In de Volkskrant: VO-raad plaatst kanttekening bij bericht ‘minder geld naar lerarensalarissen’

22 september 2019

Scholen zijn sinds de invoering van de lumpsum relatief minder geld aan lerarensalarissen gaan besteden, zo berichtte de Volkskrant op 21 september jl. De krant baseert zich hierbij op eigen onderzoek, waarbij wel wordt aangegeven dat betrouwbare data (van voor 2009) lastig te achterhalen zijn. Toch klopt de conclusie waarschijnlijk wel, aldus de VO-raad in een reactie. De vraag is echter wat deze cijfermatige trend precies zegt. In dezelfde periode heeft er op scholen een verdergaande professionalisering plaatsgevonden, waardoor er relatief meer geld gaat naar ondersteunende medewerkers die taken van leraren hebben overgenomen. Daarnaast hebben scholen te maken gekregen met stijgende kosten voor bijvoorbeeld energie, btw en investeringen in digitale leermiddelen.

De Volkskrant beoogde met haar onderzoek voor het eerst een duidelijk, betrouwbaar beeld te geven van hoeveel scholen door de jaren heen hebben uitgegeven aan lerarensalarissen. Uiteindelijk concludeert de krant op basis van de beschikbare data en berekeningen dat het aandeel van het onderwijsbudget dat scholen besteden aan lerarensalarissen, is gedaald van 65% in 1998 naar 57% in 2016.

Critici gebruiken deze cijfers als bewijs voor hun verhaal dat scholen het geld uit de lumpsum steeds meer besteden aan - minder belangrijke - zaken buiten het klaslokaal, terwijl de lerarensalarissen achterblijven, het lerarentekort toeneemt en de onderwijskwaliteit afneemt. De VO-raad plaatst hier echter een kanttekening bij. “Taken die eerder door leraren erbij werden gedaan, zijn overgenomen door anderen. Denk aan roostermakers, ict’ers, decanen, examensecretarissen en zorgcoördinatoren. Leraren kunnen zich daardoor meer concentreren op hun kerntaak: lesgeven. Deze cijfers zijn dus niet zonder meer zorgelijk”, aldus de raad in de Volkskrant. Dit beeld wordt bevestigd door het onderzoek van de Volkskrant, waaruit blijkt dat het deel van het budget dat aan niet-onderwijzend personeel wordt uitgegeven, is gestegen van 17% naar 22%.

Daarnaast wijst de VO-raad erop dat er door de jaren heen verschuivingen zijn geweest in de lasten van scholen, waardoor scholen gedwongen zijn meer te besteden aan zaken buiten de klas. “Zo zijn de kosten voor groot onderhoud van de schoolgebouwen verschoven van de gemeente naar de scholen. En de energiekosten zijn sterk gestegen, evenals de btw.”

Lees de berichtgeving van de Volkskrant:

Het ministerie van OCW is inmiddels een onderzoek begonnen naar de doelmatigheid en toereikendheid van de bekostiging in het onderwijs. Dit is begin volgend jaar klaar.