Lerarentekort in het vo stijgt sneller dan verwacht

17 december 2019

Het lerarentekort in het voortgezet onderwijs loopt de komende jaren op tot 1.600 fte in 2029. Daarbij stijgen met name de tekorten voor de vakken die al gelden als tekortvak, sneller dan verwacht. Vooral voor de bètavakken worden de problemen groter. Dit blijkt uit de ramingen voor de toekomstige arbeidsmarkt voor leraren, die samen met de brief ‘Arbeidsmarkt voor leraren 2019’ op 16 december naar de Tweede Kamer werden verstuurd.

Uit de ramingen blijkt dat de problemen in het vo zich blijven concentreren bij specifieke vakken. Permanente tekortvakken zijn o.a. informatica, natuurkunde, scheikunde en wiskunde. Zo wordt voor natuurkunde in 2024 een tekort van 9,1% van het totaal aantal fte voor dit vak verwacht, oplopend naar een tekort van 12,5% in 2029. Andere vakken met een oplopend tekort zijn Duits, Frans en de klassieke talen. De situatie voor de overige vakken lijkt, mede door leerlingendaling, juist minder problematisch. Deze vakken kennen geen of weinig tekorten. Daarbij wordt wel de kanttekening geplaatst dat de recente instroomcijfers van de lerarenopleidingen een dalende instroom laten zien. Als deze trend doorzet, kan dit de tekorten ook voor deze vakken hoger laten oplopen. 

Er wordt in het rapport ook een aantal positieve ontwikkelingen geconstateerd. Zo is de uitval onder startende leraren in de eerste vijf jaar van hun dienstverband wat afgenomen, 67% werkt dan nog in het onderwijs. Daarnaast hebben startende leraren na een half jaar wat vaker (uitzicht op) een vast dienstverband. En het aantal onbevoegd gegeven lessen is in vier jaar tijd gedaald van 5,6% naar 4,1%.

Investering in een regionale aanpak

De huidige aanpak van de tekorten werkt, maar is onvoldoende om het tekort aan personeel in de verschillende onderwijssectoren het hoofd te bieden, zo is de conclusie in de Kamerbrief. De aanpak van het lerarentekort wordt dan ook verder geïntensiveerd. Belangrijke maatregelen die aangekondigd worden zijn - op het basisonderwijs gerichte - noodplannen die voor de G5 worden opgesteld. Daarnaast wordt in 2020 en 2021 30 miljoen euro geïnvesteerd in de regionale aanpak om de tekorten binnen het basis- en middelbaar onderwijs tegen te gaan

Aangepast bevoeghedenstelsel

In de Kamerbrief schrijven de ministers dat er wijzigingen in het bevoegdhedenstelsel nodig zijn om te zorgen dat de juiste leraar voor de juiste klas staat en de gewenste kwaliteit kan leveren. Een nieuw bevoegdhedenstelsel moet recht doen aan ontwikkelingen in het onderwijs en moet de ervaren knelpunten wegnemen waar scholen en leraren nu tegenaan lopen bij het behalen van een bevoegdheid. Een nog in te stellen commissie onderwijsbevoegdheden gaat in 2020 aan de slag om de voornemens nader uit te werken voor het po, vo en mbo. De VO-raad onderschrijft de wens om het bevoegdhedenstelsel te herzien en toekomstbestendig te maken. De raad pleit onder andere voor modularisering binnen de lerarenopleiding, om ervoor te zorgen dat doorlopende leer- en ontwikkellijnen aantrekkelijker worden. 

Samen opleiden

Net als de ministers van OCW heeft de VO-raad de ambitie om ‘Samen Opleiden en Professionaliseren’ tot norm te maken. In het convenant 'Extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel' zijn hiervoor tijdelijke middelen beschikbaar gesteld. Dit helpt om op korte termijn meer plekken binnen opleidingsscholen te creëren en nieuwe aspirant-opleidingsscholen te starten. Zo zijn er voor het vo onlangs 7 aspirant opleidingsscholen van start gegaan.