Vwo-Erasmus vergroot de uitdaging én motivatie van leerlingen

01 juli 2020

Leraren van het Veluws College Walterbosch ontwierpen een nieuw vwo-programma waarin leerlingen zelf aan het roer staan. Dat doet wonderen voor de motivatie van leerlingen, zegt projectleider Teus Zandsteeg.

Het Veluws College Walterbosch in Apeldoorn begon in het schooljaar 2018-2019 met vwo-Erasmus, een verrijkt vwo-programma waarbij leerlingen veel zeggenschap hebben over hun leerproces. “De aanleiding was dat dat vwo-leerlingen onvoldoende werden uitgedaagd”, zegt Teus. “Uit panelgesprekken en enquêtes bleek dat ze het schoolse systeem belemmerend vonden voor hun leerproces. Ze waren naar hun idee op school te weinig bezig met leren.” Bij vwo-Erasmus is dat anders. Daar is het aantal vaklessen tot een minimum teruggebracht en werken leerlingen een groot deel van de schooldag onder begeleiding van een coach aan leerstof die is samengebracht rond thema’s en projecten.

Curriculum.nu

Een denktank van 15 leraren heeft het concept van vwo-Erasmus in het schooljaar 2016-2017 vanaf nul bedacht. “Als je vertrekt vanuit wat er is, raak je verzeild in discussies over punten en komma’s”, zegt Teus. “Door met een leeg papiertje te beginnen, dwing je jezelf fundamenteel na te denken over wat je wilt.” Bij vwo-Erasmus is dat ‘leren in samenhang’ geworden, met als speerpunten: coaching van leerlingen, projectonderwijs, vaardigheden & executieve functies en vakken & domeinen. Dit paste zo goed bij de doelen van de landelijke leerplanherziening Curriculum.nu, dat Walterbosch hieraan kon deelnemen als ontwikkelschool. “Met de bijbehorende middelen konden we leraren meer ontwikkeltijd geven en onze ontwikkeling met anderen delen”, zegt Teus.

‘Leerbaar’ onderwijs

Ontwikkelteams van leraren hebben na het werk van de denktank in 2017-2018 keuzes gemaakt voor het curriculum en de organisatievorm. “Dat was de ingewikkeldste klus”, zegt Teus. “Hoe maken we het onderwijs voor leerlingen ‘leerbaar’ en dus uitvoerbaar? Je kunt niet én voorrang geven aan coaching en projecten én dertien losse vakken overeind houden.” Uiteindelijk brachten de ontwikkelteams bijna alle leerstof samen in domeinen, zoals mens & natuur. In de ochtend werken leerlingen onder begeleiding van een coach aan weektaken voor deze domeinen, ’s middags zijn er vaklessen (‘colleges’) en vragenuren (‘experturen’), en werken leerlingen aan projecten (bijvoorbeeld uit het Technasiumprogramma).

Kennisgedreven werken

Kennisgedreven werken heeft een grote rol gespeeld in het ontwikkelproces. In de voorbereiding volgden Teus en zijn collega’s de acht veranderstappen van Kotter. De zelfsturende werkwijze van het kernteam van leraren dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van vwo-Erasmus, is gemodelleerd naar de gedachten van Lave en Wenger over leren in een professionele leergemeenschap. Voor het onderwijsconcept deden Teus en zijn collega’s veel ideeën op bij SLO. Zo is het belang van samenhang in een curriculum ontleend aan het spinnenwebmodel van Van den Akker. Het Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling gaf inzicht in de profielen en leerbehoeften van slimme kinderen en het werken aan executieve vaardigheden (zie ook dit filmpje). Ook worden de coaches ondersteund door een specialist in hoogbegaafdheid.

Blijven verbeteren

Inmiddels gaan de eerste Erasmus-leerlingen al naar de derde klas. Teus is tevreden over hoe het programma draait: “Ik schat dat we zeventig procent van onze ambities hebben bereikt. Natuurlijk blijven we verbeteren. Aan reacties van leerlingen merken we bijvoorbeeld dat we de integratie van vakken in sommige modules nog kunnen verbeteren.” Een andere les is dat leerlingen veel feedback nodig hebben om te begrijpen wat van hen wordt verwacht. “In het begin gaven we vooral feedback op het eindresultaat, zoals een presentatie of verslag”, zegt leraar Sven Slinkman (mens & natuur). “Nu kijken we tussendoor vaker mee.”

In het begin gaven we vooral feedback op het eindresultaat, nu kijken we tussendoor vaker mee

Sven Slinkman Leraar mens & natuur

Motivatie

Het is lastig om de leeropbrengsten van vwo-Erasmus objectief te beoordelen, omdat er alleen nog maar onderbouwleerlingen deelnemen en het programma nergens anders wordt aangeboden. “Maar als ik kijk naar het werk dat leerlingen bij mens & natuur opleveren, ben ik tevreden”, zegt Sven. “In twee jaar tijd hebben we de stof behandeld waar we in de reguliere onderbouw drie jaar over doen.” Misschien nog wel belangrijker is de motivatie, vindt Teus: “Als ik binnenloop in onze tweede klassen, zie ik kinderen die echt zin hebben in leren.”

Coach

Ook voor leraren heeft vwo-Erasmus veel te bieden. “Er is meer tijd om met de leerlingen bezig te zijn en dat spreekt me aan”, zegt Sven. “Ik heb eerst deelgenomen aan het ontwikkelteam mens & natuur en nu werk ik hier als vakleraar. Ik houd van het overdragen van mijn vak en zou dat nooit helemaal willen missen. Maar begeleiden vind ik zo leuk dat ik na de zomer ook als coach bij vwo-Erasmus aan de slag ga. In die rol ben je minder met je vak bezig en meer met de begeleiding van de leerling.”

Er is meer tijd om met de leerlingen bezig te zijn

Sven Slinkman Leraar mens & natuur

Corona

Het is de bedoeling dat vwo-Erasmus tot en met leerjaar 6 doorloopt. De vormgeving van het bovenbouwprogramma is in volle gang. “Gelukkig hadden we daarvoor niet één, maar twee jaar uitgetrokken, zodat we de vertraging die we door corona hebben opgelopen, kunnen opvangen”, zegt Teus. De huidige Erasmusleerlingen hebben van het afstandsonderwijs relatief weinig hinder ondervonden, omdat ze al gewend waren meer regie te nemen over hun leerproces. “Hierdoor is de interesse voor vwo-Erasmus in de school gegroeid”, zegt Teus. “Vooral over hoe we leerlingen coachen, maar ook over de autonomie van ons team: veel onderwijskundige en organisatorische keuzes worden door het Erasmusteam zelf gemaakt.”

Droom

Gevraagd naar een boodschap voor andere scholen die (een deel van) het onderwijs herontwerpen, zegt Teus: “Houd de droom levend. Het helpt om een facilitator of projectleider aan te stellen die de praktische zaken regelt, waardoor voorstellen werkelijkheid kunnen worden. Dat stimuleert teams van leraren om met ideeën te blijven komen.”