Alle onderwerpen

Onderwerp

Onderwijshuisvesting

Een schoolbestuur dat een schoolgebouw wil moet vrijwel altijd aankloppen bij de gemeente. Die is verantwoordelijk voor nieuwbouw, de school is verantwoordelijk voor het gehele onderhoud. Een nieuw gebouw kost heel veel geld, en drukt fors op de begroting van een gemeente. Dat zorgt soms voor lange procedures en spanning in de relatie tussen schoolbestuur en de gemeente. Schoolbesturen zijn te afhankelijk van de welwillendheid van gemeentebesturen. Zij kunnen daardoor hun verantwoordelijkheid voor de gezondheid en veiligheid van leerlingen en personeel niet altijd waarmaken. En een slecht schoolgebouw zet de kwaliteit van het onderwijs onder druk.

Wat speelt er?

Nieuwbouw school financieren

Schoolbesturen die een nieuw schoolgebouw willen hebben nu twee mogelijkheden:
Zij kunnen een nieuwbouwaanvraag indienen via de verordening, waarbij zij afhankelijk zijn van de beschikbare middelen van de gemeente en de concurrentie met andere besturen binnen die gemeente.

Zij kunnen opteren voor doordecentralisatie: scholen worden zelf verantwoordelijk voor nieuwbouw en nemen het bijbehorende budget over van de gemeente. Voor het al dan niet honoreren van een verzoek tot doordecentralisatie zijn zij geheel afhankelijk van de gemeente.

Helft schoolgebouwen verouderd

Dagelijks zit een groot deel van de 2,5 miljoen kinderen en 285.000 leraren, ondersteuners en schoolleiders in sterk verouderde, ongezonde en niet-duurzame schoolgebouwen. Gebouwen die ook nog eens ongeschikt zijn voor modern onderwijs waaraan iedereen kan deelnemen. Om aan alle maatschappelijke uitdagingen in het onderwijs te werken, zijn goede, gezonde en duurzame werk- en leerplekken essentieel. Met de benodigde structurele investeringen kunnen gemeenten en schoolbesturen goede en inclusieve schoolgebouwen realiseren.

In de sectorale routekaart (2020) en whitepaper onderwijshuisvesting van de VO-raad en PO-Raad concluderen we dat een vernieuwingscyclus van 40 jaar nodig is. Aangezien meer dan de helft van de schoolgebouwen ouder dan 40 jaar is, is dat deel aan vernieuwing toe.

Eerder kwam een onderzoek van diverse ministeries al tot de conclusie dat er veel mis is met de onderwijsgebouwen in Nederland. Op dit moment is het gemiddelde schoolgebouw 40 jaar oud, heeft vaak een slecht binnenklimaat en is niet duurzaam.

Wat moeten we doen om onze duurzaamheidsambities te realiseren? De huidige cyclus van vernieuwing of renovatie van schoolgebouwen duurt bijna twee keer zo lang als gewenst als het gaat om het behalen van de klimaatdoelstellingen. Verduurzaming van onderwijsvastgoed gaat daardoor te langzaam. Schoolbesturen en gemeenten moeten samen in actie komen. Daarvoor is wel een forse extra investering van het Rijk nodig van 21 miljard euro, verdeeld over 30 jaar. Schoolbesturen en gemeenten investeren daarbovenop zelf ook nog eens 21 miljard euro uit de beschikbare middelen voor onderwijshuisvesting.

Wat kunnen schoolbesturen en gemeenten nu al doen?

Schoolbesturen en gemeenten denken samen na over de lange termijn door het opstellen van een Integraal Huisvestingsplan (IHP). Schoolbesturen stellen daarnaast een meerjarenonderhoudsplan (MOP) op. Ze ontwikkelen een gezamenlijke visie op onderwijshuisvesting. Daarbij is het belangrijk om de kwaliteit en duurzaamheid van de huidige schoolgebouwen in kaart te brengen. Als er wordt gekozen voor nieuwbouw kiezen schoolbesturen minimaal voor energieneutraal (ENG), Nul op de Meter (NOM) met een gezond binnenklimaat.

