Onderwerp
Onderwijstijd
Onderwijstijd gaat over de tijd waarin leerlingen onderwijs moeten kunnen volgen én over de tijdsinzet van leraren om dat onderwijs mogelijk te maken. De VO-raad wil dat scholen de onderwijstijd flexibeler kunnen inzetten, zodat leerlingen meer maatwerk krijgen en zodat leraren meer tijd krijgen om, naast hun lesgevende taak, te werken aan verbetering van het onderwijs. Leren en werken in het onderwijs wordt hiermee aantrekkelijker.
Praktijk en ondersteuningWat kan en mag?
Leerlingen hebben recht op voldoende uren onderwijs. Dit heet onderwijstijd. Scholen mogen niet minder les geven dan de verplichte onderwijstijd. De onderwijstijd geldt voor het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs en verschilt per sector. De verplichte onderwijstijd is voor het voortgezet onderwijs vastgelegd in urennormen. Deze urennormen gelden niet per leerjaar en per leerling, maar per opleiding en zijn vastgelegd in de Wet modernisering onderwijstijd. Er is geen gedetailleerde landelijke richtlijn die bepaalt wat scholen precies moeten of mogen binnen de urennorm. Scholen hebben daardoor veel vrijheid om het onderwijsprogramma op hun eigen manier in te richten om maatwerk voor leerlingen mogelijk te maken.
Er zijn drie voorwaarden waaraan wel voldaan moet worden:
1. Leerlingen krijgen minimaal 189 dagen per jaar onderwijs.
2. Een activiteit moet voldoen aan drie voorwaarden om wettelijk gezien te worden als een onderwijsactiviteit:
• bewust gepland en verzorgd onder verantwoordelijkheid van de school;
• uitgevoerd onder de pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid van een leraar of een ander die hier op grond van de wet mee belast mag worden;
• de medezeggenschap moet er vooraf mee hebben ingestemd.
3. Het programma moet voldoen aan de wettelijke urennorm, die inhoudt dat leerlingen per opleiding onderwijs moeten kunnen volgen van:
• 3700 uur voor het vmbo (4 jaar)
• 4700 uur voor de havo (5 jaar)
• 5700 uur voor het vwo (6 jaar)
Cao-afspraken
Sociale partners hebben in het Onderwijsakkoord de onderwijstijd op de werkagenda gezet. Om de onderwijskwaliteit te waarborgen en te verbeteren is het dringend nodig naar het wettelijk stelsel te kijken en met name naar de onderwijs- en lestijd. In vergelijking met andere landen geven leraren in Nederland veel les en hebben leerlingen veel lestijd. De vraag is of het hoge aantal lessen en de nadruk op kwantiteit nodig is. Verlaging van de onderwijstijd, meer in overeenstemming met andere Europese landen, kan een impuls geven aan de kwaliteit van het onderwijs. Minder lessen geeft meer ontwikkel- en voorbereidingstijd en dat leidt tot het verzorgen van betere lessen. In het onderhandelaarsakkoord cao VO 2022 hebben sociale partners afgesproken hier gezamenlijk werk van te maken.
Om al een eerste stap te zetten, zijn in de cao VO 2022/2023 [link naar cao-pagina] afspraken gemaakt over werkdrukverlichting en professionalisering van werknemers. Het doel is om ruimte te creëren voor de leraar om zich te ontwikkelen. Daardoor zou de leraar ook in staat zijn om betere lessen te geven.
Hieronder zijn de afspraken te vinden die in de laatste cao’s zijn gemaakt:
-
In 2019 is in de cao voor het eerst de ontwikkeltijd opgenomen voor leraren, wat neerkomt op 50 uur per leraar per schooljaar.
-
Ook kent de cao professionaliseringsuren, dat zijn in de basis 83 uren per persoon (plus 600 euro per jaar aan scholingsbudget). In het Onderwijsakkoord (2022) is afgesproken dat er gemiddeld 16 uur aan professionaliseringsruimte bijkomt. Deze tijd dient echter specifiek besteed te worden aan “de kwaliteit van het onderwijs in de basisvaardigheden en op het invoeren van de ophanden zijnde herziening van het curriculum.” In totaal komt hiermee het aantal professionaliseringsuren uit op 99 uren.
-
Daarnaast zijn in de cao afspraken gemaakt over collectieve en individuele verlichting van de werkdruk. Voor individuele werknemers betekent dit dat zij 40 uren hebben om naar eigen inzicht te besteden aan een vermindering van de werkdruk.
-
Werknemers hebben de beschikking over een individueel keuzebudget. “De leraar heeft het recht om het basisbudget naar eigen inzicht te gebruiken voor aanpassing van de werkzaamheden, door vermindering van de lestaak dan wel vermindering van de overige taken.” In de cao van 2022 is dit budget verhoogd naar 90 keuzeuren per jaar per leraar.
Maatwerk
Veel scholen hebben in de afgelopen jaren eigen keuzes gemaakt in de invulling van de onderwijstijd. Een school kan keuzes maken over bijvoorbeeld:
- het aantal (les)uren per schoolvak (behalve voor lichamelijk opvoeding);
- het aantal (les)uren per leerjaar;
- hoe lang een les/onderwijsactiviteit duurt;
- hoe de roosters eruitzien;
- of alle lessen/onderwijsactiviteiten voor alle leerlingen verplicht zijn;
- wanneer de herfst- en voorjaarsvakantie is;
- wanneer roostervrije dagen worden ingepland (maximaal 12 per jaar, waarvan maximaal 6 rondom de zomervakantie).
Scholen kunnen de onderwijstijd voor reguliere lessen gebruiken, maar bijvoorbeeld ook:
- voor stages of projecten bij bedrijven of maatschappelijke organisaties;
- om colleges of vakken te volgen aan een universiteit;
- voor afstandsonderwijs of leerpleinen.
Daarnaast is het ook mogelijk om:
- Voor iedere leerling af te wijken van de urennorm als dat in het belang van de leerling is;
- Onderwijsactiviteiten aan te bieden aan een deel van de leerlingen;
In het belang van de individuele leerling mag een school van de wettelijke urennorm afwijken; naar boven maar ook naar beneden. Zo hebben scholen de ruimte en flexibiliteit om het onderwijs anders in te richten of om een aangepast programma aan te bieden aan bijvoorbeeld excellente leerlingen of leerlingen met een leerachterstand.
De school kan op verschillende manieren maatwerk bieden, zoals:
- Sommige leerlingen meer of minder lesuren in een vak laten volgen;
- Een vak op hoger niveau laten volgen en afsluiten;
- Een extra vak (of extra vakken) laten volgen;
- Sommige leerlingen sneller door het onderwijsprogramma leiden (vwo);
- Een plusdocument of vermelding cum laude geven.