Koerswijziging lerarenbeleid kabinet: fundamentele oplossingen dichterbij

15 januari 2019

Het lerarenbeleid gaat een nieuwe fase in. Dat is de ondertoon van de jaarlijkse rapportage van de ministers Slob en Van Engelshoven aan de Tweede Kamer. De VO-raad juicht deze koerswijziging toe: het terugdringen van het lerarentekort en het vergroten van de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep vragen om structurele oplossingen.

In hun brief aan de Kamer nemen de bewindslieden afstand van eerder ingezet beleid. De ministers willen tot minder gedetailleerde afspraken komen op landelijk niveau en niet langer sturen op vaardigheden van individuele leraren of organiseren hoe zij hun werk moeten doen. Leraren verdienen (meer) ruimte om gezamenlijk vorm te geven aan hun beroepsgroep.

Lerarentekort

Voor het terugdringen van het lerarentekort in het vo blijft aandacht nodig. Nieuwe arbeidsmarktramingen laten zien dat het lerarentekort in het vo zich concentreert bij specifieke vakken; bij deze vakken lijkt de situatie nijpender te worden. De belangrijkste maatregel op de korte termijn is de regionale aanpak van het lerarentekort, waarvoor op 15 januari 2019 een subsidieregeling is opengesteld. De VO-raad roept schoolbesturen op elkaar in de regio op te zoeken om aan de slag te gaan met en gebruik te maken van de mogelijkheden die de regeling biedt.

Structurele oplossingen in beeld

Meer dan in andere jaren bieden de ministers perspectief op structurele oplossingen voor het terugdringen van het lerarentekort en het vergroten van de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep. Eerder constateerde de VO-raad dat het overheidsbeleid toch vooral neerkomt op ‘pleisters plakken’, terwijl het lerarentekort bij de wortel moet worden aangepakt. Met de nu voorliggende kabinetsvoornemens komt de totstandkoming van noodzakelijke en meer fundamentele oplossingen in beeld. 

De ministers kondigen aan in 2019 verdere stappen te willen zetten in het vernieuwen van het bevoegdhedenstelsel vo en het verheffen van samen opleiden en professionaliseren tot norm bij het opleiden van leraren. Dit zijn belangrijke ambities die de ALV van de VO-raad afgelopen jaar heeft bekrachtigd. Belangrijk is om in 2019 te komen tot een daadwerkelijke uitwerking (bevoegdheden) en afspraken over de financiering van de ambities (samen opleiden). In dat kader is de VO-raad ook blij met de steun van de ministers voor het verkennen van een aantal beloftevolle denkrichtingen voor een eigentijdse kijk op leraarschap, die de Onderwijsraad schetst in het rapport 'Ruim baan voor de leraar'.

Tot slot is de VO-raad tevreden met de inzet van de bewindslieden op de verdere versterking van strategisch personeelsbeleid (HRM) als belangrijke verantwoordelijkheid van schoolbesturen. Daarmee wordt voortgebouwd op een lijn die de afgelopen jaren door de sector en vanuit de VO-raad reeds is ingezet. De VO-raad maakte hierover in 2018 afspraken met het kabinet in het geactualiseerde Sectorakkoord.

Lerarenregister

Meest in het oog springende koerswijziging in het lerarenbeleid is echter het kabinetsvoornemen om het verplichte lerarenregister ‘in de ijskast te zetten’. In het licht van de voortdurende strijd rond het register is de VO-raad verheugd over de keuze van de ministers om ‘deze kabinetsperiode geen werk meer te maken van een verplicht register en de (her)registratie niet te zullen activeren’. Het belangrijkste is dat de nieuwe koers van de ministers leraren, scholen en schoolbesturen wat lucht geeft.

De VO-raad deelt de ambitie om de kwaliteit en positie van leraren te verbeteren. Wel verschilt de VO-raad van inzicht met de ministers over de meerwaarde en potentie van het professioneel statuut: dat dreigt van middel tot doel te verworden.

Lees meer over de koerswijziging rond het lerarenregister en wat dit betekent voor schoolbesturen.

Op 24 januari a.s. debatteert de Kamer over het lerarenbeleid van het kabinet.