Renovatie

Renovatie wordt de komende jaren naar verwachting belangrijker dan nieuwbouw. Door de krimpende leerlingenaantallen wordt de vraag naar nieuwbouw en vooral uitbreidingsinvesteringen minder. Renovatie van bestaande gebouwen ligt in veel situaties meer voor de hand. Het past bovendien meer in het streven om over te gaan op circulair bouwen. Ook de Rekenkamer beschouwt renovatie als een goede tussenoplossing om de levensduur van een schoolgebouw te verlengen. Aanpassingen bij renovatie die leiden tot een levensduurverlenging van tenminste 25 jaar komen voor rekening van de gemeente, met aftrek van de (toekomstige) financiën die bij het geplande onderhoud uit het meerjarig onderhoudsplan (MJOP) al waren voorzien.

Kiezen tussen nieuwbouw of renovatie schoolgebouw

Een aantal onderwijsspecialisten heeft met steun van Bouwstenen voor Sociaal een afwegingskader ontwikkeld dat scholen en gemeenten helpt een snelle en weloverwogen keuze te maken tussen renovatie of nieuwbouw.

1 / 0

Samenwerken met de gemeente

Wilt u de samenwerking met gemeenten over onderwijshuisvesting verbeteren? Onderstaande hulpmiddelen helpen u en de gemeente op weg.

Model middelen onderwijshuisvesting gemeente

De VO-raad heeft het model 'Middelen onderwijshuisvesting gemeenten' gemaakt waarin per gemeente te zien is hoeveel middelen deze jaarlijks uit het Gemeentefonds ontvangt voor onderwijshuisvesting (en overige educatie). Scholen dienen hiervoor alleen in het model de gewenste gemeente in te vullen. Zij krijgen dan de cijfers voor die gemeente te zien. Meer informatie over de werking van het model is te vinden in het tabblad ‘Toelichting’.

Kwaliteitskader Huisvesting

Het Kwaliteitskader Huisvesting is met inbreng van schoolbesturen en gemeenten gemaakt door de VO-raad en Voion, met steun van Kenniscentrum Ruimte-OK. Het kader helpt schoolbesturen en gemeenten vanuit de kwaliteit te redeneren. Het kader bevat een reeks kwaliteitscriteria voor een gebouw die positief bijdragen aan de leeromgeving van de leerlingen. De criteria zijn richtinggevend en geen norm. Ze zijn aanvullend op het wettelijk minimum (Bouwbesluiteisen), en breder dan de technische eisen ten aanzien van binnenmilieu en energieverbruik die zijn geformuleerd in het Programma van Eisen Frisse Scholen. Ruimte-OK is momenteel bezig met een herziening van het Kwaliteitskader.

Integraal huisvestingsplan

Door een verwachte wetswijziging zijn gemeenten in de toekomst verplicht om een integraal huisvestingsplan (IHP) op te stellen voor het onderwijs. Veel gemeenten en schoolbesturen stellen al een integraal huisvestingsplan op. Dit plan geeft inzicht in belangrijke toekomstige ontwikkelingen in de onderwijshuisvesting (zoals demografische ontwikkelingen en eisen rond gebouwkwaliteit).

Een IHP helpt gemeenten en schoolbesturen om meerjarenplannen op te stellen en afspraken te maken over huisvesting. IHP’s hebben in tegenstelling tot bijvoorbeeld doordecentralisatiecontracten geen juridische status. Partijen kunnen er geen zekerheid aan ontlenen. Ook politieke ontwikkelingen in een gemeente kunnen een IHP doorkruisen.

In de verwachte nieuwe wet wordt opgenomen dat renovatie een volwaardig alternatief van nieuwbouw wordt. De minister neemt hiermee eerdere voorstellen over van de VO-raad, PO-Raad en de Vereniging Nederlandse Gemeenten.