkste lessen uit de coronapandemie. “Stoppen met onderwijs is geen optie. Juist omdat in een samenleving waarin elk perspectief lijkt te ontbreken, het onderwijs de hoop en het vertrouwen inde toekomst symboliseert”, aldus de opstellers van het rapport. Om dat op een veilige manier te kunnen dienen onderwijsgevenden als cruciale beroepsgroep aangemerkt te worden.  De VO-raad heeft zich samen met sectororganisaties en bonden hier hard voor gemaakt, om zo ook voorrang bij testen en vaccinatie te bewerkstelligen.

Wendbaarheid vraagt om buffercapaciteit

In de handreiking worden ook enkele belangrijke – overkoepelende – lessen getrokken. Naast een goede doordenking van maatregelen en besluitvorming gaat het daarbij o.a. om proactieve communicatie, een robuuste digitale infrastructuur en digitale vaardigheden. Ook benadrukken de opstellers het belang van wet- en regelgeving als een vorm van gereedschapskist met zoveel mogelijk instrumenten waaraan in verschillende scenario’s behoefte aan is.

De handreiking bevat ook een aantal aandachtspunten voor toekomstbestendig coronabeleid. Een belangrijk aspect is het vergroten van de wendbaarheid en het aanpassingsvermogen van het onderwijs. Dit vraagt om een ‘buffercapaciteit’, bijvoorbeeld in gebouwen en devices.  Het sectorplan funderend onderwijs bevat al een globale wendbaarheidsagenda voor de langere termijn, met aandacht voor toetsing en examinering en overgangen in het stelsel. De VO-raad vindt het belangrijk dat OCW snel het initiatief neemt voor een gezamenlijke uitwerking van deze agenda.