Leerlingendaling: dit moet u weten over prognosecijfers

Hoe kunt u zich als school goed voorbereiden op de daling van het aantal leerlingen? Verschillende prognosemodellen geven houvast maar leveren ook verschillende uitkomsten op. Met behulp van de factsheet van het project regionale samenwerking en het combineren van data krijgen scholen meer inzicht in de cijfers die voor hen belangrijk zijn.

Diverse prognoses om daling leerlingenaantal te voorzien

Als schoolbestuur is het belangrijk om goed zicht te hebben op de ontwikkeling van het aantal leerlingen op school en in de regio. Daarop wordt immers het beleid vastgesteld. Er zijn verschillende prognoses en rekenmodellen die inzicht geven in de voorspelde leerlingendaling. Het gaat om:

Interpretatie van prognoses

De bovengenoemde tools leveren verschillende leerlingenprognoses op. In onderstaande grafiek is bijvoorbeeld te zien hoe de voorspelde leerlingendaling van DUO en Voion (2018-2028) op regionaal niveau uiteen kan lopen, tot wel 20 procent. En dat maakt het gebruik van de prognoses lastig, want van welk aantal kunt u dan uitgaan als school? Belangrijk is in ieder geval om niet van één prognose uit te gaan. Het project regionale samenwerking van de VO-raad heeft als hulpmiddel de Factsheet leerlingenprognoses VO gepubliceerd. Hierin worden de verschillen tussen de prognosemodellen van DUO en Voion op een rij gezet. Zo krijgen scholen meer inzicht in de totstandkoming van de prognoses en kunnen ze een beter onderbouwde keuze maken.

Voorspelde regionale leerlingenprognose 2028

(tekst gaat verder onder de grafiek)

Basisgeneratiecijfers ook gebruiken

Naast de factsheet over de verschillende prognoses is er een tabellenrapport met de basisgeneratiecijfers per 1 januari beschikbaar. Het tabellenrapport bevat de basisgeneratiecijfers van alle gemeenten in Nederland. Deze cijfers zijn naast de prognosemodellen van DUO en Voion goed te gebruiken voor het maken van eigen leerlingenprognoses. De basisgeneratiecijfers betreffen feitelijke informatie over de verschillende leeftijdscohorten, zonder veronderstellingen over woningbouw of migratie van de regio’s en het marktaandeel van scholen. Het CBS verwacht gemiddeld 5 procent migratie-effecten op deze basisgeneratie-cijfers in een periode van 15 jaar.