Alle onderwerpen

Onderwerp

Financieel beleid

De financiële positie van middelbare scholen is over het algemeen goed. Dat betekent in dit geval dat er voldoende beschikbare reserves zijn om financiële tegenvallers op te vangen. Deze goede positie levert ook discussie op: als de reserves te ruim zijn, komt het dan wel ten goede aan het onderwijs?

Praktijk & ondersteuning

Financiële ontwikkelingen

De VO-raad wil scholen en schoolbesturen informeren over actuele financiële ontwikkelingen. Deze pagina vervangt de informatie die voorheen in het document ‘Relevante financiële mutaties’ waren te vinden.

Loon- en prijsbijstelling

Jaarlijks worden de bekostigingstarieven eind juni/begin juli aangepast aan de hand van loon- en prijsbijstelling. Deze percentages kunnen weer gebruikt worden bij het maken van de (meerjaren)begroting van het bevoegd gezag.

Tarieven van bekostiging vo

Met de vereenvoudiging van de bekostiging is met ingang van 2022 een einde gekomen aan een bekostigingssystematiek die vooral veel parameters kende en daardoor onoverzichtelijk en slecht voorspelbaar. Bij de vereenvoudiging wordt voor de basisbekostiging alleen nog maar een tarief gehanteerd voor een hoofdvestiging, een nevenvestiging en een bedrag per leerling dat wel nog wordt uitgesplitst in twee verschillende bedragen.

In aanvulling op de basisbekostiging bestaan er tarieven voor een geïsoleerde vestiging (geïsoleerd wil zeggen geen zelfde aanbod binnen een straal van 8 km, voor PRO geldt 20 km), geïsoleerde brede scholen en vestigingen met een volledig breed aanbod.

De bedragen voor de kalenderjaren 2022 en 2023 in de ‘Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden’ worden verhoogd met 3,29%. Daarnaast wordt er éénmalig 0,16% incidentele loonontwikkeling voor 2021 in de tarieven van 2022 verwerkt.
  
De nieuwe bedragen voor de basisbekostiging zijn:

234.952,53 euro voor de hoofdvestiging van een school
117.476,26 euro voor de nevenvestiging(en) van een school
8.033,26 euro voor alle onderbouwleerlingen. En hetzelfde bedrag voor alle bovenbouw-leerlingen in het vwo, havo, mavo en de gemengde leerweg in het vmbo
9.450,90 euro voor alle leerlingen in het praktijkonderwijs. En hetzelfde bedrag voor bovenbouwleerlingen in het vbo.


Bij de verwerking van de kabinetsbijdrage voor loon- en prijsontwikkeling wordt een verhouding verondersteld van 85% voor loonontwikkeling en 15% voor prijsontwikkeling. Het betekent dat de 0,16% incidentele loonontwikkeling een extra verhoging in de tarieven voor de basisbekostiging veroorzaakt van 0,16 x 85% = 0,136% tot een totaal van 3,43%. 

NB: De voorlopige bedragen voor 2023 zullen dus ongeveer 0,136% lager zijn.

Ter vergelijking: Vóór de vereenvoudiging, dus voor 2022, werd er voor de loon- en prijsindexatie gewerkt met een aparte ophoging van de GPL (personele last) en aparte prijsbijstelling voor de ophoging van de exploitatielast. 

Subsidies

Naast een hele verzameling aan NPO-middelen bestaan er veel andere subsidies. Onderstaand is getracht een volledige opsomming te geven, met korte omschrijving, van de toepassing zijnde subsidies. Mist u er één? Geef het dan door aan paulhuisman@vo-raad.nl.

Risicomanagement

Scholen worden – mede door onstandvastige en onzekere politieke besluitvorming – in toenemende mate geconfronteerd met risico’s. Voorbeelden van dergelijke risico’s zijn onvoldoende bekostiging vanuit de overheid, incidentele inkomsten die wegvallen, incidenten met een negatief effect op het imago van de school en een onevenwichtige samenstelling van het personeelsbestand.

De VO-raad heeft een aantal hulpmiddelen ontwikkeld die scholen helpen invulling te geven aan hun risicomanagement. De basis van de middelen is gelegd door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement.

Hulpmiddelen:

Graag nodigen we je uit om uw reactie op de ontwikkelde hulpmiddelen te geven. Je kan je commentaar of advies sturen naar Nico van Zuylen, senior beleidsadviseur VO-raad: nicovanzuylen@vo-raad.nl

Schatkistbankieren

Schatkistbankieren betekent dat instellingen de financiële middelen aanhouden bij het ministerie van Financiën (de schatkist). De school krijgt dan een rekening-courant bij de schatkist met de middelen. Vanaf de eigen bankrekening van de school wordt geld naar en van de bankrekening van de schatkist overgeboekt. Voordeel is bijvoorbeeld dat de schatkist een aantrekkelijke rente rekent over leningen.

In het adviesrapport ‘Een lastig gesprek’ van de Commissie Behoorlijk Bestuur wordt gesteld dat schatkistbankieren voor bijvoorbeeld onderwijsinstellingen als gewoonte zou moeten gelden. Hierdoor is in de afgelopen periode steeds meer aandacht ontstaan voor schatkistbankieren.

De VO-raad verwijst scholen die interesse hebben in deelname naar het Agentschap van de Generale Thesaurie (Dutch State Treasury Agency) van het ministerie van Financiën. Dit agentschap biedt praktische informatie en uitleg rond de mogelijkheden, voorwaarden en hoe scholen dit op een goede manier kunnen regelen.