Het Hermann Wesselink College implementeert differentiatie volgens een gestructureerd proces

09 mei 2022

Het Hermann Wesselink College wil dat alle leraren over vier jaar zichtbaar lesgeven met behulp van convergente differentiatie. Een projectgroep werkt aan de schoolbrede implementatie van deze ambitie. “Wij praten enthousiast over het veranderproces, maar vertellen leraren niet hoe zij het moeten doen.”

Het Hermann Wesselink College in Amstelveen heeft convergente differentiatie als doel in het schoolplan opgenomen. Daarbij gelden er minimumdoelen voor de groep als geheel. De school verwacht door de implementatie van convergente differentiatie de motivatie en het welbevinden van de leerlingen te verbeteren. Tosca Schröder, stafmedewerker onderwijs & ICT en projectleider: “Wij willen dat alle leerlingen dezelfde lesdoelen op verschillende manieren kunnen behalen en zich daarbij uitgedaagd voelen. Dit betekent dat het voor sommigen nodig is om verdiepingsstof aan te bieden, terwijl anderen juist gebaat zijn bij extra uitleg.” Nitin Ishwardat, docent natuurkunde en projectgroeplid: “Differentiatie is de laatste jaren een belangrijk onderwijsthema. Als school willen wij daar concreet invulling aan geven.”

Start van de projectgroep

Voor de implementatie van differentiatie werkt de school volgens een gestructureerd proces. Op basis van het schoolplan werd een uitvoeringsplan gemaakt. Daarin staat de ambitie dat alle leraren over vier jaar zichtbaar lesgeven met behulp van convergente differentiatie. Vervolgens schreef Tosca een innovatieplan om groen licht te krijgen voor deelname aan het innovatietraject van Voortgezet Leren, een projectgroep op te kunnen richten en uren daarvoor te krijgen. “Na een startmeting door twee onderwijsonderzoekers van de school is de projectgroep gestart. Deze bevat van elk team één á twee leden”, aldus Tosca. “Wij begonnen met een brainstorm om het waarom van differentiatie verder uit te diepen en om onze jaardoelen te bepalen.”

Collega’s meenemen

De startmeting rondom differentiatie door twee onderwijsonderzoekers van de school bestond uit een enquête met dertien gesloten stellingen en vier open vragen. Het eerste deel ging over hoe leraren differentiatie toepassen in hun lessen. Er waren stellingen geformuleerd op basis van de uitgangspunten van differentiatie uit het schoolplan. Het andere deel van de enquête bracht in beeld hoe leraren over differentiatie denken. Na de startmeting volgde de voorbereiding van een teamvergadering door de projectgroep. Tijdens deze teamvergadering lieten de projectleden binnen hun team zien wat convergente differentiatie inhoudt en inventariseerden zij hoe hun collega’s daartegenover staan. Tosca: “Om dit te achterhalen hadden we een aantal vragen voorbereid. Collega’s konden kiezen uit drie antwoorden: ‘Nee, omdat’, ‘Ja, maar hoe’ en ‘Ja, zo’. Dit gaf ons als projectgroep een goed beeld van wat leraren nodig hebben om met differentiatie aan de slag of verder te kunnen gaan.”

Workshops door en voor leraren

De input van de leraren vormde de basis voor een studiedag, die na de zomer (2022) zal plaatsvinden. Tijdens deze studiedag kunnen leraren deelnemen aan uiteenlopende workshops naar keuze. “Verschillende leraren die tijdens de teamvergadering voor ‘Ja, zo’ kozen, hebben wij gevraagd een workshop te geven. Ook de andere reacties waren nuttig voor de invulling van de studiedag. Sommige leraren waren bijvoorbeeld sceptisch over het wetenschappelijke bewijs voor differentiatie. Daarom zal hierover een workshop worden gegeven”, vertelt Nitin.

Wij praten enthousiast over het veranderproces, maar vertellen leraren niet hoe zij het moeten doen

Nitin Ishwardat docent natuurkunde en projectgroeplid

Weerstand wegnemen

Een uitdaging binnen dit project is om de weerstand van sommige leraren weg te nemen. “Wij zijn een grote school en dat maakt het wat lastiger om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Daarom kiezen wij als projectgroep zelf ook bewust voor een gedifferentieerde aanpak; niet iedere leraar moet een workshop geven of direct al z’n werk omgooien. De leraren voelen hierdoor dat zij niet in een keurslijf hoeven. “Wij praten enthousiast over het veranderproces, maar vertellen leraren niet hoe zij het moeten doen”, aldus Nitin. “Wij zien dat dit een positief effect heeft, ook op de sceptische collega’s. Het lukt ons om steeds meer collega’s mee te krijgen.”

Gedragen door schoolleiding

Als projectleider heeft Tosca een faciliterende rol en zorgt zij dat het proces goed verloopt: “Ik zorg ervoor dat de projectgroep regelmatig overlegt en er een programma ligt. Ook onderhoud ik het contact met Voortgezet Leren en verzorg ik de verslaglegging van bijeenkomsten.” Van de schoolleiding ervaart Tosca de nodige steun voor de onderwijsontwikkeling: “Zij dragen uit dat differentiatie voor hen een belangrijk thema is, onder andere door er tijd voor beschikbaar te stellen in de vorm van de projectgroep en de studiedag. Ook denken zij met ons mee.”

Aandacht voor welbevinden door vrijdagmiddagactiviteiten
Voor het welbevinden van de leerlingen organiseert het Hermann Wesselink College naast de schoolbrede ontwikkeling in differentiatie ook verbindende vrijdagmiddagactiviteiten. Nitin: “Differentiatie betekent dat je aansluit op de persoonlijke behoefte en interesse van leerlingen. Met de vrijdagmiddagactiviteiten geven wij ze de keuze en de vrijheid om deze behoefte te vervullen.” Tosca: “Door corona verlangt positieve groepsvorming extra aandacht binnen de school. Wij hebben het laatste lesuur uitgeroosterd, zodat leerlingen op vrijwillige basis een activiteit kunnen doen, zoals een cursus Japans, poëzie of een masterclass street art. Op deze manier ontstaan er groepjes en samenwerkingen die er normaliter niet zouden zijn.”