Veelbelovende ‘krimpmaatregelen’ maar onduidelijkheid over financiële uitwerking

14 juli 2019

Minister Slob geeft met zijn ‘krimpmaatregelen’ vandaag opvolging aan de adviezen van de commissie Dijkgraaf en het eerdere pleidooi van de VO-raad. Er komt een toeslag voor de laatste school in een regio, en de minister gaat scholen in de regio ondersteunen om gezamenlijk de transitie te kunnen maken naar een goed toekomstbestendig onderwijsaanbod. De VO-raad vindt het goed dat er maatregelen genomen worden, maar er is nog wel teveel onduidelijk over de financiële uitwerking voor scholen. Omdat het hier niet om een onderwijsprobleem gaat, maar om de instandhouding van een maatschappelijk gewenste voorziening, kan het in onze ogen bijvoorbeeld niet zo zijn dat een ‘laatstescholen-toeslag’ door de sector zelf moet worden opgehoest.

Slob schrijft in zijn brief aan de Tweede Kamer scholen in de regio te willen helpen om gezamenlijk een transitie te maken naar een toekomstbestendig onderwijsaanbod, zoals de VO-raad eerder ook bepleitte. Er komt hiervoor in de komende twee jaar tien respectievelijk vijftien miljoen euro beschikbaar. Hoe de financiële ondersteuning aan scholen die verregaande vormen van samenwerking willen opzetten, er daarna gaat uitzien, is nog niet duidelijk. De VO-raad vindt het goed dat er extra middelen komen om in de regio gezamenlijk te anticiperen op krimp. Die samenwerking is hard nodig en ondersteuning daarbij is gewenst. Wel is het belangrijk dat scholen weten op welke financiële steun zij kunnen rekenen. De VO-raad gaat daarover met de minister in gesprek en blijft daarbij pleiten voor het vertragen van de terugloop in bekostiging bij terugloop van het leerlingaantal.

Laatste school

Naast ondersteuning voor samenwerking in de regio moet er een (structurele) toeslag komen voor ‘geïsoleerde scholen en vestigingen in dunbevolkte gebieden.’ Ook dit past bij een eerdere oproep van de VO-raad om kwetsbare laatste scholen in een regio extra te ondersteunen, zodat voor alle leerlingen thuisnabij onderwijs mogelijk blijft. De minister geeft in zijn brief aan dat deze toeslag zal worden uitgewerkt in het nieuwe bekostigingsmodel, maar blijft verder vaag over de herkomst van de benodigde extra middelen. De VO-raad gaat ervan uit deze ‘laatstescholen-toeslag’ bovenop de bestaande budgetten komt en niet door de sector zelf moet worden opgehoest. Het kan niet zo zijn dat een maatschappelijk gewenste stelselvoorziening door de overheid op het bordje van scholen geschoven wordt.