Alle onderwerpen

Onderwerp

Onderwijs aan nieuwkomers

Het aantal nieuwkomers dat jaarlijks naar Nederland komt - waaronder kinderen en jongeren in de vo-leeftijd - fluctueert. Scholen hebben de verantwoordelijkheid om in te spelen op deze fluctuaties en om alle nieuwkomersleerlingen goed en toegankelijk onderwijs te bieden, eerst via een internationale schakelklas (ISK) en daarna in het reguliere vo. Uitgangspunt hierbij is dat nieuwkomers – ondanks dat ze de Nederlandse taal nog aan het leren zijn – de kans krijgen om zich maximaal te ontwikkelen en kunnen doorstromen naar een bij hen passende onderwijsrichting. De VO-raad faciliteert scholen bij het vervullen van deze complexe opdracht. Op deze pagina bundelen we de belangrijkste actuele informatie en ondersteuning voor scholen rond dit thema.

Wat speelt er?

Zorgen rond ISK-onderwijs

De afgelopen jaren is sprake van een verhoogde instroom van nieuwkomersleerlingen in het onderwijs, onder meer vanwege de oorlog in Oekraïne en de komst van relatief veel alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Daarnaast hebben veel Internationale Schakelklassen (ISK’s) te maken met een tekort aan NT2-docenten. Op veel ISK's geldt daarom momenteel een wachtlijst en op sommige ISK's is zelfs een leerlingenstop. Hierdoor zitten naar schatting 3000 jongeren tussen de 12 en 18 jaar thuis omdat ze geen onderwijs kunnen volgen (LOWAN, september 2023). 

Daarnaast zien we dat ook leerlingen die wel in een ISK zitten, niet altijd goede ontwikkelkansen hebben, bijvoorbeeld door het genoemde tekort aan (goede) NT2-docenten of aan goede onderwijshuisvesting. Veel van deze leerlingen moeten - door de capaciteitsproblemen in de opvang - ook vaak meerdere keren verhuizen en/of beschikken niet over een goede, rustige leerplek na schooltijd.  

De VO-raad heeft grote zorgen over deze ontwikkelingen. Het is essentieel dat alle nieuwkomersleerlingen - die vaak al veel hebben meegemaakt - een goede, stabiele onderwijsplek krijgen waar ze zich vertrouwd voelen en hun talenten verder optimaal kunnen ontwikkelen.

Spoedwet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen (TNV's) 

Na aanname door de Tweede en Eerste Kamer is in oktober 2023 een wet in werking getreden die zogenoemde tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen mogelijk maakt. In een tijdelijke nieuwkomersvoorziening heeft een schoolbestuur ruimte om af te wijken van bestaande regels over het onderwijspersoneel, de onderwijsinhoud en onderwijstijd. Zo wordt het toegestaan om minder onderwijstijd te bieden, tot wel de helft van reguliere programma. Dit moet bijdragen aan het verkorten en hopelijk wegwerken van de wachtlijsten die er voor nieuwkomersleerlingen zijn voordat ze in een ISK kunnen starten.  

Een ander onderdeel van de wet is een verplichting voor schoolbesturen en gemeentebesturen om jaarlijks afspraken te maken over een dekkend onderwijsaanbod in de regio. Tevens krijgt de minister de mogelijkheid om de gemeente de plicht te geven om een schoolbestuur aan te wijzen dat die plekken moet creëren, de zogenoemde ‘doorzettingsmacht’. Dit is tegen het zere been van de VO-raad. Ook de Raad van State was kritisch op dit onderdeel van het wetsvoorstel. Samen met de PO-Raad en LOWAN stuurde de VO-raad op 9 juni een brief aan de Kamercommissie van OCW om onze bezwaren met betrekking tot de doorzettingsmacht onder de aandacht te brengen.  

Zorgen over bekostiging ISK's 

In bovenstaande brief uit de VO-raad ook zijn zorgen over de nieuwkomersbekostiging. Vo-scholen kunnen hier twee jaar aanspraak op maken, maar voor het ingaan van dit recht op bekostiging is niet de eerste schooldag van een leerling leidend, maar de aankomstdatum in Nederland. Kan een kind bijvoorbeeld pas na zes maanden naar school, dan ontvangt de school dus maar voor anderhalf jaar de nieuwkomersbekostiging. Dit terwijl leerlingen onderwijsinhoudelijk de twee jaar hard nodig hebben. Dit zal voor steeds meer problemen zorgen, omdat er nu veel leerlingen langdurig niet naar school kunnen. Een oplossing kan zijn om de startdatum van de nieuwkomersbekostiging te wijzigen naar de datum van de eerste schooldag. Bovendien zou alleen de daadwerkelijk genoten onderwijstijd mee moeten tellen, daar waar nu gaten vallen vanwege de vele verhuizingen.   

