Tweede kamer steunt aanpak minister verbetering onderwijskwaliteit

15 december 2022

De Tweede Kamer steunt de noodzaak voor verbetering en de gekozen aanpak van minister Wiersma van extern toezicht in het onderwijs. Dat bleek op 14 december tijdens het debat hierover. Wel leggen leden van de Kamercommissie onderwijs enkele accenten.

De VO-raad stuurde in aanloop naar het debat een brief naar de vaste Kamercommissie met een aantal aandachtspunten, zoals de noodzaak voor een heldere definitie van onderwijskwaliteit en het gevaar van verzwaren van de administratieve last voor scholen.

Voorkomen ongewenste toetsdruk en duidelijke kwaliteitseisen

Het belang van focus op basisvaardigheden wordt breed gedeeld, hoewel dit volgens Kamerleden niet moet leiden tot extra regeldruk voor scholen. Daarbij is in het bijzonder aandacht gevraagd voor het voorkomen van overbodige toetsing voor leerlingen; dit zou een ongewenst effect hebben op prestatiedruk en het mentale welzijn van leerlingen. Daarover gaat OCW in gesprek met de VO-raad, PO-Raad en het LAKS.

In het debat werd erkend dat scholen ook door de politiek worden overvraagd, omdat de school wordt gezien als dé plek waar alle kinderen en jongeren bereikt kunnen worden. De minister wil mede daarom duidelijkheid bieden in de eisen die worden gesteld aan het onderwijs. Dit vraagt om focus. Bij de ontwikkeling van een nieuw onderwijsresultatenmodel zal rekening gehouden moeten worden met kansengelijkheid en het voorkomen van perverse prikkels, aldus Wiersma.

De VO-raad pleit in de brief naar de Vaste Kamercommissie om te starten met het helder definiëren van onderwijskwaliteit in termen van wettelijke eisen en een daaruit voortvloeiend onderwijsresultatenmodel, pas daarna zou het toezicht hierop aangepast moeten worden.

Werkwijze inspectie: onverwachte bezoeken en uitbreiding capaciteit

De inspectie gaat werk maken van onverwachte bezoeken; er zijn op korte termijn al plannen om deze bezoeken plaats te laten vinden bij scholen. Over de werkwijze die hiervoor wordt ontwikkeld en hoe dit in de praktijk uitpakt zal de minister de Tweede Kamer eind 2023 informeren. Bij de uitbreiding van de capaciteit van de inspectie is door de minister in het bijzonder verwezen naar uitbreiding van financiële deskundigheid.

De VO-raad vindt een uitbreiding van de inspectie onwenselijk en waarschuwt voor ongewenste verzwaring van de last voor scholen. Wanneer scholen voldoen aan de kwaliteitsvereisten is meer dan één keer in de vier jaar bezocht worden overbodig. Volgens de VO-raad is het bestuursgericht toezicht toereikend en sluit dit aan bij de gewenste verantwoordelijkheidsverdeling tussen besturen/scholen en het extern toezicht.

Rol van OCW: Ondersteuning bieden en in kunnen grijpen wanneer het mis gaat

OCW zet de komende tijd vooral in op het aanbieden van ondersteuning voor scholen om de kwaliteit te verbeteren. Bij achterblijvende kwaliteit wordt deze ondersteuning minder vrijwillig van aard.
Met de wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium verwacht de minister daarnaast ook meer instrumenten in handen te krijgen waarmee ingegrepen kan worden bij achterblijvende kwaliteit en onvoldoende herstel. Leden van de commissie zijn ook beducht op situaties waarbij er grote incidenten ontstaan en steunen deze ontwikkeling; dit mede naar aanleiding van incidenten rondom de Scholen voor Persoonlijk Onderwijs.

Eisen aan de professionaliteit van bestuurders

Ten aanzien van het voorkomen van concurrentiedenken en het voorkomen van situaties waarin sprake is van financieel wanbeheer of belangenverstrengeling, wordt door de minister verwezen naar het vastleggen van beroepsprofiel en eisen voor bestuurders. De VO-raad is van mening dat de code goed onderwijsbestuur hier al in voorziet. Een wettelijke vereiste is dat besturen een code hanteren en zich hierover verantwoorden; daar ziet de inspectie al op toe.

De VO-raad maakt een principieel onderscheid tussen het stellen van eisen aan het bestuur van scholen en aan bestuurders als persoon. De ontwikkeling en het functioneren van bestuurders is een taak voor de intern toezichthouder als werkgever.

Predicaten Goed en Excellent

Het advies van de onderwijsraad om af te zien van aanvullende kwaliteitsaspecten en in het bijzonder het verlenen van de predicaten Goed en Excellent, kon rekenen op steun vanuit de D66 fractie. De minister wil een evaluatie van de inspectie afwachten. Kamerlid Van Meenen heeft in reactie hierop een tweeminutendebat aangekondigd, om een motie over dit onderwerp in te dienen.

De VO-raad pleit al langer voor het stoppen met de predicaten. Zowel in het debat als door de VO-raad wordt hierbij verwezen naar een strikte afbakening van de rol van de inspectie tot het beoordelen of scholen voldoen aan de deugdelijkheidseisen.