Structurele investeringen in onderwijshuisvesting blijven uit

02 december 2022

Minister Dennis Wiersma zet in zijn aanpak voor onderwijshuisvesting vooral in op het corrigeren van de organisatie van de huisvestingsopgave. De benodigde structurele investering van 730 miljoen euro wordt niet vrijgemaakt, zo bleek tijdens het Tweede Kamerdebat over onderwijshuisvesting op 1 december 2022.

De Tweede Kamerleden en de minister erkenden dat er werk moet worden gemaakt van goede schoolgebouwen: de nood is hoog en de opgave complex. Zowel de minister als verschillende coalitiepartijen richtten zich in het debat echter vooral op kleinere en eenmalige regelingen om de financiële gaten te dichten en op wijzigingen in het systeem. En dat terwijl het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Huisvesting (IBO) in 2021 duidelijk heeft aangegeven dat een extra structurele investering 730 miljoen euro voorwaardelijk is om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen. De minister erkent dat de investering noodzakelijk is: hij beaamde het vorige week nog in reactie op schriftelijke vragen van DENK over de OCW-begroting van komend jaar. Nu mijdt hij het gegeven en zaait de minister liever twijfel over de partijen die door de keuzes van dit kabinet met een probleem zitten.

Programmatische aanpak

De minister wil vooral aan de slag met het verbeteren van het systeem en organisatie rond onderwijshuisvesting. Verschillende rollen voor verschillende ministeries, schoolbesturen en gemeenten maken het soms moeilijk om snel en gedegen aan de slag te gaan. Wiersma gaat daarom met betrokken partijen kijken wat er kan gebeuren om de systematiek makkelijker in te richten met een programmatische aanpak, en verwerkt dat in een nieuw wetsvoorstel dat in 2023 voorgelegd wordt ter consultatie via internet. Een programmatische aanpak is ook onderdeel van het eerder verzonden manifest voor verbetering van de onderwijshuisvesting. Deze aanpak moet dan niet gefinancierd worden door leningen zoals de minister nu voorstaat.

Geld lenen bij een fonds

De mogelijke financiële oplossing is een zogenoemd revolverend fonds dat maatschappelijke doelen financiert met een lening. De Tweede Kamer nam daar eerder deze week een motie van D66 en VVD over aan. Alleen: partijen die zo’n fonds beheren eisen wel rendement. Oppositiepartijen SP en PvdA zetten dan ook vraagtekens bij dit initiatief: levert dit juist niet meer schulden op voor scholen? En hoe voorkomen we dat we met onderwijsgeld woekerwinsten betalen? De kanttekening van SP-Kamerlid Peter Kwint – je hevelt de verantwoordelijkheid voor huisvesting over naar gemeentes en scholen, indexeert dat budget 20 jaar niet en als er vervolgens problemen zijn zegt het kabinet ‘leen het er maar bij’ – werd door geen van de motie-indieners gepareerd met een beter antwoord dan ‘het is beter dan niets’.

De VO-raad en PO-Raad zijn huiverig voor het inzetten van soortgelijke fondsen: de problemen met onderwijshuisvesting worden niet opgelost door gemeenten en schoolbesturen op te zadelen met meer schulden. Deze leningen kunnen zij alleen terugbetalen als het Rijk voor de bijbehorende bekostiging zorgt. Daarnaast kost geld lenen van private partijen zo goed als zeker méér geld, omdat investeerders rendement moeten maken.