Inburgering

Per 1 januari 2022 is de nieuwe Wet inburgering 2021 (Wi2021) ingegaan. Het doel is om alle inburgeringsplichtigen snel en volwaardig aan de Nederlandse maatschappij mee te laten doen. Via de Wi2021 hebben gemeenten de regie over de uitvoering van inburgering. Zo stelt de gemeente na een brede intake samen met de inburgeraar een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) op. In dat plan is ook aandacht voor de beste passende leerroute. De Wi2021 kent drie leerroutes: B1, Onderwijs en Zelfredzaamheid (Z). 

Voor vo-scholen en ISK’s is de Onderwijsroute vaak het meest relevant. Deze route bereidt inburgeraars voor op instroom in het Nederlandse beroeps- en hoger onderwijs. In de route volgen zij een taalschakeltraject waarin zij in relatief korte tijd Nederlands op niveau B1 (of hoger) leren en worden zij voorbereid op een vervolgopleiding. Voor praktijkscholen is ook de Z-route relevant. Voor de Z-route is de VO-raad met onder andere de sectorraad Praktijkonderwijs met SZW in gesprek over het mee kunnen laten tellen van o.a. uren Nederlands op de praktijkschool voor de Z-route. Zie ook de handreiking van Divosa over de leerroutes en de FAQ's.

Wat verandert er met de WI2021 voor de verschillende leerroutes?

Praktijkonderwijs

Voor praktijkonderwijsleerlingen blijven grotendeels dezelfde regels gelden als die vóór 2022 golden. Indien deze leerlingen inburgeringsplichtig zijn, gaat de inburgeringstermijn meteen lopen vanaf hun 18de verjaardag (in sommige gevallen op 16- of 17-jarige leeftijd). Het volgen van praktijkonderwijs leidt niet tot een tijdelijke vrijstelling. 

Omdat het risico bestaat dat leerlingen in het praktijkonderwijs (of in een entree-opleiding of het vso met uitstroomprofiel Arbeid of Dagbesteding) die inburgeringsplichtig worden de opleiding afbreken, is nu wel een nieuwe verlengingsgrond opgesteld. Hiermee krijgen jongeren de mogelijkheid om hun opleiding af te ronden of te combineren met het inburgeringstraject, zonder dat zij direct in de knel komen met de inburgeringstermijn. Deze inburgeringstermijn kan namelijk worden verlengd.

Vmbo basis en kader

Wat betreft de leerwegen vmbo-bb en -kb heeft het ministerie van SZW een wijziging in beleid gecommuniceerd. Hiermee worden ook deze leerwegen toch weer aangewezen als tijdelijk vrijstellende opleidingen. Dit betekent dat leerlingen in deze leerwegen die inburgeringsplichtig zijn en 18 worden, tijdelijk zijn vrijgesteld van deze inburgeringsplicht en hun opleiding kunnen afmaken. Bij het behalen van het diploma wordt dat omgezet in een definitieve vrijstelling.

ISK

Alle leerlingen die ingeschreven staan op een ISK hebben ook een tijdelijke vrijstelling van inburgering. Zodra zij de ISK verlaten, is het afhankelijk van de school/opleidingssoort waar zij naar toe doorstromen of zij weer (tijdelijk) vrijgesteld worden. Zo worden de leerlingen die in het vo blijven of naar mbo-2 of hoger doorstromen wel weer tijdelijk vrijgesteld, maar gaat voor de leerlingen die naar het praktijkonderwijs, entree-onderwijs gaan vanaf dat moment wel de inburgeringstermijn lopen.

Zie ook het nieuwsbericht 'Gevolgen van nieuwe Wet inburgering voor leerlingen'.

Zie ook de Kamerbrief met een nadere duiding van de effecten van een (tijdelijke) vrijstelling van leerlingen vmbo bb en kb van de inburgeringsplicht op de kansen van deze leerlingen. 

Zie voor meer informatie ook: 

Sectorrapportage VO: data over nieuwkomersonderwijs

Zie voor data over het aantal nieuwkomersleerlingen en (knelpunten bij) het nieuwkomersonderwijs ook de Sectorrapportage VO 2023